Direct naar artikelinhoud

Te veel rust is nergens goed voor

Twaalf mannen van het Collegium Vocale zingen Schubert, staand op een stoel. 'Wie schön bist du, freundliche Stille, himmlische Ruh.' Tot Josse De Pauw het hemelse gezang brutaal stopt met 'ja ja ja' en het verhaal doet van een oud-SS'er.

Door Ward Daenen

BRUSSEL l Wat het verlangen naar rust en het geloof in het nationaal-socialisme met elkaar te maken hebben, zie je in Ruhe van De Pauw en Muziektheater Transparant.

Ruhe gaat vanavond in première in het kader van het Brusselse Kunstenfestivaldesarts. Het decor is een monumentale hangar op het terrein van Thurn & Taxis. Er staan tweehonderd stoelen in een cirkel. Ze zijn allemaal verschillend en in alle mogelijke richtingen opgesteld. In deze voorstelling vallen podium en tribune samen. Als het publiek (van de generale repetitie die De Morgen bijwoonde) een plek zoekt tussen de zangers, zijn die al aan hun liedrecital begonnen. Ze zingen 'Vorüber die stöhnende Klage', 'Der Entfernten' en andere beroemde Schubertliederen.

Ze dragen geen zwarte pakken maar hun kleren van alledag. Regisseur-acteur Josse De Pauw heeft "alleen een verbod uitgevaardigd op shorts, sandalen en witte sokken". Voor het overige mochten de Collegiumzangers en de acteurs niet van het publiek verschillen.

Josse De Pauw speelt een man die zich aangetrokken voelde tot het nationaal-socialisme. Christenen noemt hij arrogant, Joden profiteurs en de roaring twenties decadent. "Wij vonden dat het eigene weer een plaats moest krijgen." Na de oorlog werd het geweer niet van schouder veranderd. "Ik zie geen kwaad in het ras zuiver houden. Neem de Joden. Geen volk staat zo op zijn ras zuiver houden als de Joden", roept De Pauw, terwijl hij midden in het publiek acteert - ijzersterk alweer.

De monologen die Wijs en De Pauw naar voren brengen, zijn bewerkte teksten uit het boek De SS'ers van Armando en Hans Sleutelaar. De Nederlandse kunstenaars voerden in de loop van de jaren zestig een aantal gesprekken met mensen die in de Tweede Wereldoorlog deel uitmaakten van elitetroepen van de nazi's. De Pauw: "In het boek verschijnen SS'ers niet als monsters maar als mensen met een engagement en een - vaak overdreven - gevoel voor romantiek. Het is allemaal uit de bocht gegaan, maar het is begonnen met zeer herkenbare dingen. Mijn personage, bijvoorbeeld, heeft over de dingen nagedacht. Over kunst zegt hij: 'Ik wil dat de kunstenaar doet wat ik niet kan.' Het is een discours dat je nu op straat kunt horen. Maar hij vervalt nu en dan in vreemde cirkelredeneringen, zoals 'Waar nooit een Jood is geweest, is ook nooit antisemitisme geweest.' Hij is niet intelligent genoeg om het helemaal te verstoppen."

De teksten zijn vandaag nog altijd relevant. De getuigen in het boek maakten tijdens de jaren zestig zelf de link met de oorlog in Vietnam ("waarom is het nu wel goed om tegen het communisme te vechten en toen niet?") en De Pauw trekt de lijn door naar Irak.

Het is niet de eerste keer dat De Pauw met dit interviewboek aan de slag gaat. Voor Brugge 2002 maakte hij de voorstelling SS met nagenoeg hetzelfde tekstmateriaal. "Maar deze nieuwe voorstelling staat dichter bij de mensen." Bovendien is de muziek van Schubert erbij gekomen. De rust wordt in zijn romantische composities bezongen als het 'schoonste geluk op aard'. "Mensen verlangen naar rust of populairder gezegd: 'Eindelijk is alles op orde'", aldus De Pauw. "De zangers doen het ook in de voorstelling. Ze gaan op zoek naar een perfecte harmonie. Alleen zijn de kunsten een vrijplaats waar je op zoek kunt naar harmonie of - dat kan ook - een disharmonie. Maar in een samenleving kun je je dat niet veroorloven. Je kunt niet zeggen: 'Iedereen die vals zingt, vliegt eruit.' Dat is toch het risico, als je doorgedreven gaat zoeken naar rust en orde."

'Ruhe, schönstes Glück der Erde', zingt het Collegium Vocale als Josse De Pauw het toneel verlaten heeft. Dan stappen de zangers van hun stoel en lopen ze naar de andere kant van de hal. 'Ruhe', herhalen ze, tot de noten beginnen weg te zakken en Schuberts harmonieën verglijden in lichtjes verontrustende nachtmerriemuziek (een compositie van Annelies Van Parys). Terwijl de gloeilampen boven onze hoofden langzaam doven, licht de videomontage van beeldend kunstenaar David Claerbout op. Zijn Ruurlo, Bocurloscheweg 1910 lijkt een oude foto, maar bij nader toezien bewegen de bladeren van de grote boom in de voorgrond.

Na de voorstelling halen regisseur en zijn ploeg opgelucht adem. Maar de rust duurt maar even. En er is nog een zinnetje uit de voorstelling blijven hangen. "Je moet iets brengen waar de gewone werkende mens iets aan heeft", maakt het personage van De Pauw een statement over kunst. Of het kritiek is aan het adres van Bert Anciaux en zijn discours omtrent cultuurparticipatie? De Pauw schudt het hoofd: "Je kunt vanuit een voorstelling geen verwijten maken aan mensen. Je kunt via die weg wél begrijpen dat het beter is waakzaam om te gaan met je eigen ideeën en niet te snel te denken dat jij zo goed in elkaar zit dat je in crisissituaties geen foute dingen zou doen. Nadenken is iets waar we maar beter goed op oefenen."

Ruhe gaat vanavond om 20.30 uur in première in Thurn & Taxis, Toegangspoort 16, 86c Havelaan, 1000 Brussel. Ook met Tom Jansen en Dirk Roofthooft (twee acteurs per voorstelling).

Tot 12 mei, www.kunstenfestivaldesarts.be

Josse De Pauw:

In het boek waarop dit stuk is gebaseerd verschijnen SS'ers niet als monsters maar als mensen met een engagement en een - vaak overdreven - gevoel voor romantiek