Direct naar artikelinhoud

Zeg nooit nationalist tegen een Waal

Waals minister-president Rudy Demotte hield afgelopen week een pleidooi voor een Waals nationalisme. Het was niet zijn beste idee. 'Bij het woord nationalisme denken Walen aan uitsluiting, racisme, etnische zuivering en Vlamingen.'

Wallonië neemt afscheid van de vakantie met een polemiek. Al is polemiek misschien niet het juiste woord. Om van een polemiek te kunnen spreken moet er ook sprake zijn van op zijn minst een beetje onenigheid. En over de recente uitspraken van hun minister-president Demotte bestaat zeer weinig onenigheid. Een paar uitzonderingen niet te na gesproken, lijkt Wallonië het erover eens dat die met zijn recent pleidooi voor een "positief Waals nationalisme" een zeer forse uitschuiver heeft gemaakt.

Beginnen we dit verhaal bij het begin, afgelopen dinsdag, toen de Waalse minister-president te gast was in Namen, waar hij de nieuwste editie van de jaarlijkse Fêtes de Wallonie mocht komen voorstellen. Demotte verwees tijdens zijn toespraak naar die feesten als de bakermat van het "Waals nationalisme". De Fêtes de Wallonie, zo redeneerde Demotte, zijn dus eigenlijk nationalistische feesten.

En Wallonië kan volgens Demotte best wel wat nationalisme gebruiken. Maar dan moet het wel een nationalisme zijn dat "ook de identiteit van de anderen" erkent. "Ik sta niet voor een hard nationalisme." Demotte zette zich vervolgens nog fel af tegen het Vlaams-nationalisme, dat hij "een stuk venijn voor België" noemde, maar tevergeefs. De storm was al losgebarsten.

Zee van gif

Demotte kreeg voor zijn uitspraken kritiek uit alle mogelijke hoeken. Bovendien - tot overmaat van ramp - kreeg hij er nog een schouderklopje van Geert Bourgeois (N-VA) bovenop. Die had immers getweet dat hij het prachtig vond, een zo belangrijke PS'er die eindelijk het licht had gezien en zich "net als N-VA voor open inclusief nationalisme" had uitgesproken.

Een enkel vergiftigd compliment, dat terechtkwam in een zee van gif.

Zo was er Kamerlid Olivier Destrebecq (MR). Hij liet optekenen dat er, anders dan Demotte had durven beweren, geen goed en geen slecht nationalisme bestaat. "Er is alleen het nationalisme dat we hebben leren kennen tijdens het interbellum en de ramp die daarop gevolgd is. Nog niet zo lang geleden heeft Albert II de gevaren van het nationalisme in herinnering gebracht."

Op de commentaar van een PS-kopstuk was het wachten tot gisterochtend, maar het kwam meteen van de nummer twee binnen de partij, economieminister Jean-Claude Marcourt. Nationalisme, zo verklaarde Marcourt op RTL-radio, "is een begrip met extreem negatieve connotaties. Nationalisme is het terugplooien op zichzelf, terwijl we beter kunnen spreken over een Wallonië dat openstaat voor de wereld."

Marcourt stelde voor om, in plaats van over nationalisme, te spreken over "economisch patriottisme", oftwel "de trots op de dingen die je goed doet". Walen, zo zei Marcourt nog, "doen de dingen immers veel beter dan men hen wil laten geloven".

Al even typerend, ten slotte, was de reactie van Hervé Hasquin (MR), een voormalig minister-president van de Franse Gemeenschap. Hasquin is een groot kenner van het Waals nationalisme, wat op zich niet zo'n hele grote verdienste kan zijn. Volgens de grote kenner bestaat het fenomeen immers niet. "Niemand hoeft boos te zijn over de verklaringen van Demotte," zo verklaarde Hasquin gisteren in De Standaard, "want er bestaat gewoonweg geen Waals nationalisme. Separatisme of rattachisme (stroming die de Waalse aansluiting bij Frankrijk bepleit, JdP) stelt hier niets voor."

Renard of Happart?

Of Hasquin gelijk heeft, en of nationalisme in Wallonië inderdaad een zo goed als onbestaand fenomeen is? Over de stelling valt te discussiëren. Zo is ze zeker historisch zeer betwistbaar. Tijdens de jaren vijftig was er bijvoorbeeld de strijd van André Renard (1911-1962), een in sommige Waalse kringen nog altijd buitengewoon populaire syndicalist die tegelijk een notoir separatist was. Net als twintig jaar later voor José Happart, zijn er argumenten om Renard een nationalist te noemen.

"Maar dat zal men in Wallonië niet makkelijk doen", zegt Marnix Beyen (UA), historicus met een bijzondere belangstelling voor het nationalisme. "Voor een niet onbelangrijk deel is dit natuurlijk een semantische kwestie. Bij nationalisme denkt men in Wallonië aan uitsluiting, racisme, aan etnische zuivering zoals we die in Joegoslavië hebben gezien en aan Vlamingen. Bij nogal wat Walen leeft namelijk het idee dat ze slachtoffers zijn van een soort etnische zuivering door nationalistische Vlamingen, die alles wat Frans sprak uit Vlaanderen hebben verdreven. Denk aan 'Leuven Vlaams', de strijd die in Wallonië niet toevallig bekendstaat als 'Wallons dehors'."

