Direct naar artikelinhoud

Sociaal overleg 'mislukt' voor het is begonnen

Een nieuw interprofessioneel akkoord (IPA) is al dood nog voor het is geboren. Het water tussen de sociale partners is nooit eerder zo diep geweest, de polarisatie nooit eerder zo scherp.

De werkgevers en de vakbonden stonden nog nooit zo lijnrecht tegenover elkaar als vandaag. De sociale onrust broeit, terwijl de crisis in ijltempo tot ontslagen en sluitingen leidt. Dat zorgt voor een opbod aan beide zijden van de tafel. En de begrotingsopmaak van de regering-Di Rupo I gooide nog meer olie op het vuur. "De regering is te veel op de eisen van de werkgevers ingegaan en de begroting leidt tot verarming en ongelijkheid", meent ABVV-voorzitter Rudy De Leeuw.

Volgens De Leeuw wordt het sociaal overleg in deze omstandigheden "uiterst moeilijk". Anne Demelenne, de Franstalige topvrouw van het ABVV, gaat nog een stap verder. "Het ABVV zal niet deelnemen aan de bespreking van een nieuw interprofessioneel akkoord (IPA) als er geen onderhandelingsmarge is rond de salarissen." Daarmee pikt ze de opgelegde loonmatiging niet. Het begrotingsakkoord voorziet dat de lonen de komende jaren niet boven de index mogen stijgen, om zo de loonhandicap weg te werken tegen 2018.

Unizo-topman Karel Van Eetvelt waarschuwt dat de sociale partners niet "in de loopgraven mogen kruipen". Tegelijk klaagt hij dat de bedrijven geen perspectief meer hebben om groei te creëren." Het ontbreekt aan echte structurele relancemaatregelen, luidt het bij de werkgevers.

In de wandelgangen klinkt het onbegrip voor de standpunten aan beide zijden nog luider door dan op het publieke forum. Het IPA, dat de basis vormt voor de CAO-onderhandeling in de verschillende sectoren, lijkt al dood nog voor het geboren is. "En toch is onderhandelen de enige optie", zegt Piet Vanthemsche, voorzitter van de Boerenbond en een van de leden van de Groep van Tien die een akkoord moet sluiten.

Een deadline voor een nieuw IPA is er 'officieel' niet, maar de regering wil tegen eind dit jaar al een aantal wetswijzigingen doorvoeren. "We moeten dus snel tot een vergelijk kunnen komen", zegt Pieter Timmermans van het VBO. "Ik doe een oproep aan de vakbonden om geen stellingenoorlog te ontketenen. Daarvoor is de verantwoordelijkheid van de sociale partners te groot."

Alsof de polarisatie nog niet voldoende groot is, ligt ook het dossier rond het eenheidsstatuut, de opheffing van de verschillen arbeiders-bedienden, nog op tafel. De regering legde het 'B-H-V van het sociaal overleg' in het kamp van de sociale partners. Tegen maart moeten zij met een advies komen.

Door het arrest van het Grondwettelijk Hof moet de huidige ongelijkheid tussen arbeiders en bedienden op 8 juli 2013 opgelost zijn. Anders is er juridisch geen andere optie dan de opzegtermijnen voor bedienden toe te passen op de arbeiders die na die datum ontslagen worden. Ook in de uitbetaling van het loon, proefperiode, vakantie, arbeidsongeschiktheid, sociale verkiezingen en paritaire comités moeten de verschillen weggewerkt zijn.

De regeringsleden, die geschoffeerd zijn door de kritiek van de sociale partners, verkneukelen zich en stellen dat die partners het nu zelf maar eens mogen bewijzen.

Jo Libeer van VOKA vreest dat de sociale partners er bijzonder moeilijk uit zullen geraken. "Wat ik zeer betreur, want ik geloof in het sociaal overleg. Alleen is het onvermogen om aan tafel te zitten, op basis van feiten, om met een open vizier te durven discussiëren in functie van een goed project te groot geworden. De druk is immens, en we hebben nood aan een nieuw elan, wars van enige ideologie."