Zware bom ontmanteld in Noord-Ierland
Efficiënt speurwerk heeft een bloedbad vermeden in Noord-Ierland. In de buurt van het zuidoostelijke plaatsje Newry, niet ver van de grens met de Ierse Republiek, heeft de politie het voorbije weekend een 250 kilogram zware bom ontmanteld.
In de buurt van de Noord-Ierse hoofdstad Belfast werd ook een kleiner springtuig aangetroffen. Ook dat kon onschadelijk gemaakt worden, stellen de ordediensten in een communiqué.
De grootste bom bestond uit twee blauwe vaten waarin telkens 125 kilogram zelfvervaardigde explosieven zaten, alsook een ontsteker. Volgens de autoriteiten was het ding uiterst gevaarlijk. "Het gaat om een indrukwekkend tuig", lichtte politiechef Alasdair Robinson toe. "Als de bom afgegaan was, zou ze vreselijke schade aangericht hebben. Iedereen in een straal van 50 meter zou zijn omgekomen. Iedereen in een straal tot 100 meter zou zwaargewond geraakt zijn."
De bom, die de ontmijningsdiensten in de nacht van vrijdag op zaterdag onklaar maakten, was donderdag aangetroffen in een verdacht voertuig. De witte bestelauto stond aan de kant van de weg geparkeerd in de buurt van Newry. De voorbereiding van de neutralisering nam 36 uren in beslag, zei nog Robinson. De bom had ook groter potentieel dan het springtuig dat in 1998 29 mensen het leven kostte in Omagh.
De vraag luidt wie met de verijdelde terreurdaad precies geviseerd werd. Volgens een parlementslid voor het regionale parlement in Belfast, Danny Kennedy, hadden de terroristen het op de politie gemunt. Aan AFP had Kennedy het over "gevaarlijke terroristen, die vastbesloten waren grote schade aan te richten, doden en gewonden te maken onder de plaatselijke ordediensten, zonder zich te bekommeren om de gevolgen voor de plaatselijke bevolking."
Ook dit weekend werd nog een tweede bom inactief gemaakt. In het noorden van Belfast, in de wijk Ballygomartin, moesten zowat zeventig huizen worden ontruimd nadat het springtuig onder een auto was aangetroffen. In een katholieke wijk van Belfast werden voorts ook wapens en munitie in beslag genomen tijdens huiszoekingen bij vermoedelijke militanten van splintergroepen van het Iers Republikeins Leger (IRA).
Hoewel de Goede Vrijdagakkoorden van 1998 een einde maakten aan meer dan dertig jaar van geweld tussen Iersgezinde katholieken en pro-Britse protestanten, bleef een kleine kern van katholieke separatisten behoorlijk actief. Terwijl het IRA zelf aan de gewapende strijd verzaakt heeft, groeit de vrees dat de overgebleven militanten een nieuwe terreurcampagne in hun mars hebben. Alleszins hebben politie en regioregering het publiek gevraagd zoveel mogelijk met de autoriteiten samen te werken.