Direct naar artikelinhoud

Bruyneel: 'Ik ben de duivel niet'

Ex-ploegleider Johan Bruyneel leek sinds de publieke biecht van Lance Armstrong van de aardbodem verdwenen. Tot nu. 'Ik kan iedereen recht in de ogen kijken. Ik ben de duivel niet.'

Johan Bruyneel staat "te popelen om zijn gedacht te zeggen", zegt hij aan weekblad Humo. Maar hij mag niet van zijn advocaten. "Het wordt toch allemaal tegen mij gebruikt. Zeer frustrerend."

De getuigenissen van ex-renners die stellen dat Bruyneel jonge renners dwong om zich te doperen, raken hem diep. "De aanklachten vallen me zeer zwaar. Vooral omdat ze pertinent onwaar zijn. Ik heb nooit iemands gezondheid in gevaar gebracht. Ik kan iedereen recht in de ogen kijken. Ik ben de duivel niet."

"Door de eenzijdige berichtgeving denkt het grote publiek dat wel, maar ik ben ervan overtuigd dat dat beeld zal omslaan en dat iedereen een beter inzicht zal krijgen in de situatie en, vooral, in een tijdperk."

Op de vraag of Bruyneel spijt heeft, komt geen antwoord. "Ook daar kan ik moeilijk op antwoorden, omdat ik niet in detail kan treden. Wij waren kinderen van onze tijd. Ik hang niet graag het slachtoffer uit, en zo voel ik me ook niet."