Direct naar artikelinhoud

Nog geheimer dan James Bond: de spion die voor de privé werkt

Spionage is geen spook uit de Koude Oorlog, zo bewees onlangs de terugroeping van een Belgische diplomaat uit Denemarken omdat hij voor de Russen zou hebben gewerkt. Nog geheimer dan de James Bonds die in opdracht van een overheid opereren, zijn de privé-inlichtingendiensten die werken voor iedereen die hen betaalt. Niemand die weet wie ze zijn of hoe ze te werk gaan. Ayfer Erkul

oe gevaarlijk zijn ze? Met hoeveel zijn ze, wat zijn hun plannen? Gaan ze acties organiseren? Het waren maar enkele van de vragen die Coca Cola stelde aan een ingehuurd bedrijf. Ze, dat waren de activisten van de dierenrechtenbeweging PETA, een organisatie die bekend is om haar aanvallen met rode verf op vrouwen in een bontjas. De opdracht die Coca Cola aan het inlichtingenbedrijf gaf, was duidelijk: deze activisten moeten in de gaten worden gehouden, bespioneerd zelfs.

Het was augustus 2009 en Coca Cola was een belangrijke sponsor van de Olympische Winterspelen van 2010 in het Canadese Vancouver. De frisdrankgigant vreesde dat PETA, dat Coca Cola beschuldigde van het gebruik van proefdieren, de Spelen zou verstoren. Daarom werd Stratfor ingehuurd, een strategische denktank en privé-inlichtingenbedrijf waar ene Fred Burton de opdracht kreeg doorgeschoven.

Burton, een ex-FBI-agent gespecialiseerd in terrorisme, schreef in een e-mail aan Coca Cola dat hij precies wist bij wie eerst te rade gaan. "De FBI heeft ooit een geheim onderzoek laten doen rond PETA-activisten", schreef Burton. "Ik zal eens zien hoe ver ik daarmee geraak." Dat Coca Cola PETA had laten bespioneren, lekte pas twee jaar later uit, in februari 2012, toen WikiLeaks miljoenen mails van Stratfor de wereld in gooide. Hoever de spionage is gegaan, is nooit duidelijk geworden.

Er wordt steeds vaker een beroep gedaan op privé-inlichtingenbedrijven als Stratfor, ook in ons land. Bedrijven die, in opdracht van derden, meestal multinationals, inlichtingen verzamelen over personen, bedrijven of overheden. "Ik schat dat er nu zo'n tweehonderd privé-inlichtingenbedrijven werkzaam zijn in Brussel", zegt professor Marc Cools van de VUB. "Op zich is er niets mis met deze bedrijven. Kijk, als je als multinational een investering wil doen in Colombia, wil je uiteraard eerst weten wat de situatie is in dat land op gebied van veiligheid en economie. Deze bedrijfjes gaan dat na voor jou. Op die manier kan ook iemand in het buitenland een bedrijf inhuren om meer te weten te komen over de Belgische situatie."

Het probleem, zo zegt Cools, is dat er zo goed als geen controle is op deze bedrijven. Marc Cools is aan de VUB lid van de onderzoeksgroep Crime and Society - Policing & Security en bestudeert al jarenlang het fenomeen van privé-inlichtingendiensten. Niet te verwarren met privédetectives of privébewakingsdiensten, verduidelijkt hij. "Wie een detectivebureau of een bewakingsdienst wil beginnen, moet een vergunning aanvragen en is gebonden aan wettelijke regels en beperkingen. Van privé-inlichtingenbedrijven weet niemand waar ze mee bezig zijn."

Gebruiken ze illegale telefoontaps of infiltreren ze in een milieubeweging? Hebben ze zich illegaal toegang verschaft tot het Nationaal Register? Niemand die op de hoogte is. Staatsveiligheid waarschuwde een tijd geleden dat Brussel de derde spionagestad van de wereld is, na New York en Genève. Wat spionage betreft, zo zei chef van de Staatsveiligheid Alain Winants, was de Koude Oorlog terug. Maar behalve de 'gewone' Russische, Chinese en Iraanse spionnen die hier opereren in opdracht van hun overheid, zijn in de hoofdstad ook een pak Amerikaanse, Britse, Franse, Duitse en andere spionnen die werken in opdracht van een multinational.

Eigen aan privéspionnen is dat hun activiteiten zelden aan de oppervlakte komen, tenzij met schandalen als die rond Stratfor en Coca Cola. Of nog, enkele jaren geleden, de vreemde capriolen van Diligence. Diligence LLC, een bekende inlichtingendienst die tot voor kort ook jarenlang een vestiging had in Brussel, kwam in 2005 in opspraak in een zaak rond economische spionage. De zaak ging aan het rollen toen op een dag Nick Day, een voormalige spion van de Britse veiligheidsdienst MI5 en medeoprichter van Diligence, zich had uitgegeven voor een nog actieve inlichtingenofficier. Hij had in Bermuda een accountant bij KPMG, een internationale accountants- en adviesorganisatie, gecontacteerd en hem inlichtingen gevraagd over een bepaald project van de organisatie. Het bewuste project, zo had hij gezegd, kon gevolgen hebben voor de Britse nationale veiligheid. Al snel kreeg hij de vertrouwelijke documenten rond de audit die hem interesseerde.

