Direct naar artikelinhoud

Luxemburgers en Oost-Europeanen razen ongestraft door België

Ondanks twee Europese verdragen blijven buitenlandse hardrijders in ons land doorgaans ongestraft. Vooral Luxemburg en Oost-Europese landen staan niet te springen wanneer België om een onmiddellijke inning verzoekt. Een nieuwe Europese wet maakt daar binnenkort komaf mee.

Buitenlanders en verkeersovertredingen: het blijft een oud zeer. Maar al te vaak blijft de Belgische staatskas met lege handen achter wanneer Justitie verkeersovertreders in den vreemde wil beboeten. Bij de politie weten ze intussen beter: buitenlandse chauffeurs die op onze wegen een zware overtreding begaan, worden zoveel mogelijk onmiddellijk staande gehouden en om contante betaling verzocht.

Dergelijke ‘intercepties’ zijn alleen mogelijk bij mobiele politiecontroles. Buitenlanders die met een rotvaart een flitspaal voorbijrijden, glippen vaker wel dan niet door de mazen van het net. En daarbij helpt hun eigen overheid soms graag een handje.

Zo mocht de Belgische Viviane V.L. maar liefst 61 keer ongestraft langs flitspalen rijden in Merksem, Deurne, Berchem en Borgerhout. Maar liefst 16.000 euro zou haar dat gekost hebben, gesteld dat telkens een overschrijvingsformulier in haar bus was gevallen. Dat gebeurde nooit: V.L. reed met de Saab van haar vriend, die in Luxemburg gedomicilieerd was. Op geen enkel moment heeft de Luxemburgse overheid de gegevens over de nummerplaat aan België kenbaar gemaakt. V.L. moet zich nu voor de correctionele rechtbank verantwoorden omdat België alsnog het geld eist en V.L. voor de politierechter bleef volhouden dat ze niet moest betalen.

“Luxemburg is inderdaad bijzonder terughoudend in het meedelen van privacygegevens over zijn inwoners”, zegt Jan Pauwels, woordvoerder van staatssecretaris voor Mobiliteit Etienne Schouppe (CD&V). Strikt genomen is het land daar niet toe verplicht: België heeft alleen met Frankrijk een afdwingbaar, bilateraal akkoord afgesloten om informatie over nummerplaten uit te wisselen. “We onderhandelen momenteel met Nederland, Duitsland en Luxemburg om het akkoord ook daar toe te passen”, aldus Pauwels.

Verder is er het Eucaris-verdrag, dat de Europese informatiestroom over auto’s en rijbewijzen regelt. “Die databank bevat voldoende gegevens om achter verkeersovertreders aan te gaan”, weet Pauwels. “Maar eigenlijk dient ze om terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit te bestrijden.” Ook is er nog het verdrag van Prüm, dat eveneens voorziet in een nummerplaatdatabank, maar dat België niet heeft ondertekend. In 2012 zou daar verandering in moeten komen.

“Dat betekent dat wij, behalve wat Frankrijk betreft, aangewezen zijn op de goodwill van andere Europese landen om te weten wie met welke nummerplaat rijdt”, aldus Pauwels. “En met sommige landen lukt dat beter dan met andere. In het zuiden van Europa reageert men doorgaans traag. Soms komt daar twee jaar na aanvraag pas een antwoord. En hoe meer je in Europa naar het oosten gaat, hoe minder respons je krijgt.”

Door een politiesamenwerkingsakkoord tussen België, Frankrijk, Duitsland en, jawel, Luxemburg zou de informatiestroom net daar het vlotst moeten verlopen. “Maar vanwege de vele vragen die uit ons land komen, heeft Luxemburg zich teruggeplooid op een strikte lezing van het akkoord”, weet Lieselot Bleyenberg van het ministerie van Justitie. “Zij gaan alleen in op vragen uit de Belgische provincie Luxemburg.”

De gebrekkige informatiestroom zou binnenkort tot het verleden moeten behoren. “In december vorig jaar zijn de Europese ministers van Transport onder het Belgische voorzitterschap akkoord gegaan met het principe van cross border law enforcement”, zegt Jan Pauwels. “Daardoor moeten alle 27 de Europese lidstaten voortaan hun nummerplaatdatabanken voor elkaar openstellen.” (SS)