Direct naar artikelinhoud

'Met stemrecht voor 16-jarigen was er geen brexit geweest'

Nozizwe Dube (21) wil onze politici ervan overtuigen om 16-jarigen stemrecht te geven. 'Het is ronduit frustrerend dat de mening van jongeren veel minder politiek gewicht heeft dan die van volwassenen', zegt deze bijzonder strijdlustige jongedame uit Zimbabwe.

Als voorzitter van de Vlaamse Jeugdraad gaat de Belgisch-Zimbabwaanse Nozizwe Dube beslissende weken in. De grote wensdroom van haar organisatie om jongeren vanaf 16 jaar gemeentelijk stemrecht te verlenen, zou weleens werkelijkheid kunnen worden. Sp.a, Groen, CD&V en Open Vld zijn pro, wat betekent dat er in het Vlaams parlement een wisselmeerderheid bestaat om het kiesdecreet aan te passen. Maar de N-VA is tegen en zal na de geplande hoorzittingen moeten beslissen of de afkeer voor het jongerenstemrecht dermate groot is dat ze het voorstel van de Jeugdraad ook effectief wil kelderen. Nozizwe wacht vol ongeduld het verdict af en legt met vuur uit waarom het stemrecht voor 16- en 17-jarigen een bijzonder goed idee is.

"Omdat jongeren volwaardige burgers zijn. Zo eenvoudig is het. Met de Vlaamse Jeugdraad deden we enquêtes in scholen en bij jeugdorganisaties en daaruit blijkt dat jongeren vaak gefundeerde meningen hebben over de dingen die rondom hen gebeuren. Op het lokale vlak zijn ze bijvoorbeeld erg begaan met jeugdinfrastructuur en mobiliteit. Maar ook internationale thema's als klimaat zijn belangrijk. Zij vinden dat jongerenthema's meer op de politiek moeten wegen en zijn bevreesd dat volwassenen beslissingen nemen die de toekomst van de jonge generatie ondermijnen. Daarover liggen ze echt wel wakker. Als je kijkt naar de brexit-stemming, de Amerikaanse verkiezingen en de Franse verkiezingen, dan zie je dat het stemgedrag van jongeren vaak helemaal anders is dan dat van volwassenen. Als 16- en 17-jarigen mee hadden mogen stemmen over de brexit, dan zat Groot-Brittannië zeer waarschijnlijk nog in de Europese Unie."

U zegt eigenlijk dat de wereld met het stemrecht vanaf 16 er helemaal anders zou uitzien. Hillary Clinton zou president zijn van de VS, Groot-Brittannië zou nog volwaardig EU-lid zijn en Marine Le Pen was misschien wel nooit doorgestoten naar de tweede ronde.

Nozizwe Dube: "Zeer waarschijnlijk wel ja. Dat is het frustrerende: veel jongeren hebben een onderbouwde mening over belangrijke thema's die een langetermijnaanpak vergen, maar hun mening heeft veel minder politiek gewicht dan die van volwassenen."

Stemrecht voor jongeren is pas zinvol als die jongeren op school een degelijke burgerschapsvorming krijgen. Dat is momenteel niet het geval.

"Exact, maar dat is een essentieel onderdeel van ons voorstel: het recht om te stemmen moet gepaard gaan met een structurele inbedding van maatschappelijke en politieke vorming in de scholen. Momenteel gaat ons onderwijs daarmee te vrijblijvend om: sommige scholen besteden er aandacht aan, andere veel minder. Uit onze enquêtes blijkt dat jongeren vragende partij zijn voor zo'n vorming. We hebben dat ook aangevoeld na de aanslagen van 22 maart: jongeren hadden grote behoefte om hierover te praten en wilden hun stem laten horen."

Politici zeggen vaak dat jongeren hun allergrootste bekommernis zijn. Jullie lijken die houding eerder als betuttelend te ervaren en willen als kiezer direct mee beslissen over het beleid.

