Direct naar artikelinhoud

De mediaminister doorgelicht

Van wit konijn tot grijze muis: het rapport van Ingrid Lieten

Bijna een jaar heeft Ingrid Lieten als Vlaams minister de portefeuille Media in haar achterzak zitten. Hoog tijd dus voor een eerste evaluatie. Media.com ging bij een hele reeks toonaangevende spelers op de koffie, en kwam terug met het eerste rapport voor de mediaminister.

Toen Ingrid Lieten op 13 juli vorig jaar de eed kwam afleggen als vicepresident van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, was ze voor het grote publiek een nobele onbekende. Een wit konijn dus. Maar achter de politieke schermen was de verrassing rond de aanstelling van Lieten veel minder groot.

De 46-jarige Limburgse staat immers al meer dan vijftien jaar lang bekend als een trouwe sp.a-partijsoldaat. Die voorliefde voor rood kreeg Lieten met de paplepel ingegoten door moeder Lisette Croes, die carrière maakte als socialistisch provincieraadslid, senator en Vlaams Parlementslid. Lieten zelf studeerde rechten aan de VUB en behaalde daarna ook nog diploma’s in personeelsmanagement, overheidsmanagement, bedrijfsrecht, bestuurskunde en financieel management. Met die diploma’s werd ze in 2002 directeur-generaal van De Lijn. Toen ze in 2006 bekroond werd als Overheidsmanager van het Jaar kreeg ze meteen ook de stempel ‘Machtigste vrouw van Vlaanderen’.

Behoorlijk wat adelbrieven en dus was het niet zo verwonderlijk dat sp.a-voorzitster Caroline Gennez bij haar terechtkwam toen ze ministerposten moest verdelen. Er waren binnen haar partij (te) veel kandidaten en dus was wit konijn Lieten de ideale oplossing om de strijd om de postjes te doen luwen. De verdeling van de portefeuilles, en dan vooral die van Media, was echter nog andere koek.

Kris Peeters, minister-president en de vorige minister van Media, wou eigenlijk graag in die stoel blijven zitten, maar ook sp.a wou kost wat kost het departement binnenhalen. Uiteindelijk werd de knoop pas in de laatste rechte lijn van de onderhandelingen doorgehakt: sp.a haalde zijn slag thuis en Media werd bij Lieten ondergebracht. Die had dan misschien geen ervaring in de sector, ze had in het verleden wel bewezen over voldoende managementscapaciteiten te beschikken om de VRT, toch goed voor het leeuwendeel van het takenpakket, onder haar vleugels te nemen.

Lieten mocht haar managementscapaciteiten meteen in de strijd gooien toen eind september bekend raakte dat de besparingsplannen van de Vlaamse overheid ook een serieuze impact zouden hebben op de openbare omroep. De VRT, die op dat moment al een besparingsplan achter de kiezen had, moest in 2010 nog eens 20 miljoen euro extra besparen. Lieten deed er nog een schepje bovenop door te stellen dat de openbare omroep tegen eind 2011, wanneer de huidige beheersovereenkomst ten einde loopt, uit de rode cijfers moest zijn.

“De VRT maakt al jaren verlies”, liet ze weten. “En dat kan gewoon niet blijven duren. Het huishouden moet tegen eind 2011 op orde zijn.” Dat mocht van de mediaminister bovendien niet op gelijk welke manier gebeuren. De VRT moest vooral in de zogenaamde overheadkosten snoeien, vond ze. De uitgaven voor management en allerhande ondersteunende diensten waren bij de openbare omroep goed voor 16 procent van het budget. Bij De Lijn, het huis dat Lieten beter dan wie ook kent, is dat 3,6 procent. Er was bij de VRT dus nog wel wat besparingsruimte.

Uiteindelijk werd becijferd dat de openbare omroep in twee jaar tijd 65 miljoen euro moest besparen. “Onhaalbaar”, klonk het bij de vakbonden, maar Lieten hield het been stijf. Al werd er toen al wel van uitgegaan dat ze dat niet zou blijven doen. Toen vakbonden en directie met een efficiëntieoefening kwamen die de VRT 44 miljoen zou opbrengen, was de verwachting dat Lieten de rest wel zou bijpassen.

De minister zelf had dat volgens welingelichte bronnen ook graag zo gezien, maar dat was zonder coalitiepartner CD&V gerekend, die op zijn beurt het been stijf hield. Bovendien was ondertussen duidelijk geworden dat de Vlaamse regering geen ruimte meer heeft om nog een toegeving te doen. Maar Lieten heeft nu misschien toch een achterpoortje gevonden om de zich fel roerende ACOD-poot te sussen. Na een onderhoud tussen de minister en de vakbonden deze week lekte uit dat de VRT nu toch gebruik zou kunnen maken van de opgebouwde financiële reserves om de gevolgen van de besparingsoefening af te zwakken.

