IMF maakt 13 miljard euro vrij voor Oekraïne
Een hulppakket tot 13 miljard euro in ruil voor pijnlijke besparingen: dat krijgt Oekraïne van het Internationaal Monetair Fonds. Zonder de hulp dreigt het land bankroet te gaan.
Het Fonds kende het noodlijdende Oekraïne een schijf toe van 14 tot 18 miljard dollar (10,17 tot 13 miljard euro). De som, die uitgekeerd zal worden over een periode van twee jaar, maakt deel uit van een ruimere internationale hulpkorf die 27 miljard dollar (19,6 miljard euro) bevat.
De assistentie heeft evenwel een prijs. "Het IMF en de Oekraïense autoriteiten zijn een economisch hervormingsprogramma overeengekomen waardoor de steun mogelijk wordt," heet het in een communiqué.
Onder druk van het Muntfonds zullen bijvoorbeeld de gasprijzen verhogen. Woensdag maakte het landelijke gasdistributiebedrijf Naftogaz bekend dat de prijzen voor particulieren per 1 mei met 50 procent verhoogd worden. Voor de Oekraïnse industrie komt er een stijging met 40 procent.
Dat de maatregel onpopulair is, staat buiten kijf. De gevallen president Viktor Janoekovitsj weigerde destijds te plooien voor de eisen van het IMF. Maar anderzijds was ook de rest van de hulp aan Kiev afhankelijk van het akkoord met het Muntfonds. Die hulp moet komen van de Europese Unie en de Verenigde Staten.
De economische toestand van Oekraïne, alias 'Griekenland aan de Dnjepr', is erg precair. Het land kreeg zwaar te lijden van de financiële crisis in 2008-2009. Als Kiev vorig jaar niet op de valreep een krediet van drie miljard dollar van Rusland had gekregen, dan was het failliet gegaan. Maar tegelijkertijd is een groot deel van de verstrekte bedragen in de zakken van Janoekovitsj' cliëntelistische netwerk beland.
Voor de nieuwe Oekraïense premier Arseni Jatsenjoek is de verse levenslijn een delicate oefening. Zijn pro-westerse regering geniet enkel de steun van het EU-gezinde en anti-Russisch gestemde deel van de bevolking. De van buitenaf opgelegde afslankkuur dreigt die halve legitimiteit al meteen aan te tasten.