Nick Day werkte voor die zaak in opdracht van een lobbykantoor in Washinton, dat op zijn beurt het Russische Alfa Group Consortium vertegenwoordigde. De aartsrivaal van dat conglomeraat was IPOC International Growth Fund, dat op dat moment een audit onderging, uitgevoerd door KPMG Bermuda. Zowel Alfa Group als IPOC aasden op de Russische telecommaatschappij MegaFon.

Opvallend in de KPMG-zaak was de manier waarop Nick Day te werk ging. Zorgvuldig het bedrijf in de gaten houden en een gepast slachtoffer zoeken. Langzaam diens vertrouwen winnen, over verschillende ontmoetingen heen. Heel subtiel inspelen op het patriottisme. Het zijn allemaal methodes die 'gewone' spionnen al sinds mensenheugenis gebruiken. Day, zelf gepokt en gemazeld bij MI5, zette bij Diligence gewoon verder waar hij goed in was: spioneren.

Het gros van de huidige privé-inlichtingendiensten is opgericht na de val van de Berlijnse Muur. Plots bestond het klassieke vijandbeeld niet meer en ging het niet meer om de spionnen van het Oosten tegen die van het Westen. Professor Cools: "Het zwaartepunt van spionage verplaatste zich van de klassieke, militaire spionage naar economische spionage. Economische belangen gingen primeren op militaire."

Dat zagen ook de inlichtingenofficieren zelf. Spionnen ontdekten dat ze in de privé veel geld konden verdienen, veel meer dan in overheidsdienst. Oud-medewerkers van de CIA, de KGB en MI6 begonnen hun eigen bedrijfjes. Ze wisten immers hoe aan inlichtingen te geraken, hoe informanten te zoeken en deze te rekruteren.

Zo werd het bedrijf Aegis, dat zich volgens de website onder meer bezig houdt met 'corporate investigations', opgericht door Tim Spicer, een voormalige kolonel uit het Britse leger. Hakluyt & Company, een firma die zich concentreert op 'strategic intelligence and advisory', is het product van voormalige spionnen van de Britse geheime dienst MI6. En het eerder genoemde Diligence LLC werd mede opgericht door Mike Baker, een voormalige CIA-agent. In ons land zijn de belangrijkste spelers Diligence, Kroll Associates en Control Risks Group. Zij opereren in België vanuit zetels in Parijs, Londen of Amsterdam. Daarnaast, zo zegt Marc Cools, is er nog een waaier aan kleinere bedrijven, sommige een man groot, die op al dan niet louche wijze aan inlichtingen geraakt.

Het inlichtingenbedrijf European Strategic Intelligence and Security Center (ESISC) is een van de weinige in ons land dat openlijk zegt als privé-inlichtingendienst te werken. "We waren in 2002 in België een van de eerste, misschien zelfs de eerste die zich concentreerde op dit soort inlichtingen", zegt CEO Claude Moniquet, die zijn bedrijf oprichtte na een carrière als spion bij de Franse inlichtingendienst DGSE. "Onze cliënten zijn multinationals, vooral Franse, Amerikaanse, Nederlandse en Italiaanse, die blootgesteld zijn aan grote risico's of werken in een concurrentieel domein, zoals de energiemarkt. Daarnaast hebben we kleinere cliënten, zoals ingenieursbureaus, waarvoor we aan risicoanalyse doen als ze moeten werken in landen als Nigeria, Congo of Algerije. Een derde luik van cliënten zijn overheden die we training geven. Op dit moment zijn er een aantal Afrikaanse landen waarvan we de inlichtingendiensten opleiden."

De kritiek dat bedrijven als ESISC in ons land opereren in een grijze zone, wordt beaamd door Moniquet. "Er zijn problemen in de sector. Bedrijven die bezig zijn met illegale telefoontaps of die zover gaan om computergegevens te gaan stelen om aan inlichtingen te geraken."

De sector mag best gecontroleerd worden, zegt Moniquet. "Tien jaar geleden hebben we op vraag van het Comité I (dat de Belgische inlichtingendiensten controleert, AE) een rapport opgesteld rond private inlichtingenbedrijven. Onze eindconclusie was toen om de bevoegdheid van het Comité I uit te breiden tot deze diensten."

Dat gebeurde niet. Bij Binnenlandse Zaken, waar de Directie Private Veiligheid onder meer privédetectives en privéveiligheidsfirma's controleert, kennen ze het probleem maar klinkt het dat er ook bij hen niemand zicht heeft op deze privé-inlichtingendiensten. Bij Staatsveiligheid vraagt administrateur-generaal Winants al jaren om een wettelijke regeling rond deze bedrijfstak. Voorlopig zonder resultaat.