Direct naar artikelinhoud

'Burn-out is my middle name'

Eerst was er Noordkaap. Toen Monza. En nu Meuris. Aan zijn eigen naam ontsnapt hij niet. Stijn Meuris (48) is terug. Nog maar eens met nieuwe muzikanten, maar met dezelfde bezetenheid. Al heeft hij wel twijfels. Over of dat nog wel kan, rockmuzikant zijn op je achtenveertigste. 'De vraag is altijd: klopt het nog?'

Hij heeft er weer goesting in. Dat merk je. Stel een vraag en het antwoord gutst eruit. Onvermoeibaar. Omstandig. Met drukke handgebaren en veel buigingen in de stem. We ontmoeten elkaar in Huis 23, de praathoek van de Ancienne Belgique. Veel stilzitten is er nooit bij. Aan gespreksstof geen gebrek overigens. Er was het einde van Man bijt hond, het Woestijnvisprogramma waar Meuris als creatieveling recht-streeks de gevolgen van voelt. En er is Mirage, zijn gloednieuwe cd met een paar opmerkelijke, politiek geïnspireerde nummers. Een erg dynamische plaat ook. "Vorig jaar in februari vond ik, op aanraden van Mario Goossens van Triggerfinger, een nieuwe, piepjonge drummer die cum laude was afgestudeerd aan de rockschool in Hasselt. Een gediplomeerde rockmuzikant, ook in die fase zitten we nu. Maar plotseling was er hoop voor de mensheid. Echt waar."

Noordkaap, Monza, Meuris... Het zal best verfrissend zijn als je om de zoveel jaren met een schone lei kunt beginnen, maar tegelijk wekt het ook de suggestie van een verbrokkeld verleden, van een onsamenhangend parcours.

Stijn Meuris: "En zo voelt het ook. Daar raak je me aan mijn achilleshiel, trouwens. Ik heb laatst eens opgeteld hoeveel muzikanten er in de loop der jaren in mijn bands zijn gepasseerd, en ik kwam aan tweeëntwintig. Ik schrok er zelf van. Maar tegelijk kon ik ze, op een paar uitzonderingen na misschien, nog allemaal verdedigen. Noem het een voetbalploeg met wisselende bezettingen. Achteraf beschouwd had ik de groepsnaam Noordkaap nooit mogen laten vallen, maar Lars Van Bambost stopte en het voelde niet juist om gewoon voort te doen. Aan de andere kant: af en toe moet je gewoon iets harder zijn in het leven, en vasthouden aan je merk. Nu heet het ding Meuris. Niet de mooiste naam die er is, besef ik. Maar wél helder en duidelijk."

Het lijkt me ook zakelijk verstandig: zelfs een leek weet nu dat de BV Stijn Meuris erbij betrokken is.

"Ik bén geen BV. Echt niet. Ik heb genen die ver afwijken van die van een doorsnee-BV, en het is in geen geval mijn ambitie geweest om er ooit een te worden. Alleen: als je maar lang genoeg meedraait en permanent je ding blijft doen, ontstaat er automatisch iets wat op bekendheid lijkt. Onder de vlag Meuris kan ik allerlei dingen doen, maar wat mij betreft is Mirage gewoon een Noordkaapplaat, ook al is er niemand van de oorspronkelijke plaat mee gemoeid.

"We hebben een bepaald klankbeeld herontdekt. Een manier van werken ook. Gewoon: weer in een kot gaan zitten en repeteren zoals dat vroeger repeteren was. Met vijf lawaai maken en hopen dat je op het einde van de avond een idee hebt voor een nieuw nummer. Arbeidsintensief, dat wel. Ik wilde geen plaat maken waarvoor elke partij naar elkaar werd gemaild.

"Ik ben iemand die honderd procent drijft op impulsen. Op het hier en nu. Ik hoef maar één dissonant akkoord te horen of ik krijg, in the heat of the moment, een ingeving. Dat is geen gezicht, want dan begin ik wild te dirigeren, te klapwieken en op en neer te springen. De rest van de groep doet me - om mij te plagen - wel eens na. Ik ben gewoon van de Arno-strekking: die komt soms een repetitie binnen met een idee voor een nieuw nummer dat moet klinken als een oranje bol. En dan maakt de band iets wat klinkt als een oranje bol. Zo extreem is het bij mij niet, maar soms scheelt het niet veel."

