Direct naar artikelinhoud

Bonden boos na uitspraken over 'nepsollicitanten'

Werkgevers moeten nepsollicitanten aangeven bij de VDAB, vindt Karel Van Eetvelt (Unizo). De vakbonden reageren schamper. Volgens de VDAB gaat het maar over 3 à 10 procent van de werkzoekenden.

"Unizo heeft duidelijk nood aan vakantie. Ze proberen alleen maar een hetze te creëeren. Misschien met het oog op de regeringsvorming, waarbij werkzoekenden nu al geviseerd worden?", reageert Philippe Diepvents van de socialistische vakbond ABVV schamper. Het ACV spreekt van een "ongezien agressieve aanpak van Unizo".

Van Eetvelt hekelde gisteren in Het Laatste Nieuws zogenaamde nepsollicitaties. Volgens hem zien ondernemers gemiddeld drie keer per jaar een sollicitant die alleen maar bekommerd is om een bewijs dat hij moeite gedaan heeft om te solliciteren. Van Eetvelt maant de werkgevers aan om hen te signaleren bij de VDAB.

Van die suggestie gaan de vakbonden nu op hun achterste poten staan. "Voorstel: iedere sollicitant die geen reactie krijgt op sollicitatie geeft werkgever aan bij VDAB (en Unizo)", suggereerde het ACV via Twitter. "Dat probleem is effectief veel groter dan de nepsollicitaties", zegt ACV-woordvoerder David Van Bellinghen. "We horen ook zeer weinig van de discriminatie op de arbeidsmarkt. Ik zou liever hebben dat de werkgevers daar wat meer aandacht aan besteden."

Van Eetvelt zelf vindt de reactie van de bonden er ver over. "Ik heb alleen geprobeerd om sociale fraude aan te klagen. Dan is zo'n reactie nogal kleintjes."

Volgens de VDAB is het op zich wel een goed idee, maar ze gelooft niet dat het probleem zo verschrikkelijk groot is. Exacte cijfers zijn niet beschikbaar. Het is ook heel moeilijk om na te gaan of iemand een nepsollicitant is. "Naar onze ervaring is slechts 3 procent, tot maximaal 10 procent van de werkzoekenden echt werkonwillig. Vorig jaar hebben we ongeveer 500 dossiers doorgegeven aan de RVA."