Amnesty hekelt tolerantie schending mensenrechten
Amnesty International zegt in het nieuwe jaarrapport dat te veel overheden schendingen van mensenrechten tolereren bij bondgenoten. De organisatie wijst vooral naar de VS, China en Rusland.
Ook een aantal andere landen krijgen scherpe kritiek omdat ze weigeren mee te werken aan het Internationaal Strafhof in Den Haag, dat oorlogsmisdaden vervolgt. “China, India, Indonesië, Rusland, Turkije en de VS hebben pogingen tot internationale gerechtigheid naast zich neergelegd, zelfs ondermijnd”, verklaarde Claudio Cordone, de plaatsvervangend secretaris-generaal van Amnesty International.
In het nieuwste jaarboek van de organisatie worden mensenrechtenschendingen gedocumenteerd die in 2009 in 159 landen plaatsvonden. Er is sprake van marteling en andere vormen van mishandeling in tenminste 111 landen. In minstens 55 landen zijn oneerlijke processen een gewone praktijk en in 96 landen wordt de vrijheid van meningsuiting beperkt.
Een van de belangrijkste zaken waarin overheden niet hun verantwoordelijkheid namen, is volgens Amnesty die van de Soedanese president Al Bashir. Het Internationaal Strafhof had tegen de man een arrestatiebevel uitgevaardigd, maar de Afrikaanse Unie weigerde daaraan mee te werken. “Een voorbeeld van overheidsfalen waarbij politieke overwegingen boven gerechtigheid voor honderduizenden in Darfoer gingen”, vindt de mensenrechtenorganisatie.
Het gewapend conflict Sri Lanka is volgens Amnesty nog zo’n voorbeeld waarbij de internationale gemeenschap faalde in een gezamenlijk optreden tegen mensenrechtenschendingen. “Er lagen ernstige beschuldigingen op tafel van mogelijke oorlogsmisdrijven door zowel het Srilankaanse leger als door de oppositionele Tamil Tijgers, maar een meerderheid van de VN-Mensenrechtenraad stemde in met een resolutie waarbij de regering van Sri Lanka werd gecomplimenteerd met zijn overwinning.”
Amnesty International zegt dat met miljoenen mensen over de hele wereld die steeds armer worden door de voedsel- en energiecrisis en de financiële crisis, de noodzaak steeds dwingender wordt om schendingen die voortvloeien uit armoede aan te pakken. “Regeringen moeten rekenschap afleggen voor de mensenrechtenschendingen die leiden tot armoede”, zegt Claudio Cordone.
Toch is er volgens Amnesty International ook vooruitgang op het gebied van internationale gerechtigheid. In Latijns-Amerika werd de voormalige president van Peru, Alberto Fujimori, wegens ernstige mensenrechtenschendingen veroordeeld. De laatste militaire president van Argentinië, Reynaldo Bignone, werd veroordeeld voor kidnapping en marteling. Alle processen voor het Speciaal Hof voor Sierra Leone werden afgerond, met uitzondering van het proces tegen de voormalige president van Liberia, Charles Taylor.