Direct naar artikelinhoud

Israël bekritiseren is niet hetzelfde als jodenhaat

Ignaas Devisch is filosoof aan de UGent en Arteveldehogeschool.

Wie een kritische noot over de staat Israël de wereld instuurt, krijgt snel de term antisemiet toebedeeld. Dat is ook het geval met cartoonist Luc Descheemaeker nadat die in Teheran een prijs heeft gewonnen met een werk dat zich kritisch uitlaat over de muur die Israël heeft opgetrokken op de Westelijke Jordaanoever. Maar gaat het hier om Jodenhaat?

Natuurlijk begeeft hij zich op glad ijs. Deelnemen aan een Iraanse wedstrijd die in het leven is geroepen als reactie op de publicatie van de Mohammed-cartoons, is jezelf meteen in een politiek spanningsveld plaatsen. Bij het ontstaan van die wedstrijd werd op een Iraanse televisiezender de tendentieuze vraag opgeworpen of er bij de Holocaust inderdaad niet wordt overdreven in termen van aantal doden. Hoewel ik historisch onderzoek hiernaar toejuich en daarom ook gekant ben tegen een negationismewet in België (die wet maakt het ontkennen van de Holocaust strafbaar), gaat een suggestie tot ontkenning mij veel te ver. Er valt niets te ontkennen aan deze horror en de feiten zijn meer dan voldoende aangetoond. Maar of de cartoonist daarmee zelf aan Jodenhaat doet? Ik denk het niet.

Tot daar de anekdote. De kern van het debat is interessanter: de zogeheten uniciteit van de Holocaust. Volgens de voorstanders van de uniciteitsgedachte zou men van alle oorlogen en rampen die de mensheid heeft meegemaakt, alleen de massamoord op de Joden als een holocaust mogen bestempelen. De belangrijkste motivatie hiervoor is dat zelfs nog maar een vergelijking met het leed van de Joden beledigend is, want dat er van alle erge dingen die volkeren zijn aangedaan, altijd nog eentje uit de band springt dat nog erger is, met name de Shoah. Is dat zo?

Men kan terecht argumenteren dat de genocide op de Armeniërs of de Rwandese genocide van een vergelijkbaar allooi zijn en als zeer nadrukkelijke bedoeling hadden hele volkeren van de aardbol te laten verdwijnen, maar daarover gaat het niet. Elk volk - Armeniërs, Rwandezen - dat een afslachting op grote schaal heeft meegemaakt, zal zijn leed als uniek en niet te vergelijken beschouwen, en dat lijkt me niet meer dan logisch. Daarvoor is het trauma te groot.

De kwestie is daarom niet of de Holocaust uniek is - natuurlijk is hij dat - maar waarom die uniciteit niet aan elke genocide mag worden toegekend. Indien Joden de naam holocaust willen reserveren voor hun unieke leed, waarom dan niet meteen erkennen dat het leed van andere volkeren even uniek en onvergelijkbaar is? Ervaart niet iedereen eigen leed als het ergste?

Juist daarom moeten we dit geweld benoemen en erkenning geven, en dat is het tegendeel van relativeren. Bijgevolg zijn de volgende vragen ook van tel: kun je het geweld dat de staat Israël pleegt tegenover Palestijnen vergelijken met wat de Joden is aangedaan, en moet je die suggestie geven? Mijn antwoord is tweemaal neen. Zoals je ook niet alles racisme of nazisme moet noemen, is het onzorgvuldig om zomaar slogans uit hun historische context te halen en ze te vermengen met andere zaken. Wat de Palestijnen wordt aangedaan, is vreselijk, maar van een even grote uniciteit en historische setting als de Holocaust dat was.

Nazistische slogans inzetten tegen Israël is daarom ongepast, zoals Ludo Abicht al aangaf (DM 17/8). Kritiek daarentegen is zeer op zijn plaats, al dan niet in de vorm van cartoons.

Tot slot: wie eist om de term holocaust zorgvuldig te gebruiken omdat vergelijkingen niet opgaan, moet dezelfde logica toepassen op het begrip antisemitisme. Het gaat niet op om elke kritische vraag over Israël als antisemitisch te bestempelen. Zo niet wordt de term relatief en mist hij zijn doel. Dat is betreurenswaardig, want zoals er vandaag veel moslimhaat is, tiert helaas ook antisemitisme welig. Maar Israël bekritiseren is niet hetzelfde als Jodenhaat.