Direct naar artikelinhoud

Excuses, tranen en een emmer

Een gebroken man, dat is het beeld dat de advocaten van Oscar Pistorius gisteren van hun cliënt schepten. De paralympiër huilde en stotterde zich door zijn eerste dag als getuige. De familie van zijn vermoorde vriendin kreeg excuses, de rechter een verzoek om de zitting vroegtijdig te beëindigen. 'Ik ben uitgeput.'

"Ik zou van deze gelegenheid gebruik willen maken om mij te verontschuldigen aan mevrouw en meneer Steenkamp, haar familie en kennissen. Ik kan me niet voorstellen welke pijn, welk verdriet en welke leegte ik hen heb aangedaan." Met die woorden richtte Oscar Pistorius zich maandagochtend tot de nabestaanden van de overleden Reeva Steenkamp, die na een onderbreking van meer dan een week, opnieuw hadden verzameld in het Hooggerechtshof van Pretoria.

De atleet, die in een sober zwart pak in de getuigenbank had plaatsgenomen, brak geregeld in tranen uit waardoor hij vaak amper hoorbaar was. Hij zei dat hij aan de antidepressiva en sedatieven zat. "Ik heb schrik om te slapen. Ik heb vreselijke nachtmerries over wat er gebeurd is. Als ik wakker word, ruik ik bloed." Het enige wat de man volgens hem het afgelopen jaar recht heeft gehouden, is zijn geloof. "Mijn god is een god van de toevlucht."

Pistorius, die niet gefilmd wilde worden, werd vervolgens bevraagd door zijn advocaat, Barry Roux. Over zijn kinderjaren en over hoe het was om met twee geamputeerde benen op te groeien, over zijn carrière als meervoudig olympisch kampioen, over zijn moeder die overleed toen hij vijftien was. Pistorius omschreef haar als een bezorgd iemand; ze vreesde, omdat haar man vaak weg was, voor haar veiligheid en sliep daarom met een pistool onder het kussen.

Roux ging ook kort in op hoe mobiel de man was zonder zijn beenprotheses, een cruciaal item in zijn verdediging. Het feit dat hij zijn blades niet droeg op de avond van de moord, kon erop wijzen dat de Zuid-Afrikaan niet met voorbedachten rade schoot. "Ik kan mijn evenwicht moeilijk bewaren op mijn stompen", klonk het.

Pistorius was niet de eerste getuige die gisteren werd opgeroepen. Jan Botha, een forensisch patholoog, ging hem voor. Hij beweerde onder meer dat het mogelijk was dat Steenkamp niet schreeuwde, omdat ze daardoor de kans niet zou hebben gekregen, gezien de vier schoten snel na mekaar gelost werden. Hij stelde ook dat het niet bewezen is dat ze twee uur voor haar dood, om 03.17 uur, nog at. Het openbaar ministerie probeert met die maaltijd de bewering van Pistorius, dat ze om 22 uur samen naar bed gingen, te ontkrachten.

Uitgeput

Terwijl Botha aan het woord was, hield Pistorius geregeld de handen om het hoofd en de vingers in de oren. Een gerechtsmedewerker bracht hem opnieuw een emmer, waarboven hij luidkeels kokhalsde. Datzelfde scenario vond eerder tijdens het proces ook al plaats, toen er beelden van de verwondingen op het lichaam van Steenkamp getoond werden.

Zelf sprak Pistorius ook nog over zijn ervaringen met geweld in het verleden. Hij gaf herhaaldelijk aan schrik te hebben, haalde woninginbraken aan en voorvallen waar hij of iemand anders werd lastiggevallen. En dan volgde plots een andere boodschap. Dat hij moe was. Uitgeput zelfs. "Ik heb de hele nacht niet kunnen slapen." Rechter Thokozile Masipa verschoof daarop de rest van de bevragingen naar dinsdagochtend, met de waarschuwing zo'n ingrepen niet dagelijks kunnen.

Verwacht wordt dat Pistorius nog de hele week aan het woord zal zijn. Hij zal nog meer in detail ondervraagd worden over de dramatisch avond zelf. Hij is immers de enige die precies weet wat er gebeurd is. Als 'Blade Runner' schuldig wordt bevonden, riskeert hij 25 jaar cel.

Wat voorafging

Op 3 maart ging het proces tegen de Zuid-Afrikaanse atleet Oscar Pistorius (27) van start. De man wordt beschuldigd van moord met voorbedachten rade op zijn vriendin en model Reeva Steenkamp (29). Op Valentijnsdag 2013 schoot hij haar, door de badkamerdeur in zijn huis, dood. Een tragisch ongeval volgens Pistorius, die stelt dat hij Steenkamp voor een inbreker hield en uit angst handelde. De openbare aanklager blijft er echter van overtuigd dat de paralympiër heel goed wist wie zich achter de deur, waarop hij vier keer schoot, bevond. Verschillende getuigen zetten die bewering al kracht bij.