Direct naar artikelinhoud

De vier componenten van de nucleaire winstmarge

1. De billijke marge

De redelijke winstmarge die de kernenergieproducenten Electrabel en SPE-Luminus gegund wordt, rekening houdend met het risicoprofiel van de investeringen en de activiteiten

2. De ‘stranded benefits’

De financiële bonus waarvan de kernenergieproducenten kunnen profiteren dankzij de versnelde afschrijvingen van de zeven nucleaire reactoren (vier in Doel en drie in Tihange). Electrabel schreef voor de vrijmaking van de energiemarkt in 2003 de kerncentrales af op twintig jaar en rekende de afschrijvingskosten door in de eindfactuur van de klant. De economische levensduur wordt echter op veertig jaar ingeschat.

3. De ‘windfall profits’ uit CO2- handel

De extra winst voor de kernenergieproducenten, dankzij het niet doorrekenen van gratis ontvangen CO2-uitstootrechten in de prijs voor gebruikers. Sinds 2005 en tot 2012 krijgen de stroomproducenten CO2-rechten gratis toegekend. Volgens toezichthouder Creg rekenen zij die maar gedeeltelijk door in de prijzen die ze aanrekenen op de groothandelsmarkt. Daardoor maakten ze extra winsten, ten nadele van de gebruikers en tegen de bedoeling in van het systeem van uitstootrechten.

4. De monopolie-spread

Door een gebrek aan concurrentie is de marktprijs hoger dan de werkelijke kost. Electrabel is zo dominant dat de vrije marktwerking belemmerd wordt. Dat levert de kernenergieproducenten bijkomende winst op.