Direct naar artikelinhoud

De boeddha van Schoenen Torfs

Toen Wouter Torfs in 1989 het roer overnam van Schoenen Torfs, telde de familiale onderneming 26 winkels. Vandaag zijn dat er 62, verspreid over heel Vlaanderen. En het van oorsprong Lierse bedrijf blijft maar groeien. De schoenwinkelketen telt inmiddels 520 medewerkers en sleepte recent de titel van 'Beste Werkgever 2011' in de wacht. Dat is geen toeval, want Wouter Torfs is geen werkgever als een ander. Of mediteert uw baas misschien op de werkvloer?

Er schuilt een denker in Wouter Torfs (53). "Ik bekijk elk personeelslid holistisch en niet louter als een economische agent. De mens is een en ondeelbaar en heeft altijd dezelfde behoeften, dromen en verlangens", filosofeert hij.

Al ruim dertig jaar is hij op zoek naar de zin van het leven. Die queeste mag zich niet beperken tot de privésfeer, vindt de bedrijfsleider. "Bij Schoenen Torfs begint het leven niet pas om halfzeven 's avonds als de winkels dicht zijn. Gelukkig zijn mag en kan ook overdag", zegt hij. "De zoektocht naar geluk is een gedeelde verantwoordelijkheid van werkgever en werknemer.

U plaatst 'gelukkig zijn' op de werkagenda. Wat vinden uw collega-werkgevers daarvan?

Torfs: "Sommigen hebben er moeite mee. 'Moei u daar toch niet mee, want dat is een privézaak. Wees niet paternalistisch.' Die kritiek zou kloppen als we onze werknemers gelukkig willen maken zoals dat in de 19de eeuw gebeurde, door pensen of kinderkleren uit te delen. Maar daar is het mij niet om te doen. Mijn redenering is eenvoudig: 'Verdorie, we zitten zoveel uren per dag samen op het werk. Ik zou het leuker vinden als jij gelukkig bent en wellicht geldt dat ook vice versa."

Waarheen heeft de zoektocht naar geluk u geleid?

"Ik heb veel in persoonlijke ontwikkeling geïnvesteerd. Ik ben als dertiger begonnen met neurolinguistisch programmeren of NLP - dat is een theorie rond communicatie - en heb mij verdiept in het boeddhisme.

"Ik heb ook de medewerkers duidelijk gemaakt dat ze aan zichzelf kunnen werken en dat als je daarvoor kiest, je misschien een gelukkiger mens kunt worden. Dat is toch voor mij zo geweest, omdat je een beter zicht krijgt op jezelf. Dat komt je ook op het professionele vlak ten goede. De 'overlap' tussen persoonlijke waarden en bedrijfswaarden heb ik zo binnengebracht."

Hoe introduceert u concreet het boeddhisme in het bedrijf?

"We gaan onze medewerkers binnenkort een cursus 'mindfulness' aanbieden, onder het thema 'happy with yourself'. We weten dat de hectiek van elke dag voor werkende vrouwen met kinderen een thema is. Ze zijn multitaskers die alle bordjes tegelijk omhoog moeten zien te houden. Stress en burnout, daar moet je niet flauw over doen, dat probleem bestaat. Ik denk dat mindfulness - leren in het hier en nu zijn - een sleutel kan zijn om gelukkiger te worden. Dat is boeddhistisch geïnspireerd."

Een schoenverkoper moet toch vijf dingen tegelijk doen?

"Juist, maar dat kan je zeer mindful doen. Je krijgt stress als je je laat opjagen door je eigen hersenspinsels. Mijn zoontje is ziek, wat gaan we vanavond eten, mijn cijfers zijn niet goed, enzovoort. Maar als je volledig aanwezig bent in de activiteit die je op dat moment aan het doen bent, word je rustig."

Is stress niet onvermijdelijk in een bedrijf dat draait rond verkoopsdoelen?

"Maar wat is de oorzaak van stress? Stress ontstaat wanneer je een bepaalde verwachting die je jezelf oplegt, of die anderen je opleggen, niet kunt waarmaken. Ik haal die deadline niet, ik haal dat cijfer niet. Dan dringt voor ons als bedrijfsleiding de vraag zich op: gaan we dan werken zonder targets? Dat zou echter een sprookje zijn, geitenwollen sokken. Dat is niet realistisch.