Het was trouwens net om zich tegen het opkomende Vlaams-nationalisme af te zetten dat ooit, aan het eind van de 19de eeuw, de Waalse beweging is geboren. "Die Waalse beweging was een anti-beweging die zich haaks op het Vlaamse nationalisme wilde profileren, en allicht mee daarom het woord nationalisme niet wilde gebruiken."

Het valt hoe dan ook op dat verenigingen of partijen die de Waalse belangen verdedigen zich nooit nationalistisch noemen. Wel gebruiken ze de term 'regionalistisch' of, zoals Marcourt gisteren nog, 'patriottistisch'. "Het is echt wel geen toeval dat Marcourt dat woord gebruikt", zegt Beyen. "Wallonië heeft immers veel minder problemen met het Franse patriottisme, dat je ook kunt definiëren als civiek nationalisme. Het is een vorm van nationalisme die, anders dan het etnische Vlaams-nationalisme, gebaseerd is op de principes van de verlichting en de Franse Revolutie."

Uiteindelijk gaat de discussie hier dus niet alleen maar over semantiek. "Wallonië ziet zichzelf graag als minder gesloten als Vlaanderen," zegt Beyen. "Het inclusieve Wallonië, tegenover het exclusieve Vlaanderen. Je kunt daarover discussiëren, maar ik ben wel geneigd wel een klein eindje mee te gaan in die visie. Wallonië is in elk geval al veel langer dan Vlaanderen een regio die gekenmerkt wordt door migratie."

Aucun problème

Het multiculturele, kosmopolitische Wallonië versus het nationalistische, xenofobe Vlaanderen. Volgens Pascal Verbeken, auteur van twee boeken waarin de verhoudingen tussen Wallonië en Vlaanderen een centrale rol spelen, is die visie kenmerkend voor een belangrijk deel van het Waalse politieke establishment. "Die tegenstelling gaat trouwens al terug op het prille begin van de Waalse beweging", vertelt Verbeken. "Die beweging profileerde zich al van bij het begin als kosmopolitisch, open en ontspannen, tegenover een Vlaamse beweging die werd gebrandmerkt als bekrompen en geborneerd. Daarbovenop kwam onder meer nog het trauma van de Tweede Wereldoorlog. Het was iets wat ik voor het schrijven van mijn twee boeken niet wist, maar de Waalse gedeporteerden mochten pas veel later terugkeren dan de Vlamingen. Dat verhaal leeft vandaag nog altijd heel sterk."

Wallonië als een open en verdraagzame regio. Sommige gezagsdragers zijn zo van het beeld doordrongen dat het haast karikaturaal wordt. Pascal Verbeken noemt het voorbeeld van Paula D'Hondt, ooit in volle Vlaams Bloktijd aangesteld als Koninklijk Commissaris voor het Migrantenbeleid. Toen D'Hondt op bezoek wilde bij toenmalig burgemeester van Charleroi Jean-Claude Van Cauwenberghe (PS), kreeg die te horen dat haar komst overbodig zou zijn. "Il y a aucun problème chez nous", zo liet Van Cauwenberghe weten. Toen diezelfde Van Cauwenberghe tien jaar gelden het volk mocht toespreken tijdens de Waalse Feesten, noemde hij de gemiddelde Waal "Latijns in zijn burgerschap", wat meteen ook een bewijs zou van "zijn vermogen tot integratie".

Van Cauwenberghe zegt zulke dingen niet zomaar, zo zegt Verbeke nog. "Hij raakt met dergelijke stellingen de kern van de Waalse identiteit, die natuurlijk net als de Vlaamse een constructie is. Vlaanderen speelt in de constructie van die Waalse identiteit trouwens een belangrijke rol. Onlangs heeft een Waal me nog gezegd dat de Waalse identiteit gelijkstaat met 'geen Vlaming' zijn."

Of we uit dit alles mogen besluiten dat een pleidooi voor een Waals nationalisme niet het beste idee was van Demotte? "Ik denk het", zegt Verbeken. "De allergie voor alles wat naar nationalisme ruikt, is over het algemeen nog altijd groot. Dat merk ik ook als ik met Waalse vrienden over De Wever praat. Als ik zeg dat niet alles wat hij zegt verwerpelijke rotzooi is, kijken ze me nog altijd onbegrijpend aan.

"Aan de andere kant zie ik ook wel het een en ander verschuiven. Een groeiende groep Walen heeft wel oren naar het discours van De Wever. Zo heb ik ook al met mensen gesproken die in hem een rolmodel zien, en niet langer in stilte dromen van een politieke figuur die Wallonië op dezelfde manier zou kunnen verbinden. Het punt is alleen dat die mensen niet over Waals nationalisme spreken, maar wel over Wallo-Bruxelles. Voor dat 'Plan B' wordt het draagvlak wel steeds groter."

Dat er bezuiden de taalgrens iets verschuift, is ook Marnix Beyen opgevallen. "Mogelijk heeft Demotte daar op willen inspelen. Een serieuze misrekening, lijkt me, want voor een zo expliciet geformuleerd nationalisme zijn de Waalse geesten duidelijk nog niet rijp."