"Als 16-17-jarigen stemrecht hebben, zullen politici meer rekening houden met onze verzuchtingen. Het ene aspect beïnvloedt natuurlijk het andere. In Oostenrijk en bepaalde Duitse deelstaten kunnen 16-17-jarigen al gaan stemmen en uit onderzoek blijkt dat jongeren hierdoor meer interesse krijgen voor het democratische systeem.

"Tegelijk stellen politici zich anders op ten aanzien van jongeren: minder vanuit de hoogte. Om de stem van een 16-jarige te verdienen, moet een politicus meer rekening houden met de mening van die 16-jarige. En dat zal er dan weer voor zorgen dat jongeren een positiever beeld krijgen van de politiek. Zo ontstaat er een opgaande dynamiek."

Waarom ijvert u voor gemeentelijk stemrecht en niet voor stemplicht?

"Omdat we weten dat niet alle 16-jarigen klaar zijn om te gaan stemmen. We vinden dat geen zwakte. Je kunt niet verwachten dat alle jongeren plotseling enthousiast naar het stemhokje zullen gaan.

"Maar een significant deel van de jongeren wil wél deelnemen aan het politieke proces en is van mening dat hun thema's meer aandacht moeten krijgen."

Voor alle duidelijkheid: jullie eisen stemrecht, dit gaat niet over het recht om als 16-17-jarige ook als mandataris verkozen te worden.

"O, we staan open voor dat debat, hoor. Maar voorlopig voeren we alleen actie voor het stemrecht: dat is al moeilijk genoeg. Maar misschien is het wel logisch dat jongeren vanaf hun 16de in de gemeenteraad kunnen zitten."

En uzelf. Voelt u zich geroepen om in de politiek te gaan?

(begint te lachen) "Iedereen vraagt me dat!"

En antwoordt u dan altijd met die brede smile waarmee u waarschijnlijk wilt zeggen dat u niets uitsluit?

"Ik ben daar niet mee bezig. En neen, ik ben ook nog niet door een politieke partij gevraagd. Ik concentreer me nu op mijn rechtenstudies en op mijn engagement voor de Vlaamse Jeugdraad. Ik vind actief zijn in het middenveld heel belangrijk. Als ik zie hoe de Vlaamse Jeugdraad essentiële, maar verwaarloosde thema's op de agenda krijgt, dan besef ik keer op keer hoe essentieel zo'n organisatie is."

Over welke verwaarloosde thema's gaat het dan?

"Onder andere over het psychisch welzijn van jongeren: dat is voor ons een prioriteit. In Vlaanderen plegen meer jongeren zelfmoord dan in de ons omringende landen. Het is de hoogste tijd dat we ons vragen beginnen te stellen over de prestatiedruk en over het tekort aan psycho-educatie in onze scholen. We organiseerden daarover debatten met experts en daaruit bleek dat scholen heel intensief bezig zijn met rationale zaken, maar geen plaats maken voor gevoelens. Jongeren geraken niet weg met hun emoties, waardoor het risico op psychische problemen toeneemt. Het beleid moet hier echt aan de bak en voor concrete oplossingen zorgen.

"Wij hebben zeker niets tegen initiatieven zoals de Rode Neuzen Actie omdat die het taboe rond psychische problemen bij jongeren verkleint. Maar sensibilisering is niet voldoende: beleidsmensen moeten met concrete en structurele oplossingen komen. Lessenroosters moeten opengegooid worden zodat er meer ruimte komt voor gevoelens. Jongeren moeten zonder schaamte naar de dokter kunnen stappen met hun psychische problemen."

U bent al vanaf uw 16de actief in de Vlaamse Jeugdraad en investeert veel tijd en energie om jongerenthema's op de politieke agenda te krijgen. Wat drijft u eigenlijk?

