Direct naar artikelinhoud

'Geef Poolse metselaar zelfde loon als Belgische'

Europees commissaris voor Werk Marianne Thyssen wil de loonvoorwaarden voor buitenlandse werkkrachten gelijkschakelen. Grote verschillen zorgen nu voor oneerlijke concurrentie. Vooral in de bouwsector. 'Als er ook voldoende controle komt, is dit een stap vooruit.'

Jaarlijks zijn 150.000 à 160.000 zogeheten gedetacheerden aan het werk in ons land. Een bekend voorbeeld zijn de Poolse metselaars die door hun Poolse werkgever naar hier worden gestuurd om in onderaanneming een huis te bouwen. Volgens Europese wetgeving moeten ze maar het minimumloon betaald krijgen.

Zo ontstaat een enorm verschil in loonlast, klaagt de bouwfederatie. Een Belgische werknemer in de bouw kost dan ook gemiddeld 32,26 euro per uur, terwijl een Poolse collega op dezelfde werf amper 22,69 euro kost. Die laatste is dus gemakkelijk 30 procent goedkoper. Volgens de bouwbedrijven zijn zo in 2014 alleen al 33.000 'Belgische' jobs verloren gegaan. Om dezelfde reden verdwenen in twee jaar tijd ook al meer dan 1.000 banen onder de elektriciens, aldus Volta, de werkgeversorganisatie van de elektrotechnische sector. In de transportsector zijn al enkele duizenden jobs in rook opgegaan.

Europees Commissaris Marianne Thyssen wil die verontrustende evolutie een halt toeroepen door de wetgeving na ruim twintig jaar aan te passen.

Concreet wil Thyssen gelijk loon voor gelijk werk. Dat gaat niet alleen over het 'klassieke' loon, maar ook over een dertiende maand, bonussen, verplaatsingsonkosten of een aanvullende vergoeding bij tijdelijke werkloosheid door slecht weer. Verder wil de ze ook de detachering voortaan beperken in de tijd, tot maximaal twee jaar. Vandaag kan een tijdelijke buitenlandse kracht zolang blijven als zijn werkgever dat wenst.

"Dit is een moedige zet van Thyssen, maar het gaat niet gemakkelijk worden om de concurrentie eerlijker te maken", zegt arbeidsmarktspecialist Jan Denys (Randstad). "De Belgen zijn het stilaan gewoon dat in bepaalde sectoren het werk schijnbaar wat goedkoper kan. De kans bestaat dus dat bedrijven die nu in het wit werken, misschien - opnieuw - in het zwarte circuit duiken. Voortdurende, scherpe controles zijn dus een echte must. Niet alleen in België, maar ook in de landen waar de goedkopere werkkrachten vandaan komen. Dat wordt verre van een simpele opdracht."

Staatssecretaris voor Bestrijding van de Sociale Fraude Bart Tommelein (Open Vld) vindt dat Europa sowieso een stap verder moet gaan. "Zo moeten buitenlandse opdrachtgevers verplicht worden om de sociale bijdragen in het werkland te betalen - België, dus. Wij storten dat bedrag dan wel door naar het land van oorsprong. Het is de enige manier om zeker te zijn dat gedetacheerde werknemers hun sociale zekerheid correct betalen. Dat is noodzakelijk voor eerlijke concurrentie."

Kluwen

Volgens de vakbonden zou het bovendien nog beter zijn om de sociale bijdragen volgens onze regels te innen. "En dus niet volgens die van het land van herkomst", zegt Frank Moreels van de socialistische transportvakbond (BTB). "De bijdragen liggen daar vaak een heel stuk lager (tot 30 procent, red.). Ook dat zorgt ervoor dat het loonverschil veel te groot blijft."

Eurocommissaris Thyssen voelt daar echter zeer weinig voor. "Als we telkens zouden vragen om tijdelijk de socialezekerheidsregels toe te passen van het werkland, dan zou dat leiden tot een onoverkomelijk administratief kluwen", zegt ze. "Bovendien zouden we het werknemers moeilijk maken om hun socialezekerheidsrechten uit te oefenen wanneer ze die nodig hebben."

Morgen neemt de voltallige Europese Commissie het voorstel van Thyssen onder de loep.