"We werken dus met doelen op het vlak van omzet, kosten en klantentevredenheid, maar we zorgen er wel voor dat die haalbaar zijn. Targets die onze medewerkers ervaren als niet realistisch of te hard, gaan demotiverend werken."

Sommige bedrijfsleiders doen schamper over mindfulness.

"Dat moet je erbij nemen. Dat heb ik geleerd. Mensen doen er soms meewarig of cynisch over of vinden het flauwekul. Ik heb geleerd om dat zo te laten en daar niet tegen te vechten. Cynisme is geen motor van verandering. Uit cynische mensen komt weinig nieuws en creatiefs voort. Natuurlijk lost mindfulness niet alles op. Maar stel dat er van de 500 medewerkers tien de smaak te pakken krijgen om te mediteren, dan is het voor mij geslaagd."

Is het u te doen om de praktische voordelen voor het bedrijf, of zit er een ideologie achter?

"Het is pragmatisch en down to earth, maar wel vanuit een ideologie dat de bedrijven van de toekomst het verschil kunnen maken in het geluksdomein. Vroeger was de context gelukkig te zijn in het gezin, het verenigingsleven, de sportclub, de kerk. Die klassieke plekken komen onder druk, toch zeker het gezin en de kerk. Aan bedrijven is nooit gedacht. Maar waarom zouden bedrijven niet over geluk kunnen nadenken? Misschien bouwen de bedrijven die ermee bezig zijn een voorsprong uit op het vlak van duurzaamheid. Wat de medewerkers het meeste waarderen, zo blijkt uit ons intern onderzoek, is dat ze deel uitmaken van een familie. Happy employees make happy customers."

Hoe ver gaat u daarin? Een heleboel bedrijven proberen de identificatie te versterken met eigen jasjes en petjes, om een soort clubgevoel te creëren.

"(blaast) Moeten we dan ons voltallige personeel in een rood hemdje en petje steken, à la McDonald's? Zou dat bijdragen tot het algemene welgevoelen? Ik denk het niet. Alles wat neigt naar uniform en naar standaardisering doet voor een stuk afbreuk aan de authenticiteit en de individualiteit van de mensen.

"Anderzijds, zonder vorm van uniform is het onmogelijk om op een zaterdag in onze winkel in Wijnegem Shopping Center de acht medewerkers te onderscheiden van de honderd klanten. Hoe lossen we dat op? We geven onze medewerkers een budget om per seizoen twee outfits te kopen. Zo dragen ze hetzelfde, maar het is wel iets dat ze zelf gekozen hebben. En er staat geen Torfs op, wat wel betekent dat die kosten voor het bedrijf niet fiscaal aftrekbaar zijn. Maar goed, die extra kosten nemen we er dan maar bij."

Jullie personeel bestaat voor 97 procent uit vrouwen. Hoe komt dat?

"Dat is puur toeval. Het is absoluut geen bewuste politiek. Schoenen verkopen blijft iets vrouwelijks. De job heeft misschien een slechte reputatie. Veel mannen denken dat het onderbetaald is. Dat is niet zo. Onze mensen verdienen goed hun brood. Die grote aanwezigheid van vrouwen heeft wel als gevolg dat het personeel vatbaarder is voor de cultuur en de waarden die we nastreven. Ons verhaal plakt beter."

Een verkoopster wil elke woensdagnamiddag vrij om bij haar kinderen te zijn. Hoe lost u dat op?

"Om u eerlijk te antwoorden: niet. De work-life balance is voor ons een groot strategisch aandachtspunt. In de mate van het mogelijke geven we moeders met kinderen prioriteit om woensdagmiddag verlof te nemen. Maar dat lukt niet altijd. We blijven een winkelbedrijf, hè."

Stel: Torfs moet afslanken en personeel ontslaan. Zou u dat anders doen dan een vergelijkbaar bedrijf?

"Ik hoop dat ik dat niet tegenkom. Ik ben er niet de meest geschikte manager voor. Waar ik in die situatie wel naar zou streven, is een zo groot mogelijke transparantie. Er is altijd een bedrijfseconomische logica. Een verlieslatende winkel in stand houden heeft geen zin, want dat brengt het hele bedrijf in gevaar. Je moet de logica van de goede huisvader respecteren."

