Direct naar artikelinhoud

Minder werklozen, maar niet meer werkenden

Het aantal werklozen staat op het laagste peil in 24 jaar. Toch blijft het aantal werkenden in ons land achterop hinken. De realiteit is dat heel wat uitkeringstrekkers 'verdwenen' zijn uit de statistieken.

Het begint een traditie te worden. Elke keer dat de RVA met cijfers naar buiten komt, klopt minister van Werk Kris Peeters (CD&V) zichzelf op de borst. Zo ook toen gisteren het jaarrapport werd voorgesteld. "De totale uitgaven voor werkloosheid zijn sinds 2014 met 1,1 miljard euro gedaald", klonk het fier. De boodschap: de hervormingen van de minster lonen, en - vooral - meer besparingen op zijn domein zijn absoluut geen goed idee bij de begrotingscontrole.

De cijfers ogen ook indrukwekkend. Met 570.902 uitkeringsgerechtigde werklozen zit ons land op het laagste niveau sinds 1992. De oorzaken zijn divers. Zo is er de bescheiden economische groei die 37.000 extra jobs opleverde. Tegelijk zijn er gewoon minder mensen op de arbeidsmarkt. De babyboom-generatie gaat volop met pensioen. Ten slotte hebben de regeringsingrepen hun effect. De inschakelingsuitkering voor schoolverlaters werd fors strenger, net als de regels voor brugpensioen.

Toch mag het rapport de regering niet geruststellen. Het aantal werkenden blijft paradoxaal genoeg slabakken, stipt het jaarrapport aan. Dat komt omdat de groei toch niet zo groot is als verwacht, maar ook omdat heel wat uitkeringstrekkers simpelweg uit de statistieken verdwijnen.

Wachtuitkering kwijt

Afgelopen jaar zijn er bijna 30.000 schoolverlaters door de hervorming hun wachtuitkering kwijtgespeeld. Van bijna de helft is er geen spoor meer in de RVA-statistieken. Ze krijgen nu allicht een leefloon of leven nu ten laste van hun ouders of partner. Een ander voorbeeld: de bruggepensioneerden worden strenger aangepakt, maar een deel daarvan belandt in de ziekte-uitkering.

De hervormingen van de regering missen daarom deels hun doel. Ons land zit aan een tewerkstellingsgraad van 67,3 procent, stipt de RVA als pijnpunt aan. Dat is het aandeel van de actieve bevolking die effectief een job heeft. De regering zit ver onder de 73,2 procent, de doelstelling die ze zelf heeft voor 2019.

Klinkt technisch, maar de kwestie is cruciaal voor de begroting. Hoe minder mensen aan een job, hoe minder inkomsten en hoe meer (ziekte- of andere) uitkeringen er uitbetaald moeten worden. Help 1 procent meer aan het werk en je bespaart al snel enkele miljarden. Dan moet je zelfs niet hakken in de sociale zekerheid.