Direct naar artikelinhoud

Broederliefde met roots in China

Ze waren haast elkaars tegenpolen: Mon Van Genechten was een scheutist van volkse komaf uit Geel en Teilhard de Chardin een aristocratische jezuïet uit Frankrijk. China werd hun tweede thuisland. In Mol wordt hun unieke vriendschap belicht in een razend actuele tentoonstelling. Met een vleugje Jef Geys.

Teilhard de Chardin (1881-1955) werd wereldberoemd vanwege zijn bijdrage tot de ontdekking van de homo erectus pekinensis, de pekingmens. Deze Franse jezuïet was een volleerd paleontoloog en naarmate hij zich meer verdiepte in die wetenschap, begonnen ook zijn religieuze zekerheden te wankelen. Volgens De Chardin was de evolutietheorie niet in tegenspraak met het christendom. De hiërarchische oversten van De Chardin legden hem al snel het zwijgen op. Hij werd verbannen naar China.

In China ontmoette de aristocratische intellectueel de volkse scheutist Mon Van Genechten (1903-1974). Die was afkomstig uit Geel, de 'stad der simpelen', in de toen nog erg afgelegen Kempen. Van Genechten was een leerling van Dirk Baksteen, de Nederlandse etser die zelf in 1912 in de leer was gegaan bij Jakob Smits. Van Genechten deelde de opvattingen van De Chardin. In het Jakob Smitsmuseum in Mol loopt nu een tentoonstelling over Van Genechten en De Chardin die in het leven werd geroepen door kunstenaar Jef Geys.

Chinees onder Chinezen

In de jaren 30, in volle Chinees-Japanse oorlog, trok Van Genechten naar China. Aan de katholieke universiteit van Peking leerde hij dat hij moest leven en werken zoals de Chinezen om bij hen het geloof te verspreiden. Net zoals de Vlaamse meesters in de contrareformatie de schilderkunst gebruikten om het evangelie te verkondigen aan de ongeletterde volksmassa's, maakte Van Genechten zich de Chinese kunstvormen eigen om zijn missioneringswerk te kunnen doen.

Hij ging schilderijen en houtsneden maken in de traditie van de literaten. Hij ging in de boeddhistische tempel van Fahai wonen om er de muurschilderingen te kopiëren. Een detail eruit is een van de trekpleisters van de tentoonstelling. Soms zijn de werken aandoenlijk: wanneer er tussen Chinese volksmensen die wroeten om een menswaardig bestaan uit te bouwen, plots een Christus verschijnt die het kruis draagt.

De correspondentie tussen Van Genechten en Teilhard De Chardin en andere archiefstukken vormen een vertrekpunt om hun intieme relatie van nabij te onderzoeken. De twee paters deelden dezelfde passie die ook Jef Geys al zijn hele carrière bezighoudt: wie zijn we, wat doen we hier en wie zijn de anderen? Fundamentele vragen waarop Van Genechten een antwoord zocht in zijn schilderijen en De Chardin in zijn werk als paleontoloog en theoloog.

De tentoonstelling krijgt nog een derde, razend actuele dimensie, door de bijdrage van Inge Godelaine. Zij trok naar China om er de plaatsen te bezoeken waar Van Genechten leefde en werkte. Het resultaat is een reeks foto's en een film in de volkswijken van China. Die sluiten perfect aan bij de tientallen foto's die Van Genechten tussen 1933 en 1946 maakte.

De foto's tonen het 'gesloten' China, het China waar - net als in het katholieke Westen uit de tijd van De Chardin en Van Genechten - geen plaats is voor dissidentie, alleen voor (communistisch) dogma en 'Het Grote Gelijk'. De weg naar de ultieme broederschap tussen mensen, die De Chardin en Van Genechten elk op hun eigen manier wilden uitstippelen, loopt ook vandaag nog dood op de Chinese muur.

Huiswerk

Jef Geys deed zelf ook een paar gevatte ingrepen in de tentoonstelling. Zo schetst hij in een soort plakboek de verbanden tussen de twee paters. hij geeft een overzicht van de geschiedenis van het christendom en hangt complete toespraken van Pius XII en van de hedendaagse kritische theoloog Hans Kung op op strategische plaatsen in de zalen. Zijn Kempense informatieblad gaat dieper in op een aantal facetten zodat de bezoeker met een pak huiswerk naar huis kan.

De tentoonstelling eert Mon Van Genechten als een begenadigd tekenaar én past zijn werk - en dat van Teilhard de Chardin - in een nooit eindigende zoektocht naar universele broederschap.

Door de scherpe linken met het hedendaagse China krijgt het geheel naast een lokale en een universele, ook een actuele dimensie.