Direct naar artikelinhoud

'Dit kan morgen opnieuw gebeuren'

In en rond het mijnwerkersstadje Soma heerst volkswoede. Tegen de mijnuitbater, maar vooral tegen premier Erdogan. Tot die ter plekke verschijnt: dan wordt het stil. 'Deze ramp is het gevolg van het beleid van Erdogan. Maar we hebben dit ook aan onszelf te wijten.'

"Wacht tot de premier hier straks langskomt. Hij mag de wind van voren verwachten", zegt de man die ik aan de badge op zijn jasje als vakbondsmilitant herken. Hij staat vlak bij de mijnschacht waaruit al urenlang niets anders dan dode lichamen worden gehaald. Maar als Erdogan om halfdrie voet aan grond zet op de plek des onheils, merk ik niets van volkswoede. De mensen buigen het hoofd in stilte wanneer hij met zijn gezelschap opduikt uit een stofwolk.

Stof overal hier. Iedereen die zich rond de mijnschacht heeft verzameld, zal 's avonds zand in de douche vinden. Dat geldt zelfs voor de premier. Door honderden agenten beschermd maar weerloos tegen het stof in Soma.

In 2010 gebruikte Erdogan een religieuze referentie om de dood van dertig mijnwerkers in Zonguldak te omschrijven. "Het is het lot van de mijnwerker om de dood in de ogen te kijken", klonk het toen. De slachtoffers van de ramp in Soma kregen vandaag al het predikaat van sehit - martelaar - en die gaan naar de hemel. Het lijkt erop dat het volk dat zich verzameld heeft tussen de mijnschacht en de ziekenwagens daarmee gesust is.

Snel tevreden

Het trapje waarover de slachtoffers naar buiten worden gevoerd, heeft de naam 'trap van de hoop' gekregen. Maar als er urenlang niets dan lijken volgen, vervliegt zelfs de grootste hoop in het stof van Soma. Toch weerklinken geen protestkreten als Erdogan met zijn gevolg voorbij wandelt. Hij praat met de hulpverleners, met de lokale functionarissen, met de top van het bedrijf.

Vlak voor de geïmproviseerde perstribune luistert hij even naar een groepje vrouwen, wellicht echtgenotes van de mijnwerkers.

Wie niet verbaasd opkijkt van dat makke onthaal is Zeyat Usalp, districtsvoorzitter van vakbond Egitim Sen. Hij gelooft niet dat er lessen zullen worden getrokken uit het drama in Soma. "Hier staat een systeem terecht", zegt Zeyat. "Dit is het onvermijdelijke gevolg van het neoliberale beleid van een regering, verblind door groeicijfers en bedwelmd door nepotisme.

"De mijn in Soma was tot voor enkele jaren in staatsbeheer. Sinds ze geprivatiseerd is, gaat het aantal ongevallen crescendo. De controles die hier gebeuren zijn lachertjes en enkel bedoeld om de productie op gang te houden. Je kunt hier een team inspecteurs op bezoek krijgen die het kantoor van de directeur niet verlaten. Er waren nochtans genoeg geruchten over onveilige toestanden in de mijn", weet de jonge vakbondsmilitant.

Usalp: "Maar we hebben het ook aan onszelf te wijten. Ons volk is zo snel tevreden. Vroeger leefden de mensen in de regio van Soma van landbouw en tuinbouw en hadden ze dieren. Maar hier in deze mijn verdienen diezelfde mensen gegarandeerd 1.500 lira (500 euro, DV) per maand. Jij en ik weten dat dit te weinig is voor dergelijk zwaar en gevaarlijk werk, maar hier laten ze er meteen hun akkers en kuddes voor staan.

"Deze ramp is ook het gevolg van de privatisering onder de regering-Erdogan. Aan de macht sinds 2002, met een steeds grotere behoefte aan steeds goedkopere en flexibelere arbeid. Bij de ramp in Zonguldak in 2010 werden lichamen naar boven gehaald van mensen die niet eens een training hadden gekregen om in de mijn te werken." Usalp heeft het over een watervalsysteem van onderaanneming: wie onderaan de ladder staat, betaalt de tol.

"De staat privatiseert de mijn, de mijn zoekt een aannemer om het werk te doen, en die aannemer zoekt op zijn beurt naar de allergoedkoopste arbeidskrachten. Of dat nu Koerden, Turken, Syriërs of Afghanen zijn, dat speelt geen rol. Dat is hier het geval, maar net zo goed bij prestigieuze bouwwerken zoals de aanleg van de derde brug over de Bosporus in Istanbul."

Een bekend fenomeen is het nepotisme dat onder de regering-Erdogan hoogtij viert. De vrouw van de CEO van de Soma Holding, exploitant van de mijn, werd op 30 maart verkozen als provinciaal afgevaardigde van de AK-partij van de premier.

De vraag die volgt, is of zo'n bedrijf in het Turkije van vandaag een doorlichting krijgt die naam waardig. Tekenend is dat de AK-partij een recent voorstel om de mijnbouwsector strenger te controleren, niet heeft willen steunen. Dat voorstel kwam van Özgür Özel, parlementslid van oppositiepartij CHP.

Morbide dimensie

Özel lijkt in Soma zijn gelijk te halen. De weigering van de regeringspartij krijgt een morbide dimensie. Premier Erdogan zal straks dus ook in de spiegel moeten kijken als hij het stof van zijn pak klopt. Democratie wordt niet enkel gemeten in kubieke meters beton.

Turkije scoort slecht op het vlak van veiligheid op het werk, en de economische groei die het land sinds 2002 optekende, heeft dat niet kunnen corrigeren. "De zestiende economie ter wereld staat wat arbeidsongevallen betreft op nummer één in Europa en op nummer drie op wereldvlak. Vijfhonderd arbeidsinspecteurs moeten de meer dan één miljoen geregistreerde Turkse werkplaatsen controleren: onbegonnen werk", zegt Usalp. "Het ware drama van Soma is dat het morgen opnieuw kan gebeuren."