Er staan een paar opvallende, politiek getinte songs op de nieuwe plaat. Het is moeilijk om niet aan Bart De Wever te denken bij 'Ik denk dat ik hem al een beetje ken'.

('Ik herken de man die klaar is voor het hele land/

Hij is zo sterk/Zo sterk').

"En toch: het gaat écht niet over hem. Of toch niet alleen. Het nummer dateert van vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen, en ik kon niet voor een rood licht staan of ik kreeg een folder in handen gestopt van zo'n kandidaat die met een gesponsorde Skoda op het plein stond. Los van hun politieke strekking dacht ik: dit zijn ze dus. These are our people. Dat was niet eens kritiek, want zo werkt democratie. Maar de achterkant van die democratie betekent wel dat je eigen buurman plots tot een specialist op het gebied van mobiliteit wordt gekatapulteerd omdat hij wel eens de bus neemt."

In Antwerpen hebben we Nabilla Ait Daoud, die voor de N-VA schepen van Jeugd is geworden omdat ze in haar broodjeszaak wel eens jongeren over de vloer krijgt die een sandwich komen bestellen.

"Dat is toch echt een topverhaal? Ik vind dat een heel eigenaardige invulling van het fijne historische begrip democratie. Misschien was het bij de Grieken ook al zo, maar ik blijf het opmerkelijk vinden dat in tijden waarin enig vakmanschap en expertise tot aanbeveling strekken, ik plots moet geloven dat die man met z'n Gaastra-pull losjes over de schouder alles van pakweg mobiliteit af weet.

"Eerst was die mevrouw de uitbaatster van je broodjeszaak en de week nadien, door een vreemd spel van democratie, is ze plots schepen van Jeugd in de grootste stad van Vlaanderen. Wow! Iedereen mag van beroep veranderen, maar dit ligt wel ver uiteen. Het is zeldzaam, maar ik heb er zelfs geen mening over. Het is louter een observatie."

Je maakt je drukker om politiek dan vroeger, en hebt er duidelijk geen hoge dunk over. Ook dat valt op: tegenwoordig kunnen linkse progressieven...

"... aan de rechtse kant belanden?"

Niet eens: maar je merkt wel dat de behoefte om halsstarrig politiek correct te willen zijn, spectaculair afneemt. Luckas Vander Taelen, Arno, jij... de voorbeelden worden legio.

"Oké. Maar dat is niet omdat we aan het verzuren zijn. Vander Taelen heeft een heel correcte analyse gemaakt van een aantal migrantenproblemen in Brussel. Mij maakt het niet meer uit wat links of rechts is. Sterker nog: het zijn holle begrippen geworden. Ik kén hun ideologieën en ik weet wat ze voorstaan, maar op het terrein maken ze me niet meer uit. Laat ze ophouden met die verzuiling, en in plaats daarvan godverdomme eens wat problemen oplossen.

"Ik zie heel veel amateurisme. Heeft dat met ouder worden te maken? Waarschijnlijk. Ik kén het gezegde dat, als je niet links bent op je twintigste, en rechts op je veertigste, er iets is foutgelopen. Maar ik ben geen van beide. Ik stel vast dat er problemen zijn die escaleren. Daar is niks links of rechts aan.

"Ik ken mensen, ik durf ze zelfs vrienden te noemen, die er haast minimaliserend over doen wanneer in de grootstad hun auto wordt gepikt. Dat hoort erbij, zogezegd. Wel, mag ik zo vrij zijn om te vinden dat dat er níét bij hoort? Die krampachtige manie om alles te vergoelijkingen, maakt het alleen erger. Ik ben losgekomen van het links-rechts hokjesdenken. Voor mij gaat het er gewoon om dat je iets moet doen op een weldoordachte, professionele manier. Neem een beslissing, en voer ze uit. Dat staat los van ideologie of kleur."

In '1974' kijk je terug naar jezelf als jongen van tien. Herinner je je nog wie je was, toen?

"Nee. Niks meer. Ik herken mezelf wel op de foto's van toen, en bij gratie daarvan kan ik me nog net één meter links en rechts van die beelden voorstellen. Maar de grotere context niet. En op al die foto's sta ik heftig, nooit rustig. Blijkbaar had ik toen al ADHD all over the place; alleen bestond dat woord toen nog niet.

