Direct naar artikelinhoud

Obama op zoek naar strategie

President Obama inviteerde donderdag de Republikeinse en Democratische leiders in het Congres voor een diner op het Witte Huis. ‘Dit wordt een bijeenkomst waar ik wil dat we substantieel praten over hoe we de agenda van het Amerikaanse volk voorwaarts kunnen bewegen’, zei Obama.

Hoeveel ruimte er is voor compromis is een open vraag. Uit het Republikeinse kamp kwamen de laatste paar dagen talrijke signalen dat het hard tegen hard kan worden. De Republikeinen willen meteen beginnen met pogingen om Obama’s grootste verwezenlijking, de gezondheidshervorming, ongedaan te maken.

Barack Obama moet zich dus bezinnen over zijn nieuwe positie. Twee historische voorbeelden dienen zich aan: Bill Clinton en Franklin Roosevelt. Net als Obama moest die laatste zijn herverkiezing veilig stellen tijdens een diepe economische crisis: de Grote Depressie van de jaren dertig. Hij deed dat door geen gelegenheid voorbij te laten gaan om zich af te zetten tegen de Republikeinen en Wall Street, die hij consequent de schuld gaf van de Depressie.

Sterker nog: Roosevelt wentelde zich in die clash. “Nooit voordien in onze geschiedenis zijn zoveel krachten vereend geweest tegen één kandidaat als vandaag”, zei hij. “Ze zijn unaniem in hun haat voor mij, en ik verwelkom die haat.”

Een flink deel van Obama’s linkse achterban vindt Roosevelt een te volgen voorbeeld. Zij stellen dat Obama zich de voorbije twee jaar al te inschikkelijk opstelde tegenover de Republikeinen, bijvoorbeeld door te lang naar hun stemmen te hengelen in het gezondheidsdebat. Dat leidde volgens hen tot de opkomst van de Tea Party, die grotendeels aan de basis lag van de zeer negatieve sfeer in de campagne van de president en zijn partij.

De Roosevelt-aanpak ligt echter niet in Obama’s karakter. Zijn hele biografie is die van een bruggenbouwer. In 2008 voerde hij campagne als de man die eindelijk de partijpolitieke tegenstellingen in Washington zou overbruggen. Of hij bereid is om dat imago te laten varen, valt te bezien. Bovendien hadden de Democraten ten tijde van Roosevelt de meerderheid in beide huizen van het Congres. Dat is een luxe die Obama sinds dinsdag niet meer geniet.

De gematigde vleugel van de partij wil dan ook dat Obama het voorbeeld van Bill Clinton volgt. Ook die leed een smadelijke nederlaag bij zijn eerste tussentijdse verkiezingen in 1994, toen hij de meerderheid verloor in het Huis en de Senaat. Clinton kwam terug door naar het politieke centrum te bewegen en een uitgekiende politiek van ‘triangulatie’ te voeren. Dat wil zeggen dat hij een reeks kleinere initiatieven goedgekeurd kreeg door, op basis van doorgedreven peilingen en een nauwkeurig vormgegeven communicatie, voorstellen in te dienen waar de Republikeinen slechts uiterst moeilijk nee op konden zeggen.

Ook Clinton werkte echter in een heel ander politiek landschap dan Obama. De Republikeinen die hem in 1994 klopten onder leiding van Newt Gingrich waren en stuk minder radicaal dan die van vandaag. Zij hadden ook niet te maken met een Tea Party die hen naar rechts dwong.

Conflictlogica

Hoe de kaarten komen te liggen, wordt de komende paar weken en maanden duidelijk. Mogelijk maken de Republikeinen de keuze voor Obama. Als zij het menen met hun voornemen om Obama’s ziektewet te herroepen en de belastingverlagingen voor de rijken van George W. Bush permanent te maken, kan Washington onvermijdelijk in een conflictlogica terechtkomen, waarbij beide partijen lijnrecht tegenover elkaar staan. De ziektewet herroepen kan niet zomaar, Obama kan hierover zijn veto uitspreken.

Hoop

De president kan ook op een andere manier hoop putten uit Clintons wedervaren. De Republikeinse troepen van Gingrich tekenden hun eigen doodsvonnis door te weigeren om Clintons begroting goed te keuren in 1995. Dat leidde toen tot een wekenlange sluiting van alle niet-essentiële overheidsdiensten, waarna het voor Clinton een koud kunstje was om de Republikeinen af te schilderen als onverantwoorde extremisten.

Als de nieuwe Republikeinse meerderheid haar hand op dezelfde manier overspeelt, brengt ze Obama ongewild in positie om in 2012 te doen wat Clinton in 1996 deed: zichzelf na een tussentijdse rammeling alsnog laten herverkiezen.