Direct naar artikelinhoud

Achttien autofabrieken te veel in Europa

Om de bestaande overcapaciteit in de Europese auto-industrie weg te werken, zouden nog achttien fabrieken van de omvang van Aulnay gesloten moeten worden, zo stelt onderzoeksbureau IHS. Vandaag rolde de laatste auto van de band in de fabriek van PSA Peugeot Citroën.

De sluiting van de fabriek nabij Parijs vormt slechts een stap in de verdere afbouw van de overcapaciteit in de Europese auto-industrie, stellen de analisten van het beurshuis CM-CIC.

De verkoop van auto's op de Europese markt zit op het laagste niveau in twee decennia. Volgens het onderzoeksbureau IHS kunnen de Europese autofabrieken, inclusief de Russische, als ze op volle toeren draaien 26 miljoen auto's per jaar produceren. Dat zijn er 7 miljoen meer dan er in werkelijkheid worden geassembleerd.

"Om de productiecapaciteit in overeenstemming te brengen met de vraag zouden nog achttien fabrieken van de omvang van die van Aulnay gesloten moeten worden", aldus IHS. Om rendabel te zijn moet een autofabriek minstens op 80 procent van zijn capaciteit draaien, zo stelt CM-CIC nog.

De cijfers moeten wel gerelativeerd worden, in die zin dat een theoretische capaciteit met twee ploegen uiteraard kleiner is dan met drie. Zo doet de Audifabriek in Vorst het erg goed, maar die werkt maar met twee ploegen. En in Rusland zijn er plannen om tal van onderbenutte fabrieken te sluiten of af te slanken.

Ford kondigde vorig jaar aan dat het drie fabrieken in Europa gaat sluiten, waaronder die in Genk.