Direct naar artikelinhoud

'Niks veranderd in Molenbeek'

Ze hebben lang gezwegen, maar een jaar na de aanslagen in Parijs hebben twee schepenen uit Sint-Jans-Molenbeek er genoeg van. Het hele plan om hun gemeente op te kuisen staat nog nergens, zeggen ze. 'Fundamenteel is er niks veranderd. Nul komma nul.'

Op 14 november, een dag na de aanslagen in Parijs, kondigde minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) aan dat hij Sint-Jans-Molenbeek zou opkuisen. De eerste resultaten, een dikke maand geleden, oogstten alleen maar lof. Meer dan 5.000 woningen en 12.000 personen zijn gecontroleerd, en 589 mensen ambtelijk geschrapt. Politie en justitie bundelden de krachten om meer dan 1.500 vzw's door te lichten, net als 45 gebedshuizen en religieuze verenigingen.

En toch. Toch vinden twee Molenbeekse schepenen voor Ecolo-Groen, Sarah Turine en Annalisa Gadaleta, dat er niks veranderd is.

"De organisaties die ze hebben doorgelicht bestonden vaak alleen nog op papier", zegt Sarah Turine. "Ze hebben een derde van de vzw's gecontroleerd. Niet omdat die iets met drugs of criminaliteit te maken hadden, maar omdat ze administratief niet in orde waren. Ondertussen zijn ze wel met zes politieagenten bij dat vzw'tje binnengevallen. Wat willen ze daarmee bereiken? Het verenigingsleven in Molenbeek klein krijgen? Er is geen enkel dossier in verband met terrorisme uit voortgekomen."

Samenlevingsplan

Volgens Turine is het, na het Kanaalplan, tijd voor een samenlevingsplan. "Het Kanaalplan schiet niet met een kanon op een mug, het schiet er vaak gewoon volledig naast. Zolang we het niet combineren met meer preventie, beter onderwijs en meer cultuurparticipatie, werkt het contraproductief. Er ontstaat een gevoel van wantrouwen en onrechtvaardigheid."

"Veel burgers klagen bovendien dat het Kanaalplan de deur heeft opengezet voor politiegeweld", vult Annalisa Gadaleta aan. "In september nog was er een controle aan metrostation Beekkant die volledig uit de hand is gelopen. Ik heb beelden gezien waarop het lijkt alsof de politie onnodig hardhandig optreedt, al valt het moeilijk te bewijzen. Tegelijkertijd is een deel van het politiekorps zelf vragende partij voor een andere, meer buurtgerichte aanpak."

Zo'n gemeenschapsgerichte politiezorg zou al sinds de politiehervorming van 2000 het basismodel moeten zijn. Maar volgens Paul Jacobs, docent aan de Brusselse politieschool, blijft het dode letter.

"Het zou de ruggengraat moeten vormen voor alle andere politietaken, maar tot nog toe blijft dat windowdressing. In Molenbeek komen agenten alleen buiten om razzia's te houden. Terwijl net die gemeentes nood hebben aan een gemeenschapsgerichte politie, niet Brasschaat of Schoten."

Jacobs kent Sint-Jans-Molenbeek door en door. Hij laat zijn leerlingen aan de politieschool elk jaar kennismaken met de positieve kanten van de gemeente en haar jongeren. Maar vooral de Vlaamse instroom van agenten is onvoldoende gekleurd.

"Ze krijgen een cursus om radicalisering te herkennen, maar dat is volkomen absurd. Iemand die niks van de islam kent, die bakt daar niks van. Die ziet dingen die er niet zijn en zo vergroten dit soort cursussen de kloof met de jongeren nog meer."

Ook de opvolging van jeugdcriminaliteit is een oud zeer in Molenbeek. Als schepen voor Nederlandstalig Onderwijs heeft Gadaleta verschillende kinderen moeten uitsluiten van haar scholen, omdat ze er geen blijf meer mee wist.

"Ik kon de veiligheid van de andere kinderen en het personeel niet meer garanderen. Elke keer blijkt dat het jeugdparket die zaken niet of onvoldoende opvolgt. Er zijn situaties van seksueel overschrijdend gedrag geweest, waarbij de ouders van slachtoffertjes een klacht indienden, en er toch geen justitiële opvolging kwam."

Jeugdcriminaliteit

Gadaleta heeft de schrijnende verhalen opgelijst in een brief aan het ministerie van Justitie. Ze maakt zich oprecht zorgen om het lot van die kinderen. Meermaals is aangetoond dat de terroristen uit Molenbeek in hun jeugd bekend stonden voor kleine en minder kleine criminaliteit. Ze waren bekend bij de politie, maar bleven uit de handen van het parket.

Burgemeester Françoise Schepmans (MR - Open Vld) is enthousiaster dan haar schepenen over de resultaten van het Kanaalplan, maar ook zij vindt dat het beter moet. Ze wijst er fijntjes op dat de federale regering voor de repressieve maatregelen van het plan 39 miljoen euro kon vrijmaken, terwijl de gemeente voor preventie maar 150.000 euro kreeg.

"Daarmee konden we net twee mensen aanstellen voor de begeleiding van gezinnen van Syrië-strijders", zegt burgemeester Schepmans. "Dat is bovendien geld dat we opnieuw kregen van het federale niveau, terwijl we van de regio's, de gemeenschappen of Europa geen euro hebben ontvangen. Nochtans is het hoog tijd dat we werk maken van preventie."