"Het enige wat ik me herinner is dat ik ben opgegroeid met een zeer zwaar slaapmiddel: tyramijn. Al jarenlang verboden, inmiddels. Eigenlijk was het een hoestsiroop met als bijwerking dat het moeilijke kinderen rustig hield. Dat heb ik acht jaar lang dagelijks ingenomen. Ik vrees dat dat wat doet met een mens. Overdag was ik een soort Obelix, een vat vol energie. Maar 's avonds, na die fameuze lepel tyramijn, werd ik verdoofd. High.

"Ik ben er ook héél plots mee moeten stoppen, toen bleek dat het niet geweldig gezond was. Het verklaart wellicht waarom ik al twintig jaar slecht slaap, heftig tekeerga, en met geweldige ups en downs leef. Een andere bijwerking is dat je herinneringen vervagen, en dat kan kloppen: ik weet niets meer van voor mijn twaalfde. Behalve dus aan de hand van foto's."

Maar uit het nummer kan ik afleiden dat je toch al een tamelijk goed beeld had van het leven dat je voor jezelf in het vooruitzicht had gesteld.

"Bij mij was het simpel: ik wilde de vrijheid hebben om op een dinsdagnamiddag als het regent zomaar ergens naartoe te kunnen gaan. En dat criterium heeft mijn keuze altijd bepaald, zelfs toen ik nog aan het atheneum van Overpelt studeerde. Ik wist ook toen al dat geen enkele richting uit het hele pakket daar echt iets voor mij was, maar met vallen en opstaan ben ik uiteindelijk toch geraakt waar ik wilde zijn.

"Er is even een rare fase geweest dat ik plotseling moest gaan studeren om leerkracht te worden, en dat diploma heb ik ook gehaald. Nu geef ik een keer of dertig per jaar lezingen, performances eigenlijk, over astronomie. Anderhalf uur voor een publiek. Dat is lesgeven, maar op een plezierige manier. Als leraar zou ik op mijn zesentwintigste vast al een burn-out hebben gehad."

Je bent achtenveertig. Lonkt op die leeftijd ook de burn-out als rockmuzikant?

"Dat is een zeer terechte vraag, en eentje waar ik me zelf ook zorgen om maak. Maar burn-out is my middle name. Bij mij verloopt dat serieel. De vraag is dus vooral: klopt het nog? Met wie ik ben. Met mijn leeftijd. Ik twijfel daar heel dikwijls aan. Want binnenkort beginnen de concerten, en dan komen die momenten weer dat ik 's avonds brullend als een stervend zwijn op het podium van de AB of Het Depot sta, en de ochtend nadien naar de bakker ga met de vraag of die zin heeft om mee te gaan wandelen in het bos. Klopt dat? Voor mij wel.

"Eerlijk gezegd stelde ik me die vraag nog vaker ten tijde van Monza. Toen was ik weliswaar jonger, maar de groep bolde niet zoals ik het wilde. Er zat weinig progressie in, en het was altijd gedoe. Mensen die weggingen en ik die eenzaam achterbleef. Toen heb ik heel vaak gezegd: Meuris, stop ermee. Terwijl ik muziek toch wel het leukste blijf vinden.

"Ik ga nog regelmatig naar concerten, en achteraf zit ik met mijn vriendin Sue op weg naar huis keer op keer het optreden te analyseren. Dat is een rare handeling voor een man vanmijn leeftijd. Of neem de grote festivals. Zelfs daar zijn er hooguit een paar honderd anderen, de meesten kennen we persoonlijk, die zich echt afvragen hoe goed of slecht het was. De rest draait zich gewoon om, bestelt een pintje en kletst wat. Maar is het belangrijk om over die groep te praten? Ja. Op dezelfde manier dat een filatelist die postzegel zonder randje ook héél belangrijk vindt.

"Ik heb één criterium: de Arno-test. Wat zou Arno doen? Ik wil niet overdreven romantisch doen, maar als Arno zich ergens in dezelfde ruimte bevindt, voel ik me een klein manneke. Hij is diegene die me in dit land overeind houdt qua leeftijd. Zolang hij het doet, mag het nog."

Voel je je een outsider?

"Ja, nu nog meer dan vroeger. Want ondanks het fantastische niveau van de huidige generatie Belgische bands valt me één ding op: hoe stil ze allemaal spelen. De muziek is enorm verzacht. Isbells, Amatorski, De Held, Absynthe Minded, zelfs dEUS is rustiger geworden. We zitten tussen twee aardbevingen in. Geweldig interessant. Dat méén ik. Maar het appelleert niet aan mijn hartslag.

