Direct naar artikelinhoud

Criminaliteit verschuift naar internet

Cyberaanvallen komen steeds vaker voor. Cybercriminaliteit neemt almaar meer de plaats in van traditionele criminaliteit, en dat vormt een grote uitdaging voor de politie. 'We moeten proberen bij te blijven met de criminelen.'

870.655 misdrijven werden vorig jaar in ons land geregistreerd. Dat was al voor het vijfde jaar op rij een daling van de criminaliteitscijfers, die voor het eerst ook onder de 900.000 doken.

Maar wat wel opvalt in de cijfers, is dat cybercriminaliteit wel toeneemt. Dat zagen we eerder deze week nog toen honderden bedrijven getroffen werden door een internationale cyberaanval. Het is een internationaal fenomeen, schetst Stefaan Pleysier, criminoloog aan de KU Leuven. "De klassieke criminaliteit is al een aantal jaar aan het dalen. Dat komt onder meer doordat de beveiliging van onze maatschappij is toegenomen. Het is moeilijker om in te breken of een auto te stelen. Onze sloten en ramen zijn inbraakveiliger."

Pleysier wijst er ook op dat in de openbare ruimte steeds meer camera's opduiken, waardoor er meer controle is. "Dat kan de verschuiving naar internetcriminaliteit verklaren. Op het internet is immers nog veel minder controle, aangezien criminaliteit daar niet tijd- en plaatsgebonden is. Je kunt perfect vanop afstand een computer hacken of iemands identiteit ontfutselen."

En die nieuwe vorm van criminaliteit betekent een uitdaging voor de veiligheidsdiensten, geeft minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) toe via zijn woordvoerder. "We moeten als overheid proberen bij te blijven met de criminelen. Zij zullen altijd de gaten in de beveiliging zoeken."

Te weinig mensen

Jambon noemt het aanpakken van cybercriminaliteit een prioriteit voor de federale politie. Dat vergt echter een heroriëntering van de opsporingsmethoden, en dat doe je niet van de ene dag op de andere, stelt UGent-criminoloog Brice De Ruyver. "De middelen van de politie zijn beperkt, en heel veel gaat naar terreurbestrijding. We staan voor grote uitdagingen om de middelen voor de bestrijding van cybercriminaliteit substantieel te verhogen."

In de schoot van de federale politie houden twee diensten zich bezig met cybercriminaliteit. De Computer Crime Unit bestaat al het langst. Die dienst analyseert voornamelijk computers die in het kader van een gerechtelijk onderzoek in beslag werden genomen. Zij gaan bijvoorbeeld na of een computer sporen van kinderporno bevat.

Daarnaast werd begin 2016 de Internet Referral Unit (IRU) in het leven geroepen. "Die werd specifiek opgericht om proactief online te patrouilleren", licht Jambon toe. Bij de IRU werken 24 mensen, maar dat wordt nog dit jaar opgetrokken naar 30. De Computer Crime Unit telt 225 mensen. Te weinig, zegt De Ruyver. "Net als de hele politie is de eenheid al jaren onderbemand. En dat voel je. Deze regering levert daarin bijkomende inspanningen, maar dat had al 4 à 5 jaar geleden moeten gebeuren. Cybercriminaliteit is niet pas in 2016 opgedoken."