Direct naar artikelinhoud

Britse rechter roept koppels op om voor het huwelijk te blijven kiezen in plaats van uit elkaar te gaan Scheiden doet nog altijd lijden

BRUSSEL

Het moet gedaan zijn met al dat scheiden in plaats van je door een huwelijkscrisis te werken, vindt rechter Paul Coleridge van het Hooggerechtshof in Engeland. 'Uit elkaar gaan heeft soms drastische gevolgen', bevestigt Inge Pasteels van Scheiding in Vlaanderen.

Een rechter die al heel wat echtscheidingszaken achter de kiezen heeft en gespecialiseerd is in familierecht die plots een stichting opricht om het huwelijk te promoten? Coleridge acht het nodig nu te veel koppels naar zijn mening de handdoek te snel in de ring gooien. Of de trouwring in het toilet, in dit geval. Hij sloeg gisteren alarm in de Britse krant The Times.

"Wie zijn wij om te beoordelen of de belasting van een relatie te zwaar wordt voor iemand?", reageert Inge Pasteels, projectcoördinator van Scheiding in Vlaanderen. Al klopt het volgens haar wel dat niet iedereen erbij stilstaat dat het leven na een scheiding vaak een pak complexer wordt. "Scheiden kan mensen nieuwe kansen bieden, maar ze kunnen ook kansen verliezen, bijvoorbeeld op financieel vlak."

Uit een recent rapport van de Europese Commissie blijkt dat 35 procent van de alleenstaande ouders kans heeft om in armoede te belanden. Uit eerdere onderzoeken kwam naar voren dat gescheiden mannen en vrouwen minder productief zijn en meer hulp moeten inroepen voor hun problemen.

Ook de kinderen van gescheiden ouders zijn niet altijd beter af. Ze presteren vaak slechter op school, reageren sneller agressief en raken gemakkelijker verslaafd aan roken, drank en drugs. "Als er in een huishouden onophoudelijk geruzie is, is het nooit een goed idee om bij elkaar te blijven. Anders is het in sommige gevallen misschien niet verkeerd om bij elkaar te blijven voor de kinderen, maar dat blijft een keuze van de ouders", stelt Pasteels.

Werken aan relatie

De keuze om aan een relatie te werken, ligt toch ook in ons land allesbehalve voor de hand. Met 28.903 echtscheidingen in 2010 lijkt de daling weliswaar ingezet, maar België blijft bij de koplopers in Europa. Daar ziet seksuologe en familiaal bemiddelaar Veerle Vangheluwe niet meteen verbetering in komen. "Ik werk al meer dan twintig jaar met koppels die willen scheiden en merk dat mensen sneller dan vroeger beslissen om uit elkaar te gaan. Ook als ze kleine kinderen hebben", vertelt ze. "Als het twee of drie maanden wat minder vlot loopt in hun relatie, willen mensen er al een eind aan maken. Terwijl ik in veel gevallen voel dat er nog altijd iets leeft tussen de partners", aldus Vanghe-luwe.

Ze vermoedt dat koppels sneller voor een nieuw hoofdstuk kiezen omdat tegenwoordig alles sneller moet gaan in de samenleving. Ook het feit dat veel koppels zelf opgroeiden bij gescheiden ouders en de kracht van een gezin dus niet kenden, is volgens Vangheluwe mogelijk een reden voor de soms impulsieve beslissing om te scheiden.

"Mensen verwachten ook steeds meer van een relatie", vult Pasteels aan. "Vroeger vonden ze het al voldoende dat ze samen een gezin konden stichten. Nu willen ze ook zichzelf kunnen ontplooien, een serieuze emotionele connectie met hun partner en noem maar op. Als je je huwelijksbootje te vol laadt met verwachtingen en eisen, kapseist het nu eenmaal sneller."

Spijt na een jaar

En dan komt de spijt. Acht op de tien Belgen vinden dat koppels te snel scheiden. Onder hen: de gescheiden koppels zelf, zo blijkt uit een bevraging van Roularta en Dexia. "Een jaar nu hun scheiding hebben nogal wat mensen al spijt", zegt ook Lieven Migerode, klinisch psycholoog bij Context, het centrum voor relatie-, gezins- en sekstherapie van het UZ Leuven.

"Maar een heleboel van hen is ook heel tevreden", stipt Migerode aan. "Je weet dus altijd pas achteraf of het moment om uit elkaar te gaan goed was gekozen." Toch kan Migerode zich vinden in het idee om relatietherapie meer te promoten in plaats van pas na een relatiebreuk aan bemiddeling te doen. Al waarschuwt de psycholoog dat therapie geen wondermiddel is.

"Wie wacht tot een relatie helemaal is verrot, kunnen we niet meer helpen. Wie voor 49 procent zelf de kracht vindt om een huwelijk weer te doen slagen, vindt in therapie misschien de twee procent extra die nodig is om al over de helft te raken", analyseert hij. Zover komt het alleen niet in veel gevallen. Hoewel de drempel voor therapie al lager ligt dan enkele jaren geleden, vinden veel mensen nog altijd dat een relatie niet hoeft als je ervoor moet werken.

"Terwijl je in een huwelijk soms gewoon even vastraakt, zoals dat ook gebeurt op het werk of in de sportclub", vergelijkt Migerode. "Daar helpt de visie van een derde ook." Maar de psycholoog wil zich niet zomaar scharen achter de oproep tegen scheiden. "Er zijn evengoed mensen die te lang in een relatie blijven zitten en zich er beter uit los zouden maken."