Direct naar artikelinhoud

Aantal Afghaanse burgerslachtoffers stijgt met 20 procent in één jaar tijd

Het aantal burgerslachtoffers in Afghanistan, zowel doden als gewonden, is in de eerste tien maanden van dit jaar in vergelijking met 2009 met 20 procent gestegen. Dat hebben de VN gisteren meegedeeld. Meer dan driekwart van de doden en gewonden zijn het gevolg van aanslagen van opstandelingen.

Tussen januari en oktober van dit jaar kwamen in Afghanistan 2.412 mensen om het leven en raakten 3.803 anderen gewond. Dat brengt het totaal op 6.215, twintig procent meer dan vorig jaar. De taliban, maar ook andere opstandelingen, zijn verantwoordelijk voor 76 procent van de slachtoffers. De Amerikaanse troepen en de NAVO, maar ook de Afghaanse politie en het leger zijn verantwoordelijk voor 12 procent van de burgerslachtoffers. Dat is 18 procent minder dan vorig jaar, zegt de VN. Vooral hun luchtaanvallen bleken dodelijk: van de 742 slachtoffers die zij veroorzaakten, waren 162 doden en 120 gewonden het gevolg van luchtafweer. Amerikaanse troepen dropten tussen juni en september 2.100 bommen op het land, dubbel zoveel als in dezelfde periode vorig jaar.

Hoewel de Amerikanen en de NAVO minder doden op hun geweten hebben dan de taliban, zijn waarnemers het erover eens dat het Afghaanse volk vooral hen met de vinger wijst. Een streep door de rekening van David Petraeus, de Amerikaanse opperbevelhebber van de NAVO-troepen in Afghanistan, en zijn voorganger Stanley McChrystal.

Volgens het VN-rapport is het aantal veiligheidsincidenten sinds midden september met 66 procent gestegen. Elke week vinden er gemiddeld drie zelfmoordaanslagen plaats. (SV)