De Lijn blijft verslaafd aan diesel
Van alle De Lijn-bussen rijdt 95 procent op diesel. Het afgelopen jaar zijn er weer 238 diesels besteld. 'Zo geef je niet het goede voorbeeld', zegt Joris Vandenbroucke (sp.a). Hij stelt in de Vlaamse Klimaatcommissie voor om tegen 2030 alleen nog met groene bussen te rijden. De Lijn en minister Ben Weyts (N-VA) wijzen op de meerkosten.
De Vlaamse Klimaatcommissie vergadert vanmiddag een eerste keer. Ze zal uitzoeken welke maatregelen de regering-Bourgeois kan nemen om haar klimaatdoelstellingen te behalen. Een belangrijk discussiepunt wordt de vergroening van het openbaar vervoer. Daar is nog veel werk.
Van de hele De Lijn-vloot rijdt vandaag 95 procent op diesel en 5 procent op groene brandstoffen zoals waterstof en elektriciteit. Dat leren cijfers die Vandenbroucke, de fractieleider van sp.a in het parlement, heeft opgevraagd bij bevoegd minister Weyts. "Dit is te weinig."
Volgens de socialist verzuimen De Lijn en Weyts om het goede voorbeeld te geven. "Er staan intenties op papier. Ze experimenteren met groene bussen, maar een echte visie ontbreekt. Veelzeggend is dat er het afgelopen jaar 238 nieuwe bussen zijn besteld, en dat het allemaal diesels zijn."
Vandenbroucke verwijst naar het interview met minister-president Geert Bourgeois (N-VA) in deze krant (DM 27/2). Bourgeois moedigt transporteurs "die 650.000 km per week afleggen" aan om hun dieselvrachtwagens te vervangen. "Maar de bussen van De Lijn rijden 523.000 km per dag."
De nieuwste diesels stoten dan wel veel minder uit dan hun voorgangers, op het einde van de rit blijven ze vervuilend. Hun groene neven zijn zuiniger, stiller en uit de uitlaat komen geen broeikasgassen of fijn stof. Hybride bussen, die rijden op een mengvorm, vormen een tussenoplossing.
Daarom wil Vandenbroucke dat de regering het aantal hybride, elektrische en waterstofbussen bij elke nieuwe aankoop opdrijft, om zo tegen 2030 geen enkele bus meer te hebben die op diesel rijdt. "Een ambitieuze, maar haalbare doelstelling. De technologie evolueert razendsnel."
Tom Van de Vreken, de woordvoerder van De Lijn, is het hier niet mee eens. Als er nieuwe bussen worden gekocht met belastinggeld, dan speelt ook de prijs een belangrijke rol, zegt hij. "Groene bussen zijn tot de helft duurder. De uitstoot telt mee, maar we moeten er ook rendabel mee kunnen rijden."
Hybride bussen, die de energie tijdens het remmen opslaan in een batterij en weer gebruiken bij het optrekken, zijn geschikt voor de stad, waar er veel wordt gestart en gestopt. "Maar daarbuiten blijken ze niet rendabel. En de technologie voor elektrische en waterstofbussen is nog heel jong", stelt Van de Vreken.
Voorloper
Ook minister Weyts vreest de groene rekening. "De Lijn is een wereldwijde voorloper in het gebruik van hybride en waterstofbussen. We zijn er mee bezig, maar voor sommigen zal het nooit genoeg zijn. De voorstellen van Vandenbroucke zijn gewoonweg onbetaalbaar. Ik ga geen 10 euro per busrit vragen."
Vandenbroucke vindt het inconsequent dat de regering gezinnen en bedrijven aanzet om geen diesels meer te kopen, maar bij De Lijn niet ingrijpt. "Het is spijtig dat Weyts niet eens wil discussiëren over meer groene bussen. Uiteraard is de prijs belangrijk, maar wat zijn de kosten van vervuiling en geluidsoverlast?"
De Vlaamse Klimaatcommissie moet tegen de zomer haar conclusies klaar hebben. Na overleg met ambtenaren, bedrijfsleiders, vakbonden en ngo's zal de Vlaamse regering op een top in november haar nieuwe klimaatbeleid voorstellen.