Direct naar artikelinhoud

'Turtelboom negeert fundamentele inzichten over gevangenisstraffen'

Gevangenen zitten een steeds groter deel van hun straf effectief uit. Voor minister van Justitie Annemie Turtelboom (Open Vld) een bewijs dat de straffeloosheid wordt aangepakt. Maar niet iedereen is het daarmee eens.

De vervroegde vrijlating van Michelle Martin mag dan het gevoel hebben gewekt dat criminelen in ons land veel te vroeg weer op vrije voeten zijn, een nieuwe studie van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC) wijst in een andere richting. Gevangenen moeten een steeds groter deel van hun straf uitzitten voor ze voorwaardelijk vrijkomen. Vandaag zitten gedetineerden gemiddeld 14,5 maanden langer in de gevangenis dan de dag waarop ze in principe voorwaardelijk vrij konden komen. Begin jaren negentig was dat amper vier maanden.

De strafuitvoeringsrechtbanken, opgericht in 2007, kiezen vaker voor beperkte detentie (overdag werken buiten de gevangenis) en elektronisch toezicht als aanloop naar voorwaardelijke invrijheidstelling. Daardoor loopt de voorwaardelijke invrijheidstelling vertraging op. Bovendien neemt het aantal gevangenen dat zijn straf volledig uitzit gestaag toe. In 2006 kwamen 342 gevangenen pas vrij nadat ze hun volledige gevangenisstraf hadden uitgezeten. In 2011 waren het er al 620.

Senator Rik Torfs (CD&V) spreekt van een verontrustende evolutie. "Gedetineerden vragen minder vaak voorwaardelijke invrijheidstelling aan omdat het steeds moeilijker wordt om die te krijgen. Steeds meer mensen zitten hun straf dus volledig uit en worden na jaren gevangenis zonder enige voorbereiding op de maatschappij losgelaten."

Teken des tijds

Een teken des tijds, vreest Torfs. "Het past in de huidige repressieve cultuur om te zeggen dat criminelen zo lang mogelijk in de gevangenis moeten zitten en zo hard mogelijk gestraft moeten worden. Men verliest daarbij de gedetineerde zelf totaal uit het oog. Een zeer negatieve evolutie. Men zou gedetineerden juist moeten aanmoedigen om voorwaardelijke invrijheidstelling aan te vragen en hen ook kansen geven om aan de voorwaarden te voldoen."

Ook professor strafrecht Ivo Aertsen (KU Leuven) wordt niet warm van de nieuwe statistieken. "Hoe meer gevangenisstraffen je oplegt en hoe langer mensen in de gevangenis zitten, hoe onveiliger de samenleving wordt. Dat is misschien wat kort door de bocht, maar er zit zeker een grond van waarheid in. Men houdt het contraproductieve effect van de gevangenis op de veiligheid in de samenleving niet voldoende voor ogen. De minister negeert bepaalde fundamentele wetenschappelijke inzichten volledig, wat hoge maatschappelijke kosten met zich meebrengt. De straffen die worden opgelegd door ons strafrechtsysteem hebben zeer weinig effect op het terugdringen van recidive en op het veiligheidsgevoel."

Volgens Aertsen heeft de gevangenis wel degelijk een functie, maar dan vooral voor een beperkte groep van gevaarlijke criminelen waartegen de maatschappij beschermd moet worden. "De meeste gedetineerden worden van de gevangenis niet beter. Lange celstraffen maken van hen eigenlijk levende tijdbommen. Uit onderzoek blijkt dat na ongeveer zeven jaar detentie een soort verzadiging optreedt bij de gedetineerde, die dan zeer negatieve gevoelens gaat koesteren ten aanzien van de maatschappij."