Direct naar artikelinhoud

Minder streng, maar alleen voor Gentenaars

Volgende maand stelt de Gentse schepen voor Mobiliteit Filip Watteeuw (Groen) zijn definitieve verkeersplan voor in de gemeenteraad. De grote lijnen van zijn draaiboek blijven overeind, wel brachten buurtcomités enkele wijzigingen aan.

Krijgt het circulatieplan in oktober groen licht, dan is de laatste rechte lijn ingezet naar 3 april 2017, D-day voor het verkeersplan. Lees: geen auto's meer in de buurt rond het Gravensteen; de Brabantdam die voor autoverkeer in tweeën is geknipt; en een uitgebreider voetgangersgebied in de historische binnenstad.

Hoofddoel van het plan is de binnenstad te ontlasten van doorgaand verkeer. Want volgens schattingen van het Mobiliteitsbedrijf zijn tot 40 procent van de auto's in de binnenstad wagens die dwars door Gent rijden of de R40 afsnijden.

Daarom worden alle assen voor doorgaand verkeer doorgeknipt. Dat kan door de stad hier en daar een 'knipje' te geven: door de heraanleg van een straat, door (verzinkbare) palen of door camera's met nummerplaatherkenning.

Het doorgaand verkeer weren om de levenskwaliteit te verhogen: het is een van de grote principes van het circulatieplan, zoals dat de Gentse gemeenteraad begin dit jaar werd voorgelegd. Ook nu, negen maanden en tal van vergaderingen later, blijven die principes overeind.

Wat er wel sterker uitkomt, is het vergunningenbeleid voor het voetgangersgebied, zo verzekert Watteeuw. "We hebben bijkomende gesprekken gevoerd, met allerlei partijen: zorgverleners, aannemers, handelaars, mensen met een beperking... Denk aan bewoners die slecht te been zijn en van wie de dochter de boodschappen aan huis brengt met de auto: zoiets moet blijven kunnen. Of een kinesiste die aan huis komt. Of nog: een verhuizing regelen met vrienden en familie. Dat willen wij geen stokken in de wielen steken. Daarom hebben we nu een bezoekerstool uitgedokterd, waarmee we bezoekers kunnen registreren. Zo kunnen we toch garanderen dat inwoners hun normale leven kunnen blijven organiseren. Wat we wel onmogelijk willen maken, is dat auto's de binnenstad binnenrijden die daar op zich niets te zoeken hebben."

Van meet af aan was het de bedoeling dat de buurtcomités inspraak zouden krijgen. En die kregen ook het woord, meent Watteeuw. "Hier en daar is er nog een rijrichting veranderd. Om sluipverkeer tegen te gaan, bijvoorbeeld. Of om te vermijden dat bewoners het blokje om moeten rijden om in hun eigen garage te kunnen rijden."

Maar, zo benadrukt hij, "van toegevingen spreken we eigenlijk niet. Omdat het aanpassingen zijn die het plan er alleen maar beter op maken. We kwamen altijd tot oplossingen binnen de principes. We kunnen die inbreng dus alleen maar toejuichen. De mensen reageren ook overwegend positief: 'Ja, er is naar ons geluisterd.'"

'Gemiste kans'

Klopt, er is geluisterd. Maar niet alle wensen zijn vervuld, en dat laat bij sommige Gentenaars een bittere smaak in de mond na. "Precies omdat wij de grote lijnen van het circulatieplan helemaal onderschrijven", duidt een van de voortrekkers van Code Oranje, het buurtcomité van de wijk Rabot. Hij stak veel energie in de vergaderingen met het mobiliteitskabinet, maar ziet zijn naam liever niet in de krant. "Ook wij willen de buurt doen floreren door doorgaand verkeer te weren. We vonden dat het circulatieplan daar in onze wijk nog niet ver genoeg in ging.

"Maar kijk, wij hebben een concreet voorstel gedaan. Wij hadden een breed draagvlak. Op één punt is de schepen ons gevolgd. Op een aantal andere punten niet. Is dat een gemiste kans? Zo voelt het wel. Maar het is natuurlijk een complex verhaal. In zulke zaken moet je gaan voor het compromis."

Watteeuw: "De voorbije maanden - wat zeg ik? Jaren! - heb ik met zo veel mensen uit zo veel verschillende hoeken gesproken. Dan krijg je zo'n verscheidenheid aan reacties. Eén ding is wel duidelijk: alle Gentenaars zijn bekommerd om hun stad, om hun mobiliteit. En dan die pittige manier van discussiëren; het zijn al boeiende tijden geweest. En het zal nog boeiend blijven."