Oppositieleider Guaidó buitenspel gezet in Venezuela, maar gaat door ‘tot Maduro vertrekt’
Het regime van Nicolás Maduro heeft de Venezolaanse oppositie een nieuwe dreun verkocht: Oppositieleider en Kamervoorzitter Juan Guaidó mag gedurende vijftien jaar geen publieke functies bekleden. Guaidó is niet voornemens zich iets van het verbod aan te trekken. “Ik ben overal ontvangen door regeringsleiders, mijn vrouw heeft gisteren Trump ontmoet”, zei hij. “We gaan door tot Maduro vertrekt.”
Guaidó riep zich op 23 januari uit tot interim-president van Venezuela, en wordt door meer dan vijftig landen als zodanig erkend. De socialistische Maduro is in mei vorig jaar op frauduleuze wijze herkozen, de oppositie en een groot deel van de westerse wereld acht de verkiezingsuitslag ongeldig. Guaidó zegt dat hij als Kamervoorzitter, en bij het ontbreken van een legitieme president, de presidentstaken moet waarnemen tot er transparante verkiezingen worden gehouden.
“Guaidó heeft gegevens vervalst bij het opgeven van zijn bezittingen”, aldus Elvis Amoroso, voorzitter van de Algemene Rekenkamer donderdag. “Hij heeft bovendien geld ontvangen van nationale en internationale instanties, zonder dat te verantwoorden.” Sinds Guaidó begin 2016 als parlementariër aantrad, zou hij bijna honderd keer naar het buitenland zijn gereisd. Hij zou daarbij meermaals privévliegtuigen hebben gebruikt, zonder te specificeren wie dat betaald heeft.
Amoroso maakte de maatregel tegen Guaidó bekend op de staatstelevisie. Guaidó sprak op dat moment op een openbare bijeenkomst over de stroomstoringen en het gebrek aan stromend water in Venezuela. “Nu komt een of ander figuur me verbieden een publiek ambt te bekleden”, reageerde Guaidó toen hij het nieuws hoorde. Hij merkte op dat Amoroso geen enkel recht van spreken heeft omdat hij is benoemd door de Grondwetgevende Raad, een door Maduro geïnstalleerd orgaan. “Alleen het Parlement kan de voorzitter van de Rekenkamer aanstellen.”
Symbolisch
Hoe dan ook is het besluit vooral symbolisch van aard. Nadat de oppositie eind 2015 een tweederdemeerderheid in het parlement had gewonnen, heeft het regime de wetgevende macht monddood gemaakt. Met andere woorden: Guaidó had al geen reële macht in het land. Ook voor de toekomst maakt het weinig verschil. Mochten er nu verkiezingen worden gehouden, dan zou Guaidó niet mogen deelnemen. Maar de oppositie is toch niet van plan mee te doen aan verkiezingen, als niet eerst de kiesraad en andere instanties grondig worden hervormd.
De maatregel toont vooral aan dat het geduld van Maduro opraakt. Vorige week al liet hij Roberto Marrero oppakken, stafchef en rechterhand van Guaidó. Enkele dagen later werd een neef van Guaidó ingerekend, tevens advocaat van het Russische oliebedrijf Rosneft in Venezuela. Dinsdag intimideerden Maduro’s paramilitairen journalisten en parlementariërs van de oppositie bij de uitgang van het Congres.
Maduro geeft ook een signaal af aan de Internationale Contact Groep (ICG), die donderdag bijeen kwam in de Ecuadoraanse hoofdstad Quito. De ICG bestaat uit de Europese Unie en een aantal Latijns-Amerikaanse landen, en probeert te bemiddelen in het Venezolaanse conflict om verdere escalatie te voorkomen. Het doel is nieuwe verkiezingen te organiseren, op een manier waarin beide partijen zich kunnen vinden. Met deze nieuwe aanval op Guaidó lijken de kansen daarop verder verkeken.