Hoewel de VRT-besparing een beslissing was van de Vlaamse regering, scoorde Lieten er maar weinig punten mee. Niet alleen omdat de VRT meer moet besparen dan andere Vlaamse administraties, maar ook omdat ze volgens insiders veel te rigide optreedt in dit dossier. Hoewel ze zei dat de besparingen zouden kunnen zonder aan het aanbod te raken, blijkt dat nu onmogelijk. Toch blijft ze aan de 65 miljoen vasthouden. Het aanvankelijke optimisme binnen de VRT, een gevolg van het feit dat een socialistische politica de baas werd, is dan ook al fel getemperd. “Ze zegt veel te willen doen voor de VRT”, luidt het in de wandelgangen, “maar als je ziet wát ze doet...”

Een minister van Media is natuurlijk meer dan een minister van de VRT, en dus organiseerde Lieten tijdens haar eerste jaar als mediaminister een grondige studieronde om zich in de sector in te werken. Die inspanningen zijn niet ongemerkt voorbijgegaan. Zowat iedereen bij wie we gingen aankloppen is het erover eens: Lieten is als mediaminister makkelijk bereikbaar en steeds tot luisteren bereid. Zelden kreeg men zo makkelijk toegang tot een kabinet als dat van Lieten. Maar veel babbelen, onderzoeken bestellen en weekendjes met mediadeskundigen organiseren is niet voldoende om de sector te sussen. Zij willen beleid zien, maatregelen, een visie. Zowat iedereen die we spraken wacht nog steeds met spanning af of Lieten nu ook eens iets zal doen.

“De auto staat nog steeds in neutraal”, horen we. “Het wordt hoog tijd dat de minister hem in versnelling zet.” “Welk beleid?” was de spontane reactie van iemand anders toen we om een oordeel vroegen. De beleidsnota die Lieten eind oktober vorig jaar indiende, levert wat dat betreft weinig inzichten op. Er moet gewaakt worden over de onafhankelijkheid, de pluriformiteit en de de kwaliteit van het medialandschap. Er wordt gewerkt aan een kenniscentrum voor mediawijsheid dat de burgers wegwijs moet maken in de steeds complexere mediawereld. Die ‘mediawijsheid’ wordt vanaf september 2010 opgenomen in de eindtermen voor het onderwijs. Maar concreet wordt het voorlopig allemaal niet.

Kenmerkend is het verhaal van de Staten-Generaal, een initiatief dat - toegegeven - door Lietens voorganger Kris Peeters in het leven werd geroepen. Op 19 maart 2009 kwamen alle grote mediaspelers samen om het over de problemen in hun sector te hebben. Ondanks verwoede pogingen van Peeters, die die dag graag met een protocol over de verloning van freelancejournalisten en -fotografen had uitgepakt, leverde die bijeenkomst geen concreet resultaat op. Maar alle aanwezigen waren er wel van overtuigd dat het een goede aanzet was. Er zou een werkgroep komen die voor concrete voorstellen en aanbevelingen betreffende de werkomstandigheden in de sector zou zorgen. Toen eind april van dit jaar gevraagd werd naar een stand van zaken bleek daar echter nog niets van in huis te zijn gekomen.

“Deze week gaat een onderzoeksopdracht de deur uit”, liet Lieten weten. Dat onderzoek moet de knelpunten in de sector in beeld brengen. Pas wanneer dat is gebeurd kan er een werkgroep worden opgestart. En dat terwijl er begin 2011 alweer een nieuwe Staten-Generaal staat gepland die het deze keer over de veranderende verhoudingen binnen het medialandschap moet hebben.

Dat gebrek aan visie wordt de minister zwaar aangerekend, zeker in een tijdsgewricht waarin het medialandschap razendsnel verandert. De relatie tussen distributeurs, zoals Belgacom en vooral Telenet, en de televisiezenders raakt steeds verzuurder. En tegen 2011, wanneer er met de VRT onderhandeld moet worden over een nieuwe beheersovereenkomst, moet er een duidelijke visie zijn over waar het met de openbare omroep naartoe moet.

“Er zijn twee essentiële vragen”, klinkt het. “Hoe wil je als overheid dat het medialandschap eruitziet en welke maatregelen wil je nemen om het zo georganiseerd te krijgen. Maar daar heeft de minister zich in het afgelopen jaar niet over uitgesproken.” “Ze heeft niet door dat de mediawereld fundamenteel aan het veranderen is”, luidt het ook nog. “Alle vorige mediaministers - met Dirk Van Mechelen als uitschieter - hadden een visie, maar zij is na een jaar nog steeds aan het zoeken.”

Er moeten dus beslissingen genomen worden, maar die schuift Lieten steeds voor zich uit. Het standaardantwoord op vragen over de toekomst van de VRT luidt: “Dat nemen we mee in de gesprekken over de komende beheersovereenkomst.” Maar die beheersovereenkomst komt er pas in 2012 terwijl er, volgens de sector, nu knopen moeten worden doorgehakt.

