Direct naar artikelinhoud

Verknipte architectuur

Knutselen met gebouwen, tot er een nieuwe architecturale wereld ontstaat. Filip Dujardin verkent in zijn foto's het overgangsgebied tussen realiteit en fictie. Met vaak komische gevolgen.

Waar zouden ze zich toch bevinden, de merkwaardige bouwwerken van Filip Dujardin? En wie heeft ze bedacht en ontworpen? Een vraag die automatisch rijst wanneer je voor het eerst zijn foto's onder ogen krijgt van vreemdsoortige appartementsblokken, desolate huizen op de dool, exorbitante maar nutteloze brugconstructies of woonblokkendozen met een hoek af. Nee, Google Earth zal geen raad brengen en een architectuurcatalogus al evenmin. Maar wacht even. Wordt de zwaartekracht hier niet nogal spitsvondig getart én zitten we soms niet gevangen in een trapsgewijze illusie à la M.C. Escher? Of spreekt ook de locatiekunst van Jan de Cock een mondje mee?

Spoedig daagt het dat hier een geintje wordt uitgehaald en Photoshop zijn kunsten mocht botvieren. Het maakt de beelden van Dujardin niet minder intrigerend. Omdat ze iets unheimisch en tegelijk droogkomisch behouden. Ze bedrijven de kunst van het onmogelijke. Een andere keer zijn ze verrassend concreet, alsof de voormalige Oostblokbouwstijl herleeft, met die grijze, grauwe betondominantie. En wat staat die mysterieuze villa met gesloten luiken daar pardoes in het landschap?

Luchtkastelen

Dujardin creëert luchtkastelen die de verbeelding prikkelen, al is er zelden een levend wezen te bekennen. Des te spannender wordt het als je weet dat de fotograaf gewoon aan de slag ging met foto's van ordinaire gebouwen om en nabij Gent. Dujardin puzzelt er een nieuwe wereld mee, amper een paar hectaren van de onze verwijderd, zo lijkt het. Hij schept "een ironisch genoegen in de surrealistische nevenschikking", schrijft Pedro Gadanho. "Zo onthult zijn 'knutselwerk' onverwachte inzichten in de bouwcultuur en zijn contexten."

Kunsthistoricus, architect en fotograaf Filip Dujardin (°1971) vestigde internationaal zijn naam met deze serie Fictions. Het leverde hem zelfs de bijnaam 'Corbusier van de contemporaine fotografie' op, vooral omdat de reeks tjokvol knipogen naar de architectuur- en kunstgeschiedenis zit. Nu zijn deze imaginaire bouwsels en hybride scheppingen in een fraai boek verzameld, aangevuld met recenter werk. Architecten en theoretici laten hun welsprekende licht schijnen en Dujardin geeft in een interview met Stefan Devoldere opening van zaken: "Ik leg de focus op de intrinsieke kwaliteit van het stedelijk landschap." En: "Ik speel op de grens tussen realiteit en fictie: klopt wat je ziet wel?" Dujardin zet de kijker welbewust op het verkeerde been en slijpt zijn blik bij. Zo wordt een lading Belgische koterijen of zielloze flats omgetoverd tot een apart staaltje modernistische architectuur. Oer-Belgische gebouwen - meestal tegen de achtergrond van een grijze lucht - of dakpannen veranderen in afstandelijke sculpturen. "Mijn beelden hebben soms een zeer 'high-tech' uitgangspunt, maar een 'low-tech' uitwerking. Die spanning vind ik interessant."

In het boek zien we ook de nieuwe horizonten die Dujardin sinds kort verkent. Foto's in opdracht van steden als Guimarães, Deauville of Middelburg bijvoorbeeld. Schuchter gaat de fotograaf zelf weer aan het bouwen zoals in Z33, huis voor actuele kunst te Hasselt, én wordt architect: hij plaatst een sokkel, een schouw of een prefab muurtje. Koele bakstenen interventies in kale ruimtes. Maar ze verleggen het accent.

Dit is slimme fotografie waar je lang naar kunt blijven kijken en die architectuur van haar voetstuk haalt én en passant op scherp zet. Wedden dat u na deze beelden bij uw volgende roadtrip ook gaat spieden naar verknutselbare gebouwen?

Filip Dujardin,Fictions, Hannibal, 120 p., 39,95 euro.