Direct naar artikelinhoud

Tip voor politici: beloof betere wetten

De werkgeversorganisaties hebben gisteren in een persbericht laten weten dat zij de krachten bundelen voor een oproep om betere wetgeving. Volgens Patricia Popelier klinkt die roep steeds luider bij almaar meer partijen. ‘Unizo, VBO, de beroepsvereniging voor de vastgoedsector, de vakbonden en de lokale overheden, zelfs het Vlaams netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen, iedereen vraagt betere wetten.’

De federale en regionale werkgeversorganisaties hebben de krachten gebundeld voor een opmerkelijke oproep aan alle overheden. Zij vragen meer efficiëntie, eerlijke concurrentie tussen de publieke en de private sector, én betere regelgeving. De werkgevers vragen dus niet enkel meer dat de administratieve lasten verminderd worden, zij vragen om een volledig regelgevingsbeleid, op alle overheidsniveaus. Administratieve lastenverlaging is daarvan maar een onderdeel. Betere voorbereiding en regelmatige evaluaties moeten leiden tot minder maar meer toegankelijke en beter voorbereide wetgeving.Die vraag naar ‘betere regelgeving’ komt niet enkel uit de hoek van de werkgeversorganisaties. In de aanloop naar de verkiezingen hebben tal van partijen tal van memoranda opgesteld die betere regelgeving vragen. Er zijn memoranda in die zin opgesteld door de bedrijfswereld (Unizo, VBO en beroepssectoren zoals de beroepsvereniging voor de vastgoedsector), maar ook door de vakbonden (ABVV, ACW) en de lokale overheden (Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten). Zelfs het Vlaams netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen, vraagt om een ernstige uitvoering van de reguleringsimpactanalyse, waarin een armoedetoets is opgenomen. De nood aan betere wetgeving en een beter wetgevingsbeleid is een van de zeldzame zaken waarover de belangenverenigingen het onderling in belangrijke mate eens zijn.De vraag van de werkgeversorganisaties en de andere memoranda komen er niet zomaar. We worden herhaaldelijk geconfronteerd met de gevolgen van slechte wetgeving. Gemeenten klagen over regellast. Energiemaatregelen vormen een groot kluwen. Sociale maatregelen, bijvoorbeeld voor kinderopvang, bereiken hun doelgroep niet. Verwarrende, te vaak gewijzigde, onaangepaste regels zijn niet zomaar vervelend, ze brengen schade toe aan burgers en bedrijven, en ook aan de overheid zelf. De maatschappelijke kostprijs van slechte regelgeving kan moeilijk becijferd worden, maar als men afgaat op de talrijke voorbeelden in de media is ze zonder twijfel aanzienlijk. Dat betekent ook dat met goede wetgeving een belangrijke maatschappelijke winst kan worden geboekt voor iedereen: burgers, bedrijven en de overheid.Goede regelgeving is geen luxeproduct, ook niet in crisistijd. Het is een essentiële vereiste voor wat uiteindelijk een van de belangrijkste overheidsproducten is. Bedrijven voeren kwaliteitscontrole van hun producten hoog in het vaandel en worden er in veel gevallen zelfs wettelijk toe verplicht. De kwaliteitscontrole van wetgeving is ook vandaag maar gedeeltelijk en onvolkomen en ze wordt niet structureel aangepakt. Het is verontrustend dat op het federale niveau zelfs nog geen aanzet is gegeven tot een regelgevingsbeleid. We hinken daarbij achterop op andere landen. Vlaanderen heeft de laatste jaren wel initiatieven genomen, maar er is nog veel werk aan de verwaarloosde wetgevingswinkel. Vlaanderen moet de ambitie hebben om een wetgevingsbeleid te voeren die naam waardig en ook op dat punt een van de beste leerlingen van de Europese klas te worden.Ook vanuit de academische wereld wordt aangedrongen op een beter wetgevingsbeleid. Het Interuniversitair Centrum voor Wetgeving heeft een eigen memorandum opgesteld, waarin het concreet aangeeft hoe een beter wetgevingsbeleid eruit kan zien. Daaruit blijkt dat wetgevingsbeleid niet zoveel geld kost, het vergt vooral aandacht en engagement van de beleidsmakers. Zij moeten wetgeving beter plannen en mogelijke effecten inschatten en opvolgen. Zowel belanghebbende organisaties als minder goed georganiseerde burgers moeten meer systematisch worden geraadpleegd. Hetzelfde geldt voor de diensten en de lokale overheden die onze decreten moeten uitvoeren en handhaven. Door slimmere wetgeving kan de totale omvang van wetgeving worden beperkt. Kabinetten en administraties moeten beter en duidelijker samenwerken. We moeten eveneens beseffen dat de materies die we regelen zich niet houden aan grenzen. Daarom moeten we beter inspelen op Europa en beter samenwerken met andere overheden. Ten slotte moeten we capaciteit opbouwen, via vorming en onderzoek. In Nederland heeft de overheid daartoe een heuse Academie voor Wetgeving uitgebouwd, die op korte tijd een goede reputatie heeft verworven.De belangrijkste boodschap is echter dat we leiderschap nodig hebben, in de regering en in de administratie, op verschillende niveaus.Uiteindelijk komt het eropaan om wetgeving uit te werken op een meer doordachte, gestructureerde, open en zelfkritische wijze. En niet alleen om dat voornemen plechtig te verkondigen in een beleidsverklaring, maar om maatregelen te nemen die waarborgen dat dit voor elk individueel beleidsdossier en voor elke nieuwe rechtsregel effectief gebeurt. De nieuwe Vlaamse regering kan dat waarmaken, als ze zich daartoe wil engageren. Wij hopen op dat engagement, in ieders belang.