Direct naar artikelinhoud

Franse mutsen doen revolutie over

Terwijl hoop en al 15 procent van de Fransen president Hollande nog vertrouwt, drijven rode, gele en groene mutsen de spanning op. De sociale explosie dreigt.

Zijn onze zuiderburen weer in 1789 aanbeland? Wie de brief leest die de prefecten - vertegenwoordigers van de regering in de departementen - aan François Hollande richten, moet het haast geloven.

"In Frankrijk hangt een grimmig klimaat," constateren ze. "Er heerst neerslachtigheid die burgers verhindert in de toekomst te geloven. Op deze voedingsbodem groeien de kiemen van een mogelijke sociale explosie."

De boodschap was dan wel confidentieel, hij belandde gisterochtend in de kolommen van de oppositiekrant Le Figaro. In hun brief stellen de prefecten onder andere vast dat de vakbonden de controle over hun achterban kwijtgeraakt zijn. Daardoor verloopt het sociaal-economische protest met de dag woeliger, zeggen ze.

Voor de Fransen is met name het staatshoofd de gebeten hond. Uit een kersverse peiling van YouGov voor The Huffington Post en i>Télé blijkt dat Hollandes populariteit naar 15 procent teruggevallen is, een nieuw diepterecord. De socialist Hollande, die het Elysée binnenwandelde met een belofte van ruimere sociale rechtvaardigheid, heeft vriend en vijand ontgoocheld.

Antifiscaal Bretagne

Alsof het slechte nieuws niet op kon, raakte gisteren bekend dat de embryonale groei van de voorbije tijd weer naar af is. In het derde trimester kromp de economie met 0,1 procent, zo blijkt uit cijfers van het bureau voor statistiek en economisch onderzoek (Insee). Vorige week had Standard & Poor's de Franse kredietwaardigheid al neerwaarts bijgesteld.

Inmiddels is de onvrede over besparingen, belastingverhogingen en werkloosheid ontaard in een nieuwe protestgolf, de tweede al sinds de massabetogingen tegen het homohuwelijk, vorige winter.

Ontspringen deed de onrust in Bretagne. In die erg door de crisis getroffen regio in het westen liet een los-vast collectief van boeren, arbeiders en zakenlui, kortweg debonnets rouges (de 'rode mutsen'), zich inspireren door een opstand uit 1675. Toen rebelleerden de Bretoenen al roodgemutst tegen nieuwe belastingen die Lodewijk XIV gedecreteerd had. Ook anno 2013 blijkt hun - grimmige - protest in de eerste plaats antifiscaal.

Aanvankelijk moest vooral de 'écotaxe', een groene heffing voor vervuilende truckers, het ontgelden. Gaandeweg traden echter ook Bretonse nationalisten en extreem rechtse groeperingen het verzet bij, al dan niet om het te recupereren.

Net zoals in de zaak-Léonarda, het Rom-meisje dat uit een schoolbus geplukt werd en naar Kosovo teruggestuurd werd, zette de president een stap achteruit door de heffing plots sine die te verdagen. Dat leverde op zijn beurt de boosheid op van de bonnets verts, of groene mutsen. Zij eisen net heel hard dat Hollande voet bij stuk houdt.

Paardenstoeterijen

Nog een andere, politiek evenmin duidelijk afgelijnde groep zijn intussen de bonnets noirs. Voor de zwartmutsen moet de 'fiscale hold-up' tegen kleine en middelgrote ondernemingen stoppen.

Protesteren doen ook de bonnets oranges, eigenaren van paardenstoeterijen die al evenzeer de hoge belastingen aanklagen. De blauwe mutsen pleiten dan weer voor een sterkere politie, hun gele soortgenoten tegen een verhoging van de btw op verzekeringen, de roze voor het buiten de wet stellen - ook nu de maatregel allang is goedgekeurd - van het homohuwelijk.

Hoewel het protest breed gedragen wordt en weleens een kolkend magma kan worden, lijkt het vooral ingegeven door nostalgie naar voormalig president Nicolas Sarkozy, van de centrumrechtse (naar samenwerking met het Front National van Marine Le Pen neigende) UMP.

Ook heeft het verzet niet zelden een racistische ondertoon - zie de maalstroom aan apen- en bananensemantiek waarin de zwarte minister van Justitie Christiane Taubira is aanbeland.

De vreemdeling, zo blijkt uit nóg een peiling, nu van het blad Valeurs actuelles, is sowieso niet langer hartelijk welkom, daar in Frankrijk. Slechts een op de drie ondervraagden noemt migratie "een kans voor het land". Twee derde is het zelfs eens met de zin dat "het beleid meer doet voor migranten dan voor Fransen". In 2006 nog verklaarde minder dan de helft van de burgers zich met deze formulering akkoord.