"Die gevoeligheid voor politieke en maatschappelijke kwesties zit al heel lang in mij. Ik ben in Zimbabwe geboren en op 14-jarige leeftijd naar België gekomen. In Zimbabwe zag ik veel onrecht. De discriminatie van vrouwen en meisjes is er bijvoorbeeld schrijnend. Mijn vader heeft mij op mijn 6de bij mijn moeder achtergelaten omdat ik 'slechts' een meisje was.

"Maar ook de gespannen politieke situatie en de diepe economische crisis zitten nog steeds onder mijn huid. Als kind werd ik met politiek geweld geconfronteerd. Mijn moeder was politiek activiste en moest op een bepaald moment op de vlucht slaan voor het Mugabe-regime."

U bleef alleen achter: wie heeft u toen opgevangen?

"Ik kwam terecht bij mijn grootouders, net als heel veel van mijn leeftijdgenoten die hun ouders omwille van politieke redenen of de zware economische crisis naar het buitenland zagen vertrekken. We groeiden op in een land waar families amper eten konden kopen, waar ouders de schoolkosten van hun kinderen vaak niet konden betalen en waar scholen van de ene dag op de andere sloten omdat er geen geld meer was voor de leraars.

"De dag dat mijn school dichtging: die zal ik nooit vergeten. Het leven van een kind komt dan toch wel plotseling tot stilstand. Op heel jonge leeftijd besef je dat politiek ook wel heel oneerlijk kan zijn. Dat maakte me boos. Ik werd steeds kritischer voor de dingen die rondom mij gebeurden, nam deel aan debatclubs op school en sleurde mijn vriendinnen daar mee naartoe."

Hoe was het om hier in België te belanden waar lang niet alle jongeren politiek actief zijn en de gevoeligheid voor sociale wantoestanden minder urgent lijkt?

"Dat was raar. Op mijn school in Leuven merkte ik dat niet iedereen begaan was met maatschappelijke problemen. Ik had vaak een heel andere kijk op de dingen. In België hoorde ik mensen vaak klagen over 'de politiek', terwijl ik met bewondering vaststelde dat de democratie en de rechtsstaat hier toch wel goed functioneren. In Zimbabwe had ik ondervonden wat het betekent als de rechtsstaat zich tegen de bevolking keert. Ik weet dus ook wat er met een kind gebeurt als hij of zij onverwacht voor een gesloten schoolpoort staat.

"Hier in België ben ik enorm veel waarde gaan hechten aan de democratie, de rechtsstaat en het onderwijssysteem. Niet dat Vlaamse kinderen daaraan geen belang hechten, maar ik heb toch het gevoel dat ze het allemaal wat evidenter vinden."

Herinnert u zich nog met welk gevoel u

als 14-jarige in België arriveerde?

"Ik was vooral blij om mijn moeder terug te zien die hier al enkele jaren woonde. En ook opgelucht om niet meer in een dictatuur te moeten leven. Mijn allereerste indrukken hadden te maken met zaken die veel Belgen misschien banaal vinden. Ik arriveerde in de koudste decembermaand sinds jaren. Ik had heel mijn leven warmte gekend en die koude winter was echt een schok. Verder was ik tijdens mijn allereerste rit in de Brusselse metro bijzonder verbaasd over het feit dat iedereen zo gehaast was. Echt, iedereen leek wel te rennen!

"Minder fijn was dat ik al snel geconfronteerd werd met racisme en agressiviteit. Aanvankelijk kreeg ik in winkels en op het openbaar vervoer het verwijt dat ik 'net als al die andere zwarten' te lui was om Nederlands te leren."

Ondertussen spreekt u perfect Nederlands. Krijgt u nog altijd verwijten?

"Natuurlijk, maar nu gaat het niet meer over mijn Nederlands."

Maar puur over uw huidskleur?

"Ja, blijkbaar is dat voldoende om sommige mensen kwaad te maken. Het verbaast me telkens weer dat bepaalde mensen mijn capaciteiten inschatten op basis van mijn huidskleur. Maar er zijn natuurlijk ook heel wat mensen die vriendelijk zijn. Laatst was ik in de bus aan het praten toen een oudere vrouw op me afstapte en mij complimenteerde met mijn Nederlands. 'Meisje, jij praat beter Nederlands dan onze koning.'"

