Direct naar artikelinhoud

Nog tientallen Belgische strijders klaar om naar Syrië te trekken

Tweehonderd Belgen strijden in Syrië, één op de tien legde er ook het loodje. De cijfers circuleren al lang maar werden gisteren door minister van Buitenlandse Zaken Reynders bevestigd. En het einde is nog niet in zicht: nog tientallen staan op het punt te vertrekken.

Uit welke steden de 200 Belgische jihadisten afkomstig zijn, blijkt niet zo gemakkelijk te achterhalen. Veel burgervaders willen op die vraag niet antwoorden. Een telefonische enquête leverde maar een kwart van de door Didier Reynders (MR) genoemde aantallen op, cijfers die ook nog eens verschillen van de aantallen die door het kabinet van minister van Binnenlandse Zaken Joëlle Milquet (cdH) worden gegeven: 100 à 150.

Misschien eerst het goede nieuws: steden als Leuven, Mechelen en Gent zagen naar eigen zeggen nog geen enkele jonge man of vrouw naar Syrië vertrekken om het kalifaat te stichten. "Een kwestie van goed bestuur", lacht burgemeester Bart Somers (Open Vld), "en van goede relaties met islamitische verenigingen, moskeeën en sportclubs. We hebben aldus toch een handvol gegadigden kunnen ontraden. Nochtans kun je niet ontkennen dat we een grote populatie hebben aan Vlaamse Marokkanen, wat precies het profiel is van de meerderheid van de strijders."

Het Antwerpse stadsbestuur laat weten dat er 40 Syriëstrijders zijn, Vilvoorde bevestigde bij monde van burgemeester Hans Bonte (sp.a) dat er 22 zijn, van wie 3 gesneuvelden, 3 meisjes en 3 minderjarigen. "Soms krijgen we ontzettend tragische verhalen", vertelt Bonte. "Zo was er een jongeman die terug naar huis wou, zijn vrouw had schijnbaar op hem in kunnen praten. Hij werd in zijn slaap doodgeschoten.

"Een ander probleem is dat we vaak geen zekerheid hebben over het lot van een Syriëstrijder. Uit verschillende bronnen horen we dat hij gestorven is en ter plekke als 'held' begraven. Maar administratief gezien is er helemaal niets."

"En", vervolgt Bonte, "tot mijn grote spijt moet ik zeggen dat er nog een paar tientallen mensen uit het Vilvoordse zijn die op het punt staan te vertrekken en van wie niemand zou opkijken als ze inderdaad naar Syrië gingen."

Behalve Antwerpen en Vilvoorde staan ook Schaarbeek, Molenbeek, Brussel, Sint-Joost en Anderlecht op de kaart als herkomstgebied van Syriëstrijders. Alleen Schaarbeek gaf een aantal op (3), terwijl uit Molenbeek vorig jaar persberichten kwamen over minstens één vertrek.

De gemeente Maaseik meldt bij monde van haar burgemeester 3 vertrekkers, van wie één gedood, terwijl eerder in andere berichten gesuggereerde gemeenten als Willebroek, Machelen en Zemst officieel verklaren geen weet te hebben van Syriëgangers onder de bevolking.

Weinig perspectief

Maar hoe komt het dat België de lijst aanvoert van West-Europese strijders in Syrië, en dat het zich daarbij zelfs beperkt tot Vlaanderen en Brussel? Burgemeester Bonte zoekt een verklaring in de aanwezige netwerken en de nabijheid van het conflict. 'Wie 's ochtends het vliegtuig neemt, staat tegen de late middag aan de Turks-Syrische grens en heeft niet eens veel geld uitgegeven."

Edwin Bakker, hoofd van het terrorismeonderzoek van de Universiteit Leiden, gelooft eveneens in "netwerken, aangevoerd door charismatische leiders".

"Aangezien ook in Nederland en Denemarken relatief grote groepen werden gevonden, denken sommigen dat het te maken heeft met een sterk anti-islamitisch klimaat in een bepaald land, of tenminste een duidelijke onderstroom in die richting", zegt Bakker. "Maar ik ben daar niet helemaal van overtuigd. Wat me wel intrigeert, is de grote concentratie in pakweg Vilvoorde en Delft, en de relatief kleine aantallen in Amsterdam of de Parijse banlieues. Eén redenering luidt dat er in Amsterdam of Parijs voldoende alternatieven zijn voor een (criminele) carrière.

"We stellen vast dat het gros van deze mensen identiteitsproblemen heeft, een moeilijke jeugd kende en weinig perspectief heeft. Veelal is dit Syriëavontuur een enige kans om zich waar te maken.

"We moeten evenwel een onderscheid maken tussen lui die een jaar geleden uit verontwaardiging vertrokken en zij die nu het vliegtuig nemen, terwijl ze goed weten welke misdaden tegen de mensheid er worden gepleegd. Daarom moeten we in ons discours vooral naar de volgende boodschap: we zullen niet de andere kant opkijken als u zich schuldig maakt aan misdaden tegen de mensheid. Vervolging is gegarandeerd, dat moet ook, wil Syrië zelf een toekomst hebben."