Direct naar artikelinhoud

10 kwelduivels van de Belgen voor het WK

Als het WK wielrennen nadert, komen de pronostieken onherroepelijk boven. Wij presenteren tien grote kanshebbers op de regenboogtrui, die Gilbert en Boonen zondag het vuur aan de schenen zullen leggen.

Simon Gerrans heeft zich de voorbije weken opgeworpen als grote WK-favoriet. Nadat hij in april met Luik-Bastenaken-Luik al een tweede monument op zijn erelijst had bijgeschreven, stak hij eerder deze maand in het Canadese tweeluik ver boven de rest uit. Zowel in Québec als in Montréal sprintte de Australiër de concurrenten op fietslengten. In Ponferrada krijgt Gerrans een parcours op zijn maat.

John Degenkolb en Spanje, het lijkt een gouden combinatie. Twee jaar geleden stuurde Giant hem naar de Vuelta, de Duitser keerde met vijf stuks naar huis. Dit jaar mocht hij vier keer juichen. In de spurt kan hij ongeveer iedereen de baas. Er rest enkel de vraag over zijn conditie. Vorige week belandde Degenkolb in het ziekenhuis met "lymfeklieren zo groot als pingpongballen".

Fabian Cancellara rest nog maar één doel: het WK. "Voor ik er een punt achter zet, wil ik die wereldtitel op de weg op mijn palmares", zei hij in Antwerpen. Sindsdien stond alles in het teken van zondag. Zelfs het WK tijdrijden - Cancellara heeft al vier van die regenboogtruien - moest wijken, om in tegenstelling tot Firenze nu wel fris aan de start te komen.

Alejandro Valverde is altijd favoriet. In zijn negen deelnames stond hij maar liefst vijfmaal op het podium. Alleen die ene gouden plak ontbreekt. 'El Imbatido' heeft als voordeel dat hij steeds omringd is door sterke ploegmaats. Anderzijds is de rivaliteit tussen de Spaanse toppers zo groot dat ze elkaar het licht in de ogen niet gunnen. Herinner u vorig jaar: Rodríguez was op weg naar goud, maar Valverde liet na de Portugees Rui Costa te neutraliseren.

Joaquim Rodríguez bewijst al meerdere seizoenen dat hij een absolute topper is. Driemaal nummer één op de wereldranking, viermaal op het podium van een grote ronde, tweemaal winst in Lombardije. Dit seizoen is zijn erelijst nog niet bepaald indrukwekkend, dus wil de Catalaan daar in eigen land verandering in brengen. Bovendien zal hij maar wat graag de kater van Firenze doorspoelen.

Vincenzo Nibali is na zijn Tourzege nog nauwelijks in beeld gekomen. Zijn conditionele paraatheid is dan ook een vraagteken. Bovendien is de Italiaan veel meer een ronderenner dan een man voor één dag. In tien profjaren zijn een tweede plaats in Luik en een derde stek in Sanremo zijn beste resultaten in klassiekers. Maar als hij zijn vorm van de Tour kan terugvinden, is hij kanshebber.

Peter Sagan zou bij het begin van het seizoen door zowat elke wielerkenner bovenaan zijn lijstje favorieten zijn gezet. Maar inmiddels lijkt Sagan het winnen verleerd. Geen enkele zege in de Tour, evenmin in de Vuelta, waar hij in de meeste ritten als een van de eersten moest lossen wanneer de weg omhoog liep. Speelde de Slovaak verstoppertje of kan hij niet beter?

Alexander Kristoff heeft dit seizoen een plaats bij de grote jongens veroverd met winst in Milaan-Sanremo en de Vattenfall Cyclassics. Ondanks zijn stevige lijf verteert Kristoff vlot een helling. Dit jaar heeft hij getoond dat hij een van de snelste benen van het peloton heeft. Twee minpunten: zijn gebrek aan WK-ervaring en de kleine Noorse delegatie.

Daniel Martin bewees met een zevende plaats in de Vuelta dat hij klaar is. Tenminste, als hij het geluk aan zijn kant heeft. In april was hij goed op weg om zichzelf op te volgen in 'la Doyenne'. Tot hij in de laatste bocht ten val kwam. In de Giro moest hij al na de eerste rit opgeven. Wie weet kan de Ier dit jaar de opvolger worden van zijn oom, Stephen Roche.

Rui Costa was vorig jaar dé verrassing. Als je driemaal op rij de Ronde van Zwitserland kunt winnen, kun je uiteraard aardig fietsen. En de Portugees is in vorm. Enkele weken geleden moest hij in de GP van Montréal enkel Gerrans voor zich dulden. Costa zal ongetwijfeld zichzelf willen opvolgen. Paolo Bettini was de laatste die daarin slaagde.