Gelooft u in saneringen om erger te voorkomen?

"Wij doen dat niet. Onze personeelskosten komen uit op 22 procent van de omzet. De collega's zitten op 15 à 16 procent. Als hier ooit iemand anders de baas wordt, weet je dus waar ze in gaan snoeien. Maar wij geloven dat medewerkers leiden tot betere service en betere klantvriendelijkheid. We zouden onze eigen unique selling proposition ondergraven met zo'n preemptive strike.

"We zien de vakbonden als partner. Zij weten: Torfs is een paar keer bekroond als beste werkgever, dus zo slecht zal het er niet zijn. Wij weten: de vakbond heeft knowhow op het vlak van hoe je flexibiliteit het beste regelt, en daar kunnen we uit leren. Het confrontatiemodel van werkgever versus vakbond valt dan weg."

Hoe moeilijk is het om het boegbeeld te zijn van een familiebedrijf met dezelfde naam?

"Dat ik het uithangbord ben, is een bewuste keuze van het bedrijf. Het is doorgesproken met het management en de raad van bestuur. We linken zo het merk Wouter Torfs als personal brand aan het merk Schoenen Torfs. De redenering is dat een mens een boodschap rond waarden concreter kan maken dan een bedrijf. Ik heb bijvoorbeeld een twitteraccount onder mijn eigen naam, waarmee ik communiceer over zowel het bedrijf als andere zaken. Ik probeer daarbij altijd mijn waarden en die van het bedrijf uit te dragen."

Maar creëert dat geen extra druk?

"Nee, het geeft mij energie. Ermee bezig zijn geeft de nodige energie om er nog zeker tien jaar actief mee door te gaan."

Hoe vaak mediteert u zelf?

"Toch een paar keer per week. Daarnaast ben ik ook geïnteresseerd in tai chi en chi qong. Daar hebben we overigens ook middagcursussen van aangeboden voor het personeel, maar dat is doodgebloed."

Bent u dan de perfecte onverstoorbaarheid?

"(bulderlach) Nee. Dat is een misvatting over boeddhisme. Het wordt te snel gelijkgesteld met zen. Voor mij is de essentie van die levenshouding: mededogen van mensen onder elkaar. Ik wil niet vervallen in het stramien van baas en ondergeschikte. Ten tweede: witnessing yourself. Als ik op een vergadering slechtgezind of onredelijk ben, hoop ik dat er een stemmetje is, dat zegt: 'Kijk naar jezelf, wat ben je aan het doen?'"

Frank de Boer, de coach van voetbalclub Ajax, vindt dat de trainer gerust tussen de spelersgroep kan staan. De trainer moet er wel boven gaan staan als het nodig is, maar hoeft dat niet de hele tijd te doen.

"Moet je er zelfs boven gaan staan? Misschien niet. Wat de baas wel moet doen, is het beslissingsproces bestuderen. Wat gebeurt er hier? Hoe komen we tot het besluit? Maar competente medewerkers komen zelf tot hun conclusie. Ze hebben daar geen baas voor nodig. De baas moet niet alles beslissen, maar moet er wel voor zorgen dat er een beslissing genomen wordt. Ik hoef niet elke beslissing zelf te nemen. (aarzelt) Of ben ik nu naief?"

Wordt dat u dan vaak verweten?

"Gelukkig haal ik ook resultaten. We zijn in vijf jaar tijd met 80 procent gegroeid met een mooie winst en cashflow. Dat snoert de cynici de mond."

Heeft Schoenen Torfs de ambitie om een voorbeeldbedrijf te zijn voor Vlaanderen?

"Het is mijn droom dat we op het vlak van maatschappelijk verantwoord ondernemen een voorbeeld zijn. Onze insteek is in eerste instantie: people, dus personeel en klanten. Maar die mensen leven op een wereldbol en gebruiken materialen en grondstoffen. De volgende logische stap is dus: planet. Hoe gaat het bedrijf met zijn omgeving om?"

Daar zit u wel met een ethisch conflict. De productie van leren schoenen is erg milieuonvriendelijk. Het proces om leer te looien brengt schadelijke effecten met zich mee. Hoe lost u dat op?

