Direct naar artikelinhoud

Gert Steegmans van hemel naar hel

Compiègne l Maandag spurtte hij zich in Gent naar de hemel. Gisteren op weg naar Compiègne viel hij naar de hel. Op 38 kilometer van de aankomst lag Steegmans tegen de grond en kon hij zijn ding niet meer doen in de spurt.

Tom Boonen heeft het ook geweten. In een bloedstollende finale stond hij er zo goed als alleen voor. Geen Steven de Jongh en ook geen Gert Steegmans meer in zijn buurt. Resultaat: Boonen ging pas als vierde door de finish.

"Ons treintje was te vroeg opgebruikt", gaf Steegmans als reden op. "Eerst verloor Tom mijn wiel en ik speelde op mijn beurt het wiel van Steven kwijt. De val eerder in de rit en die duivelse kasseien in de laatste twee kilometer hebben mij genekt."

Op een kleine 40 kilometer van de finish gebeurde het. Een renner ging op een brugje onderuit en Steegmans kon hem niet meer ontwijken. "Voor ik wist wat er gebeurde, lag ik tegen de grond", verduidelijkt de Limburger. "Ik kon er niet meer naast en kwam weer overeind met pijn in de dij. Het tempo van het peloton volgen, ging zonder veel problemen. Volle kracht zetten op de pedalen lukte dan weer niet."

Gistermorgen bij de start in Waregem leefde Steegmans nog altijd op een wolk. Maandag in Gent was een jongensdroom realiteit geworden. Het ongeloof was nog groot.

"Ik kan het nog altijd niet geloven", vertelde hij. "Ach, eigenlijk heb ik Boonen niet geklopt, maar is de winst in Gent het succes van de hele ploeg. Op sportief vlak blijft alles bij het oude. Dat betekent mij verder toeleggen op het voorbereiden van de spurt voor Boonen. Mijn Tour is sowieso toch geslaagd."

Een wandeletappe met een bloedstollend slot. Het was niet echt Tom Boonens ding. "De hele dag word je in slaap gewiegd en in de finale ontploffen plots je benen", haalde hij zijn neus op. En dan moest QuickStep nog alle zeilen bijzetten om de kans op een massaspurt te vrijwaren. "Ik heb de ploeg moeten opofferen. Waardoor ik in de slotkilometers bijna alleen zat en alleen nog kon gokken. Zo lang mogelijk in McEwens spoor blijven was de opdracht, er zo laat mogelijk uitkomen en hem op de streep zo ver mogelijk achter mij laten."

De jackpot zat er niet in. "Het was een bedrieglijk beeld. Cancellara, Zabel en Napolitano hadden op de stenen al vijftig meter voorsprong genomen. Ik spurtte voluit, maar geraakte op de streep pas in hun zog. Een echte massaspurt werd het dus niet."

Maar met een vierde plaats en een bescheiden spurtkloofje op McEwen nestelde Boonen zich toch iets comfortabeler in het groen. "Mooi. Maar ik ga niet weer de fout maken om te veel ineens te willen. Ik blijf in eerste instantie voor die ritzege gaan." (TL/JDK)