Direct naar artikelinhoud

Cécilia Sarkozy rekent in memoires niet af met oud-president

Cécilia Attias, de vroegere first lady van Frankrijk, onthult woensdag haar memoires. Zij die een tirade aan het adres van oud-president Sarkozy verwachtten, komen bedrogen uit. 'Ik heb Nicolas nooit in verlegenheid willen brengen, toen niet en nu ook niet.'

Haar boekUne envie de veritéverschijnt overmorgen, maar de Fransen weten dankzij voorpublicaties in de magazinesLe PointenEllenu al dat zij op hun honger zullen blijven zitten. De 55-jarige Cécilia Attias, tot 2007 getrouwd met oud-president Nicolas Sarkozy, klapt amper uit de biecht en blijf poeslief voor haar ex-man en zijn nieuwe vrouw Carla Bruni. "Ik hou ook van Carla, ze is fijn en intelligent. Ik ben op een voor Nicolas gênant moment vertrokken, maar ik heb hem nooit in verlegenheid willen brengen. Toen niet en nu ook niet."

De scheiding, die er kwam na een huwelijk van elf jaar, doet Attias af als iets wat "miljoenen mensen overkomt". "Op een dag was onze relatie niet meer het allerbelangrijkste. Het werkte niet meer. Ik deed wat ik moest doen, ook al was het natuurlijk zo dat hij de president van Frankrijk was." Ze voegt er wel fijntjes aan toe dat vriendinnen van haar scheidden van hun echtgenoten omdat ze hoopten haar plaats in te kunnen nemen. "Sommigen doen alles voor geld en macht."

Attias weigert een schuldige voor de scheiding aan te duiden. Wel geeft ze, in een zeldzaam openhartige passage, aan dat Sarkozy veranderde tijdens de verkiezingcampagne. "Het is vreemd dat een man die privé zo kalm was en nooit zijn stem verhief zich later zo impulsief ging gedragen. Al is hij misschien zelf vergeten welke woede-uitbarstingen zijn personeel moest doorstaan."

Eveneens veelbesproken is haar ontmoeting met de Libische dictator Muammar Khadafi in een bunker nabij Tripoli. Attias beschrijft hoe ze zonder Sarkozy een missie ondernam om vijf Bulgaarse verpleegkundigen en een Palestijnse dokter, die waren veroordeeld voor het verspreiden van HIV in een Libisch kinderziekenhuis, te redden. "Toen stapte Khadafi binnen. Hij leek op een afgeleefde voormalige atleet met een dik gezicht, duidelijk vermoeid en lijkend op een acteur uit een tweederangsfilm." Voordat Khadafi een woord kon spreken, claimt ze hem te hebben uitgescholden. "Heb je enig idee hoe ik hier ben behandeld? En sta niet zo dicht op mij!"