"(zucht diep) Dat is goede vraag. Ik heb daar geen kant-en-klaar antwoord op. We hebben een CO2-audit laten uitvoeren op ons bedrijf door Futureproofed van Serge De Gheldere. Daaruit blijkt dat er een groot verschil tussen onze rechtstreekse impact op het milieu, zoals airco en energiezuinigheid in de winkels, en onze onrechtreekse impact. De onrechtstreekse milieukosten lopen hoog op. Het gaat om leer, dat we invliegen vanuit het Verre Oosten.

"Maar ja, we zijn misschien een stevige kmo in Vlaanderen, op wereldvlak stellen wij niets voor. We zijn maar kleine jongens tegenover multinationals als Nike, Puma, Adidas of Geox.

"Kunnen we dan niets doen? Toch wel. We willen er voor ons volgende middellange termijnplan werk maken van een schoenaanbod dat op een CO2-vriendelijke of -neutrale manier geproduceerd zijn. Vandaag is daar misschien 5 à 10 procent van de consumenten gevoelig voor. Over tien jaar zullen dat er veel meer zijn. De eerste schoenproducent die op die vraag een valabel antwoord kan bieden, heeft een heel grote stap voor en creëert nieuwe business."

Ook een bedrijf als supermarktketen Colruyt zet duurzaamheid hoog op de agenda. Voelt u zich daar verwant mee?

"Zeer zeker. Ik heb Frans Colruyt (nazaat van de stichtende familie, EV) onlangs nog ontmoet. Ik pleit voor een coalition of the willing. Al moeten we wel bescheiden blijven. Torfs is een bedrijf van 500 man, Colruyt een van 15.000. Maar een bouwbedrijf Durabrik denkt net zoals wij. Het is vandaag modieus om met duurzaamheid bezig te zijn, maar over tien jaar hoor je er misschien niet meer bij als je er geen oog voor hebt."

Bent u een captain of industry?

"Dat is een groot woord. Voor een bedrijf met 500 werknemers krijgen wij veel media-aandacht. Captain of industry? (wuift weg) Kom zeg. Topondernemer? Haha. Binnen de retailsector heb ik wel iets te zeggen. Captain of retail dan, misschien."

U hebt een boek geschreven en neemt deel aan publieke debatten. Denkt u aan een functie bij een werkgeversorganisatie of in de politiek?

"Nee, niet op dit moment. Ik blijf vanaf de zijlijn - vanuit Torfs en vanuit wie ik ben - mijn mening geven."

Dat Torfs zoveel aandacht krijgt, heeft misschien te maken met het feit dat andere kmo's liever in de schaduw werken en de media mijden.

"(knikt heftig) Daar ben ik van overtuigd. Ze blijven te veel in de schaduw en als ze naar buiten komen, is het vaak met een negatieve boodschap. 'De politiek bakt er niets van'. Veel kmo's zijn ook te afwachtend. De wereld verandert snel. Ik pleit voor actief keuzes maken."

Wat vindt u trouwens van de politieke impasse? Is ook daar een gebrek aan positivisme?

"Absoluut. Kijk, ik geef in mijn tweets geen commentaar op problemen als Brussel-Halle-Vilvoorde. Ik zou dat misschien kunnen, maar dat doen er al zoveel. Het zou niets toevoegen. Ik vind wel dat bedrijfsleiders meer onze positieve stem moeten laten horen over zaken waarover we iets te zeggen hebben, tewerkstelling en het arbeidsproces."

De loonkosten zijn te hoog, horen we steevast van werkgeversorganisaties.

"Ik vind dat je de werknemers niet als kost, maar als hefboom tot groei moet bekijken. Natuurlijk moet de tering naar de nering. Wij streven in het bedrijf naar een bedrijfskasstroom (ebitda) van 15 procent. Is dat goed? Ja. Maar het is niet het superrendement waar een hedgefund naar streeft. Het is een cijfer dat toelaat dat er een balans is tussen medewerkers en kapitaalverstrekkers. De medewerkers wil ik vooral bekijken als sociaal actief, een hefboom voor de onderneming."

Balans en evenwicht, het lijkt de rode draad in alles wat u doet.

"Ik probeer te kijken naar het grote geheel. Dus niet alleen naar het effect op mij persoonlijk, maar ook op mijn medewerkers en klanten. Ik ben ervan overtuigd dat dat de basis is van duurzaam ondernemen."