Neem de commerciële internetactiviteiten van de VRT. Daarmee begeeft de openbare omroep zich uitdrukkelijk in het vaarwater van de grote uitgeversbedrijven, maar ook dat debat wordt voorlopig op de lange baan geschoven. En ook de steeds dominanter wordende positie van Telenet blijft onbesproken.

“Als de minister een kwalitatief, divers media-aanbod wil, dan heeft ze het afgelopen jaar toch niet te best gescoord”, vindt een van onze gesprekspartners. “Er duiken steeds meer buitenlandse televisiezenders op en het verhaal van Exqi bewijst dat de machtsverhoudingen binnen het tv-landschap zo scheefgetrokken zijn dat nieuwe initiatieven quasi geen kans op overleven hebben. Maar buiten een korte verklaring over het verdwijnen van Kanaal Z uit het analoge aanbod hebben we de minister dit jaar niet gehoord.”

Geen positief rapport dus voor minister Lieten, al geeft iedereen wel toe dat er verzachtende omstandigheden zijn. De portefeuille Media is niet meteen een cadeau. “Als je niets doet, is het niet goed, en als je veel doet, is het ook niet goed”, horen we. En: “De mediabedrijven die rechtstreeks de gevolgen van je beslissingen voelen hebben wel degelijk de macht om je te maken of te kraken.” Waarmee er vooral verwezen wordt naar de macht van de televisie. “Zeker in tijden waarin verkiezingen steeds meer op een populariteitspoll gaan lijken, waarbij politici eerder afgerekend worden op hun laatste grap tijdens hun recentste televisieoptreden dan op hun beleidsdaden, is het moeilijk om als mediaminister ingrijpende beslissingen te nemen.”

Bovendien moest Lieten het voorbije jaar geregeld in de bres springen voor haar collega’s binnen de Vlaamse regering. Eerst kreeg ze er de bevoegdheden van Freya Van den Bossche bij tot die terugkwam uit zwangerschapsverlof, daarna viel Vlaams minister-president Kris Peeters van zijn paard, waarna Lieten als vicepresident ook een deel van zijn takenpakket op haar schouders kreeg. Lieten hoste van commissie naar commissie en moest van alles op de hoogte zijn. Er was dus gewoon geen tijd om een beleid te ontwikkelen. Media was maar een van de vele domeinen en haar onderbemande kabinet kon het niet bolwerken om alles op te volgen.

Alsof het nog niet hectisch genoeg was geweest besliste ze - al dan niet onder druk - om ook nog eens op te komen bij de federale verkiezingen. Opnieuw verschoof haar beleidswerk naar de achtergrond en moest er campagne gevoerd worden. Lieten wou immers ook het mandaat van de kiezer. Al vindt niet iedereen dat een verzachtende omstandigheid. “Zij moet zich bij de Vlaamse verkiezingen presenteren, niet bij de federale.”

Die al dan niet terechte verzachtende omstandigheden worden rap vergeten in het dossier over de zoektocht naar de nieuwe VRT-baas. Lieten is zoals gezegd een trouwe partijsoldaat, maar dat kan ook averechts werken.

“Lieten laat zich te veel leiden door de politieke kleur van de mensen met wie ze moet werken”, is een vaak gehoorde kritiek. Met voormalig gedelegeerd bestuurder Dirk Wauters klikte het niet, maar ook met diens opvolger Piet Van Roe is de relatie niet optimaal. Van Roe is immers een liberaal. Toen aan de top van de raad van bestuur van de VRT Guy Peeters (sp.a) vervangen werd door Luc Van den Brande (CD&V), hadden de socialisten plots te weinig in de VRT-pap te brokken. En dus moest Wauters, die aan NV-A wordt gelinkt, plaats ruimen. De problemen die Wauters al langer binnen de VRT had, waren een ideale stok om hem mee te slaan. Dat het nu zo moeilijk is om een nieuwe CEO te vinden heeft met diezelfde politieke voorkeur te maken. Toen vorige week via Knack uitlekte dat Lieten Ludy Modderie had voorgedragen als nieuwe VRT-baas, ging het alarm af aan de Reyerslaan. De onbekende Modderie, de directeur-generaal van het waterbedrijf TMVW, heeft niet alleen geen enkele ervaring in de media, hij is ook een sp.a-man. Veel VRT’ers reageerden geschandaliseerd en vrezen dat met zo’n benoemingspolitiek de openbare omroep teruggekegeld wordt naar de jaren waarin een politieke lidkaart belangrijker was dan wat je kon.

“Een grote inschattingsfout”, luidt het aan de Reyerslaan. “Een fout die ze zich niet meer kan veroorloven.”