Direct naar artikelinhoud

Van der Poel bombardeert zich tot favoriet

Niet de Belg, wel de Nederlander van amper 20 start zondag als topfavoriet op het WK in Tabor. Mathieu van der Poel reed Wout Van Aert in de slotmanche van de Wereldbeker in Hoogerheide op ruim een minuut. Hij verzoent zich schijnbaar ijzig kalm met zijn status.

"Imposant. Pure klasse. Wat een show! Hij is één met zijn fiets. Zie hem genieten." Gek maakte Van der Poel ze, daar thuis op de Brabantse Wal. Nu ja, wat heet thuis? "Het was niet mijn Grote Prijs, wel die van 'onze pa'", benadrukte junior. Trainen op het door senior uitgestippelde parcours doet hij nauwelijks. Wat het allemaal niet minder speciaal maakte.

"Die kampioenentrui, het volk, de sfeer, die aanmoedigingen. Ze gaven me vleugels. Fantastisch", genoot hij. "Dit is een van mijn mooiste overwinningen ooit." Van der Poel vierde ze met wapperende Nederlandse driekleur in de handen. "Ik kreeg ze aangereikt in de laatste rechte lijn. En twijfelde niet. Best wel gepast, vond ik, om zo over de finish te komen."

Eén langgerekte demonstratie, was het. Aangevat in ronde één en een dik uur later bezegeld met zijn zevende profzege van het seizoen. Negen minder dan Wout Van Aert, zijn Belgische alter ego. "'Waar ben ik in godsnaam aan begonnen?', vroeg ik mezelf af. Ik vreesde een terugval, temporiseerde even, maar bleef uitlopen. Toen wist ik: ik heb een superdag. Op die paar slippertjes na reed ik de perfecte race. En dat na een loodzware trainingsweek. Ik trek met vertrouwen naar Tabor."

Terecht, die ingetogen euforie. Van Aert, iets later op toerental, en Van der Poel blijven elkaar waard. Maar de laatste WB-manche bezorgde Adrie's zoon wel een kleine mentale voorsprong. Allebei kunnen ze zondag in Tsjechië de jongste profwereldkampioen ooit worden. Allebei gaan ze op hun eigen, specifieke manier om met de groeiende druk, die de topprestaties van de voorbije weken onvermijdelijk met zich mee brachten.

"Ik wil vooral ervaring opdoen. Mijn eerste WK wordt een leerschool", meldde Van Aert. Onzin, vindt Adrie van der Poel dat. "Als je zoiets zegt nadat je een heel seizoen lang hebt gedomineerd, ben je een flauw ventje." Een uitspraak die Mathieu deed glimlachen. "Pa is geen kei in het tactvol verwoorden der dingen. Ik begrijp hem wel. Met zestien zeges mag je best wat meer ambitie tonen, bedoelt hij. Maar het klonk nogal bruut. Bruter dan hij het bedoelde."

Zelf springt hij iets losser om met zijn statuut. Favoriet voor de wereldtitel? Van der Poel blijft er ijzig kalm bij. "Vooruit dan maar. Je zal het mezelf niet horen roepen. Maar ik doe ook geen moeite om het te ontkennen. Ook zonder deze overtuigende zege was dat zo geweest. Het klopt dat het parcours in Tabor me iets beter ligt dan Wout. Als complete renner kan ik overal uit de voeten. Maar mag ik er op wijzen dat ook Van Aert al op alle omlopen heeft gewonnen? Simpel: als je top bent, kan je alles aan. Hij wordt mijn belangrijkste rivaal. Maar afhankelijk van het weer, kan ik er nog een paar opnoemen. Tom Meeusen, op sneeuw en ijs. Kevin Pauwels en Lars van der Haar, als het droog en snel ligt. En wie weet verrast Sven Nys ons allemaal nog een keer."