Direct naar artikelinhoud

'Het is niet de bedoeling om ondernemers te pesten'

'Net zoals de fiscus een beetje moet geloven in de goede trouw van de belastingplichtige, moet die laatste ook een beetje geloven in de goede trouw van de fiscus', vindt minister van Financiën Koen Geens. 'Veel ondernemers en zelfstandigen spreken over een heksenjacht. Ik denk dat dat overdreven is.'

Een aantal ondernemers schiet al maanden met scherp op de regering. Een van de punten van kritiek is daarbij de werking van de fiscus. "Er is veel animositeit in bepaalde sectoren over een aantal gerichte controles", stelt de minister. Onder meer over de zogenaamde monsterboetes van 309 procent blijft ongenoegen leven. "Allereerst zou ik willen benadrukken dat die bijzondere aanslag geen nieuwe maatregel is. De 309 procent bestaat al sinds 1977. Maar de aankondiging van de administratie dat zij deze strenger zou gaan toepassen, heeft voor veel ontevredenheid gezorgd."

Hoe gaat u die ontevredenheid wegnemen?

Geens: "Eerder deze maand werd een wet gestemd waarin een faire oplossing werd uitgewerkt. Die komt er eigenlijk op neer dat de zogenaamde monsterboete boven op de gewone belasting niet wordt toegepast wanneer er kennelijk geen kwade trouw in het spel is. Daarnaast ga ik een aantal verduidelijkingen opnemen in een rondzendbrief. Daarin wil ik de hele problematiek zo duidelijk mogelijk uiteenzetten waardoor er geen misverstanden meer kunnen ontstaan."

Zal dat volstaan?

"Ondernemers en zelfstandigen moeten begrijpen dat het niet de bedoeling is hen te pesten. Hopelijk kan heel de heisa die hier nog steeds rond wordt ge-creëerd tot het verleden behoren. Net zoals de fiscus een beetje moet geloven in de goede trouw van de belastingplichtige, moet die laatste ook een beetje geloven in de goede trouw van de fiscus. Er moet van twee kanten aan die vertrouwensband worden gewerkt. Veel ondernemers en zelfstandigen spreken over een heksenjacht. Ik denk dat dat overdreven is. Maar laat ons eventuele problemen inventariseren om er iets aan te kunnen doen."

Komt er een nieuw charter van de belastingplichtige?

"Ik ga nu niet zeggen dat er een groot pact zal zijn. Maar ik wil wel proberen iets te doen aan het ongenoegen dat bestaat. Er zijn al een aantal gesprekken geweest en ik zal dat proces voortzetten. Doel is tot een aantal afspraken te komen voor het parlement met zomervakantie gaat."

Vreest u niet dat de belastingcontroleurs het gevoel zullen hebben dat ze impliciet teruggefloten worden door hun minister?

"Nee, nee, nee. Er is geen reden om de administratie terug te fluiten en dat is ook niet wat ik probeer te zeggen. We moeten wel kunnen uitleggen hoe het controlebeleid in elkaar zit en wat er precies fout zou kunnen lopen. Een minister en een administratie moeten durven luisteren naar wat de mensen op het terrein ervaren. Maar laat er geen misverstand over bestaan: ik wil niet raken aan een correcte belastingheffing of de autonomie van de administratie. Integendeel.

"Op dit ogenblik wil ik vermijden dat er een negatieve sfeer ontstaat. Ondernemers en de fiscus moeten elkaar een beetje kunnen vertrouwen, want zonder vertrouwen is een samenleving niet werkbaar. Op dit ogenblik is het wantrouwen bij een deel van de ondernemers en hun adviseurs zo groot dat ik daar iets aan wil doen."

Hoe reageert de top van de administratie op uw demarche?

"Daar is geen probleem. Zij zijn bereid om te spreken. Natuurlijk moet dat met wederzijds respect gebeuren."

Zal dat de ondernemers geruststellen?

"Als ondernemers nog een zeker vertrouwen hebben in de overheid zou dit een reden moeten zijn om gerustgesteld te worden. Maar ik kan hen niet verplichten om de juiste conclusies te trekken. De fiscus doet ook zijn best. Er is een onlinemeldpunt waar mensen met hun klachten terechtkunnen. Er is een deontologische code uitgewerkt voor federale ambtenaren. We doen ons best om onze mensen zo goed mogelijk aan die deontologische normen te laten beantwoorden. Dat is op zich al een hele prestatie. Het is niet zo dat de ambtenaren van financiën niet integer of bevooroordeeld zouden zijn. Maar ik wil niet negeren dat er misschien problemen zijn."

Verdienen ondernemers meer respect van de overheid?

"Iedereen verdient respect van de overheid. Ondernemers niet meer dan anderen. Maar ook een zeker respect voor de overheid is op zijn plaats. Ik heb het gevoel dat het probleem wel eens aan beide kanten zou kunnen zitten en wil er alles aan doen dat het verdwijnt. Zoals een collega in de regering ooit zei: men kan een paard wel naar het water leiden, maar daarom drinkt het nog niet. Als de perceptie begint te regeren, is het hek helemaal van de dam."