Direct naar artikelinhoud

Armoede, dat veelkoppige monster

Armoede is een monster met veel koppen, maar slechts één uitkomst: uitsluiting. Dat is de boodschap die Dure Woorden uitdraagt, de nieuwe literaire tournee van Behoud de Begeerte die gisteren, op de werelddag van verzet tegen armoede, in première ging in de KVS in Brussel.

Eén op de zeven Belgen is arm. In Dure Woorden krijgen zij overtuigend een stem van - onder meer - theatermaker Arne Sierens, schrijver Erik Vlaminck en performer Vitalski.

Omdat ook een ‘kunstencentrum voor literatuur’ met beide voeten in de actualiteit moet staan, riep Behoud de Begeerte Helse Tijden in het leven, een programmareeks over maatschappelijke thema’s als oorlog en religie. Voor Dure Woorden werden zelfs de laarzen aangetrokken, om kniediep in de drek die armoede is, te gaan staan. Het is een drek, zo onderstreept presentator Jos Geysels, die overgeparfumeerd wordt met dure woorden als ‘derdekansperspectieven’ en ‘multifunctionele zelfredzaamheidsprojecten’. Nog zo’n lelijke is het woord ‘ervaringsdeskundige’, al is het een verdomd goede zaak dat heel wat van die ervaringsdeskundigen hun zeg krijgen tijdens de voorstelling.

Strijdvaardigheid

Zo ging schrijver Erik Vlaminck met twaalf mensen in armoede op schrijfweekend en zie je daar het resultaat van in filmpjes. Greet Baart bijvoorbeeld schreef het sprookje Een jongetje Sam, een in ontroerend eenvoudige taal opgesteld verhaal over een jongetje dat bij zijn moeder en zus wordt weggehaald.

Ook de mensen van de sociaal-artistieke werkplaats Tutti Fratelli zijn ‘ervaringsdeskundigen’. Zij zingen en dragen voor en scheppen zo een wat melancholisch beeld van in alcohol en miserie gedrenkte levens. Al klinkt er telkens ook weer strijdvaardigheid in door, een rode draad door de hele voorstelling.

Armoede mag dan wel een veelkoppig monster zijn, je bevecht het toch. Je legt je niet neer bij je uitsluiting uit de maatschappij. Dat deed Lee Stringer, de Amerikaanse schrijver die voorleest uit het autobiografische Aan de grond en verhaalt hoe het potlood waarmee hij schreef hem uit de goot redde. En dat doet ook Dikke Freddy, het legendarische personage van Erik Vlaminck, als ex-straathoekwerker zelf ‘ervaringsdeskundige’. Vlaminck leest een paar van de hilarische brieven voor die hij Dikke Freddy liet schrijven aan “de groene mannen”, de burgemeester van zijn stad, “meneer Neckermans van het reisbureau”, ja, zelfs Bart De Wever. Ze vormen het hoogtepunt van deze Dure Woorden. Bij Jean-Marie Berckmans uitte de strijdvaardigheid zich dan weer in stilistisch vernuftig gefulmineer. Niemand geschikter om die een stem te geven dan zijn vroegere partner in crime Vitalski.

In Altijd prijs schiep theatermaker Arne Sierens een universum van koerkes, slecht eten en ezels die geen geld schijten. Als een vettig Gents pratende gids neemt hij ons ermee naartoe. Hij weet de verstikking in zo’n buurt, zo’n leven vast te zitten, treffend over te brengen. Een interessant optreden ook is dat van de Nederlandse Suzanna Jansen die de dingen met haar voorleessessie in een historisch perspectief plaatst. In Het pauperparadijs volgt zij haar familie vijf generaties terug, op zoek naar de aard en de kern van generatie-armoede, nog zo’n ‘duur woord’. Zo leren we dat honderdvijftig jaar geleden armen als nuttelozen beschouwd werden, nuttelozen die heropgevoed dienden te worden. Dat gebeurde in speciaal daarvoor in het leven geroepen gestichten, ‘koloniën’. Hallucinant, maar moeten we ons de vraag niet durven stellen of de idee achter die gestichten niet dezelfde was als die die vele mensen tegenwoordig nog koesteren, maar niet durven uitspreken: “Armoede heb je alleen aan jezelf te wijten”’.

Het is de kracht van Dure Woorden dat de voorstelling zulke vragen zonder al te veelveel poeha stelt. Ruimte voor taboes is er niet, voor humor en mededogen des te meer. En zo werd de kloof tussen arm en rijk even gedicht, die zondag in de KVS. Heel even.