Met de opkomst van mensen als Nigel Farage, Donald Trump, Geert Wilders en Marine Le Pen lijken racisme en xenofobie zich stevig in onze samenleving te nestelen. Hoe ervaart u de opkomst van extreemrechts?

"Toen ik zeven jaar geleden naar België kwam, schrok ik wel van het Vlaams Belang. Toch ging ik ervan uit dat hun invloed beperkt zou blijven. Maar in enkele jaren tijd zijn extreemrechtse en racistische ideeën tot de mainstream gaan behoren. Leiders als Trump hebben een grote invloed op het taalgebruik van mensen. Ook onze samenleving is in korte tijd rauwer geworden, zeker voor jongeren met een andere culturele achtergrond als ik. Op straat nemen de beledigingen en de agressiviteit toe.

"Het verschil met vroeger is onmiskenbaar. Na de Nederlandse verkiezingen was ik dan ook verontwaardigd over het 'oef-gevoel' bij veel mensen: Wilders had 'slechts' twintig zetels gehaald. Twintig zetels, dat is nog altijd verschrikkelijk veel! Wilders' politieke invloed en zijn nefaste impact op de samenleving blijft enorm. Elke stem voor extreemrechts ervaar ik als een stem tegen mij persoonlijk."

Hoe gaat u daarmee om?

"Ik zal niet anders kunnen dan een olifantenhuid kweken."

Kunt u dat? Wilt u dat?

"Natuurlijk wil ik dat liever niet, maar het moet, ik heb geen keuze. Ik weiger me door extreemrechtse lieden uit het lood te laten slaan. Want ik wil niet dat ze een negatieve invloed hebben op mijn studies, mijn engagement en mijn levenslust. Maar ik moet er wel tegen vechten en dat is echt wel vermoeiend.

"Ik ben niet de enige die het zo aanvoelt, bijna al mijn Afrikaanse vrienden hebben hetzelfde gevoel. We zijn in een tijd terechtgekomen waarin mensen als ik voortdurend hun aanwezigheid in de samenleving moeten legitimeren. Emotioneel en mentaal is dat erg vermoeiend en dat verklaart waarom ik me regelmatig met een groepje Afrikaanse medestudenten en vrienden afzonder om wat aan self care te doen."

Wat houdt dat in?

"Regelmatig komen de zwarte studenten van de KULeuven samen om met elkaar te praten en elkaar een hart onder de riem te steken. Het is belangrijk om te beseffen dat je niet alleen bent en dat je niet de enige bent die moet leren leven met racistische uitspraken en misplaatste opmerkingen. Als ik mijn Afrikaanse medestudenten bezig hoor, stelt me dat gerust. 'Ah ja', denk ik dan, 'ik ben niet de enige die zulke onaangename dingen meemaakt. En ik heb die zaken ook niet verzonnen.'

"Met veel interesse volgen we ook het Belgisch-Nederlandse platform Black Speaks Back, waarbij mensen van Afrikaanse afkomst via filmpjes en sociale media hun mening geven over allerlei zaken die hen raken. Zo was er op dat platform veel kritiek op de simplistische manier waarop de regisseurs Adil El Arbi en Bilall Fallah in hun film Black de zwarte jongeren neerzetten.

"Initiatieven als Black Speaks Back zijn belangrijk. In Zimbabwe zouden we zoiets empowerment noemen. We laten ons niet meer in een hoek drummen. We willen niet dat andere mensen óver ons praten maar mét ons, en als dat via de gewone kanalen niet lukt, vinden we onze eigen kanalen wel. Als zij ons niet vinden, vinden wij hen wel. Die houding ligt me wel, maar dat had u waarschijnlijk al begrepen."