Direct naar artikelinhoud

Hestia: de politie van de Brusselse zwervers

'Het kan iedereen overkomen', zegt politiechef Jean-Marie Servranckx over de tientallen zwervers die maanden en soms jaren in de Brusselse stations en metrogangen ronddwalen. Zijn team probeert hen weer een menswaardig leven te bezorgen.

nspecteur Olivier heeft de deur van het kleine politiecommissariaat aan de hoofdingang van het Noordstation in Brussel nog niet helemaal in het slot geduwd of hij versnelt al zijn pas, richting de sigarettenrook die opstijgt vanonder een grauwe Mickey Mouse-muts. Als de man zich omdraait, laat hij zich inderdaad betrappen met een brandende sigaret. "Het is Eric, begot! Eric, gij moet intussen toch weten dat ge binnen in het station niet mag roken. Niet!" Eric geeft de politieman in burger - witte sneakers, modieuze vest en een gescheurde jeans - gelijk en dumpt zijn peuk buiten. Olivier: "Onze zwervers weten: ze mogen hier zijn, op voorwaarde dat ze de andere mensen niet ambeterenof andere overlast veroorzaken." Eric Burton kent alle gezichten van Hestia - de vijfkoppige politiecel die genoemd is naar de Griekse god van de haard. "Eric is een vaste klant", zegt Olivier. Eric Burton, knikkend: "Ik hang hier dan ook al dertig jaar rond in gare du Nord."

"Het is een speciale wereld", zegt inspecteur Rudy. Elke dinsdag houden hij en zijn collega's een zittingsdag in het Noordstation. Dan komen zwervers uit alle uithoeken van het land naar hun krap bemeten kantoortje. "Maar we klagen niet", zeggen de inspecteurs. "Het gros heeft ons nodig omdat ze hun identiteitskaart kwijt zijn. En iedereen weet: zonder papieren kan een mens in België niets. Geen bankverrichtingen, niet werken, geen huis huren, niets. Dus ook geen sociale uitkering krijgen." De mannen en vrouwen die denken dat ze onmiddellijk met een pas naar huis gaan, zijn bij Hestia aan het verkeerde adres. "We zijn in de eerste instantie nog altijd een politiedienst. We geloven niet zomaar dat die man of vrouw is wie hij zegt dat hij is", zegt Olivier.

Hun werkwijze gaat doorgaans als volgt: de zwerver zegt zijn naam, geboortedatum en plaats waar hij het laatst woonde. In hun databanken en via het rijksregister snorren de inspecteurs zijn familie op en stellen ze vragen: waar wonen je ouders? Hoeveel broers? Leeftijd? "Er is een voorwaarde voor de persoon die onze hulp wilt: hij moet ooit ingeschreven zijn in België en dus een rijksregisternummer hebben. Is dat niet het geval? DVZ, de Dienst Vreemdelingenzaken."

Zijn collega Rudy knikt: "Stel u voor dat wij een oorlogsmisdadiger een nieuwe identiteit geven. Dat kunnen we ons niet permitteren. En wees gerust: niemand loopt dankzij ons rond met een valse identiteitskaart."

Blauw bloed

In de drie jaar dat Hestia bestaat, verwerkte het team al ongeveer 1.800 bezoeken, goed voor naar schatting 800 zwervers die minstens nog een keer terugkeren naar Hestia. "Waarom de zwervers allemaal naar ons komen? Spijtig om te zeggen: maar ze worden vaak omwille van hun voorkomen of de staat waarin ze verkeren, weggestuurd uit een gewoon commissariaat. Dan krijgen ze te horen dat ze niets meer voor hen kunnen doen omdat ze van ambtshalve geschrapt zijn en dus geen adres meer hebben", zegt Olivier. "Wij nemen onze tijd en luisteren naar hun verhaal. Van de een komt dat er makkelijker uit dan van de andere."

Hun cliënteel - zoals de politiemensen ze zelf noemen - is gevarieerd. Dienstchef Jean-Marie Servranckx: "Prostituees, ex-bajesklanten, drugs- en alcoholverslaafden, maar ook mensen die ooit in een gouden kooi leefden. Zoals onze Ardennais, Philippe. Hij bezat ooit een dikke villa, luxewagens, een jacuzzi en ik geloof zelfs een boot. Hij verloor alles toen zijn transportfirma over de kop ging en ineens zat hij hier. Philippe doolt hier nu al dertien maanden rond. Ik heb hem zopas gezegd dat hij zich moet herpakken. Die man heeft nog altijd een rijbewijs voor vrachtwagens en hij heeft recht op een uitkering. Maar hij haalt dat geld niet eens op. Weet je wat Philippe antwoordde? Dat hij nog een beetje tijd nodig heeft. (draait met zijn ogen) We kunnen niemand verplichten onze hulp te aanvaarden."

Ineens is er hilariteit onder het team. Ze zijn naar eigen zeggen nog een categorie klanten vergeten. "We hebben ook een klant met blauw bloed. Een echte schildknaap met een kleine d in zijn familienaam. Serieus, ik zeg: het kan iedereen overkomen", aldus Jean-Marie Servranckx.

Of hun werk niet frustrerend is? "Neen. Soms hebben we ook echte succesverhalen. Zoals die gast die echt uit het sukkelstraatje wilde geraken. Eens hij zijn attest van verlies van identiteitskaart had, ging hij er ook volledig voor. In no time had hij een referentieadres bij het OCMW en zette hij elke maand een bedrag opzij. Via een uitzendkantoor is hij in een restaurant beginnen werken. Vandaag is hij voor vijftig procent partner in een restaurantje aan zee. Hij is ons onlangs komen bedanken toen hij op weg was voor een vakantie van tien dagen in Gran Canaria."

De politiemannen noemen hun klanten ook bewust zwervers en niet daklozen. "Omdat een klein groepje ook niet echt dakloos is", zegt inspecteur Olivier. "Sommige van de mannen hebben namelijk al een identiteitskaart en huren van hun 791 euro steungeld een studio van meer dan 500 euro. Dan blijft er niet veel over en zitten ze daar tussen hun vier muren. Dan duurt het niet lang voor ze hier weer naast hun oude maten op een bankje een blik bier zitten te drinken."

Toch plezante job

Sommige daklozen dagen ook op bij het Hestia-team terwijl ze weten dat ze gezocht worden en eigenlijk nog voor een poos naar de gevangenis moeten. Servranckx: "We controleren altijd of iemand geseind staat. Als dat het geval is, verwerken wij de administratie en bellen we collega's om hen naar de gevangenis te brengen. Sommigen reageren daar goed op en zeggen dat ze beseffen dat dat eerst achter de rug moet zijn als ze ooit een normaal leven willen. Anderen schreeuwen moord en brand."

Oliver en Rudy knikken: "Zoals die gast die hier onlangs zat met zijn grootmoeder. We zagen in onze computer dat hij nog moest zitten door een veroordeling voor pedofilie. Zijn grootmoeder maakte hier een scène toen we zeiden dat we de kleinzoon zouden laten overbrengen naar de gevangenis. En zei maar zeggen dat ze zo'n brave kleinzoon had. We hebben het haar gezegd: we zien hier op onze computer hoe braaf hij is."

"Hier word je hard zonder het te willen", zegt Jean-Marie Servranckx. "Maar we kunnen ook niet alle miserie me naar huis nemen. En toch, het is zo'n plezante job. Als we nog maar een klein probleempje kunnen oplossen, zijn we al content."