Direct naar artikelinhoud

'Schrap de pauze'

Jongeren vinden steeds minder de weg naar klassieke concerten. Volgens pianist Stephen Hough ligt dat aan te lange avonden. Hij stelt kortere concerten zonder pauze voor. Een idee dat ook in België bijval krijgt.

Het wegblijven van een jonger publiek is al lang een probleem in de klassieke wereld. Om meer jongeren naar klassieke concerten te lokken, moet de pauze worden afgevoerd en de avond een pak korter worden, denkt de Brits-Australische pianist Stephen Hough die zijn idee beschreef in het Britse weekblad Radio Times. "Ik denk dat we nu moeten overwegen om maar 60 tot 80 minuten muziek te maken, zonder stop", aldus Hough.

Het is een discussie die ook bij ons regelmatig wordt gevoerd, weet VRT-reporter en pianist Vincent Verelst. "Zo'n concertavond is best lang", zegt hij. "Soms koop je een kaartje voor een bepaalde muzikant die dan een half uur speelt. Daar plakken ze dan nog een symfonie achter waarvoor je eigenlijk niet bent gekomen, puur om de avond rond te maken. Ik geef ook grif toe dat ik zelf al in de pauze ben vertrokken."

Nochtans kan het anders. Hough gaf zelf het voorbeeld van een geslaagd - korter - concert dat hij onlangs met de Los Angeles Philharmonic speelde. Iets waarmee ook de Belgische dirigent Dirk Brossé al experimenteerde. "Japanners hebben ooit onderzocht hoe lang het menselijk brein geconcentreerd kan blijven luisteren", zegt hij. "Dat bleek maar tien tot twaalf minuten te zijn. Daarna dwaalt de geest af naar iets anders: het programmaboekje of de haarsnit van de persoon voor je."

Nieuwe formules van kortere stukken in diverse stijlen, waarin tonaliteit en tempo elkaar afwissen, blijken wereldwijd erg succesvol. "Als programmator van het kamerorkest van Philadelphia merk ik zelf dat de aandacht van het doorsnee publiek al na 35 minuten vermindert", zegt Brossé. "Ik wil daar niet helemaal aan toegeven, maar hou er wel rekening mee. Voor de kleinere groep van de kenners kan het allemaal niet lang genoeg duren. Maar uiteindelijk zijn de gewone liefhebbers de grootste groep concertgangers."

Bovendien heeft veel te maken met hoe nieuwe generaties omgaan met het begrip tijd, denkt Brossé. "Kijk maar hoe montage in films van de afgelopen twintig jaar is geëvolueerd. Vandaag moet alles sneller gaan, ook in de muziek. Hough is dus een intelligente man wanneer hij zegt dat concertavonden korter moeten."

Inspanning

Ook Julien Libeer, een van onze meest talentvolle jonge Belgische pianisten, ziet geen graten in het voorstel van Hough. Toch gelooft hij niet dat dit dé oplossing is om jongeren weer naar de concertzaal te lokken. "Dit idee kadert binnen een denkoefening die al twintig jaar wordt gevoerd over de plaats die we ons culturele patrimonium willen geven in de wereld van vandaag", zegt hij. "Sommige formules van concertavonden zijn effectief niet zo gelukkig in een hedendaagse context. Maar of dit idee nu hét succesrecept is, dat weet ik niet."

In de eerste plaats is het een kwestie van jongeren vertrouwd te maken met andere vormen van muziek, denkt Libeer. "Als ik een dag in de stad rondloop, is de kans groot dat ik geen noot Mozart of Beethoven heb gehoord", zegt hij. "Tegelijk gaat er geen dag voorbij zonder dat die ene rapsong of een nummer van Beyoncé passeert. Dat is helemaal niet erg. Maar als we als samenleving de klassieke muziek in ere willen houden, vraagt dat wel een inspanning. Klassiek is een taal die je moet leren. Dat kun je niet per decreet afvaardigen en denken dat het dan wel vanzelf zal gaan."