"Voor mij mag het wat schuren. Nu de nieuwe geluidsnormen zijn ingetreden, val ik trouwens van de ene verbazing in de andere. We zijn nu optredens voor onze theatertour aan het boeken, en plots krijgen we in schouwburgen waar we al zeven keer gespeeld hebben de boodschap dat ze ons heel graag willen, maar het toch eerst even moeten voorleggen aan de gemeente. Nieuw politiek feit: de programmator beslist niet langer autonoom over wat er in zijn CC komt. Raar.

"Ik zal er geen kleur op plakken, al dacht ik eerst nog: ik zing in het Nederlands, dus dat lijkt me een voordeel. Maar niet dus. Omdat ik twee jaar geleden tegen de verkiezingen was. Dat wordt me nu dus cultureel aangewreven. Ik viel achterover.

"Voor het eerst wordt er gezegd dat die kleur niet meer hoeft. Dat ze liever pastel willen. Die nieuwe zachtheid, dat is de norm. Terwijl wij als Belgen net op ons wringend surrealisme moeten inzetten. Vind ik een stuk avontuurlijker, alleszins."

Hoe heb je, als een van de drijvende krachten daar, het heengaan van Man bijt hond beleefd?

"Niet tof. En dat is een understatement. In gedachten zie ik het Bonanza-scenario weer opduiken, met dat verschil dat dat blad destijds nog niets bewezen had en dus eventueel kon mislukken, en Man bijt hond door de jaren toch een zekere reputatie had opgebouwd. De logica om alle succesvolle Woestijnvisprogramma's naar VIER over te hevelen, en een nieuwe, populaire zender op te starten blijkt dus mislukt.

"Naar Man bijt hond keken op den duur nog 150.000 mensen. Dat deed pijn. Ik dacht eerst dat er een komma verkeerd stond. Het schepte ook geen fijne sfeer om creatief in te zijn. Aanvankelijk was er nog een soort zalving. Honderdvijftigduizend kijkers, da's toch nog altijd twee keer de weide van Werchter. Maar zo moet je niet afkomen, want zo was het niet bedoeld. Het is niet genoeg. Punt."

Misschien is de relatie tussen Woestijnvis als productiehuis en VIER als zender gewoon ongezond.

"Dat sluit ik niet uit. Het klinkt melig, maar ik ben ervan overtuigd dat Woestijnvis sterker uit dat verhaal zal komen. Er is een kentering op komst. De sfeer die nu in het bedrijf hangt is er een van: en nu hebben we genoeg shit over ons heen gekregen. Geloof me: iedereen heeft zijn tweede adem gevonden, en die zal heel straffe dingen opleveren. Het is alleen te hopen dat de kijker zal volgen.

"Het is voor Woestijnvis een nieuw gegeven dat er qua televisie iets niet meteen lukt. Daar werkten de wonderboys. Maar zelfs bij Apple zie je hetzelfde. Plots is Samsung daar. De kentering waar ik over spreek zit in kleine dingen. Tot twee maanden geleden werd elk nieuw idee tijdens vergaderingen haast met de blik op de schoenpunten verteld. Wat heel ongewoon was voor Woestijnvis, want daar heerste voordien een soort zelfzekerheid waar ik eerlijk gezegd ook mijn vragen bij had.

"Goed: we hebben de slagen in de boksring gekregen en de blauwe plekken staan er, maar er wordt toch weer rechtgekrabbeld. Wie er nu nog is, geeft zich niet zomaar over. Het bedrijf ligt dus niet in de touwen. Al beseft iedereen natuurlijk dat er plots nog een andere speler is die er eerst niet was: de adverteerder. Als creatieveling voel ik dat verschil wel. Steeds vaker wordt de vraag gesteld die vroeger nooit naar boven kwam: gaan ze dat tof vinden, out there. Klinkt als een detail, misschien. Maar geloof me: dat is een echte cultuurverschuiving."

Laten we op een positieve noot afsluiten: ik laat me vertellen dat je probeert te stoppen met roken.

"Vraag je dat nu omdat ik hier een pakje Philip Morris heb liggen? Ik móét stoppen. Om allerlei leeftijdsgebonden redenen, maar ook omdat ik tijdens de repetities heb gemerkt dat ik op mijn adem trap. Niet goed. Ik laat me regelmatig testen en op zich is er niks aan de hand.

"Ik ben op mijn tweeëndertigste beginnen te roken. Op advies van mijn huisarts, gek genoeg. Om te ontstressen. Een paar sigaretten per dag. Eigenlijk had ze het over joints, maar ik weet van mezelf dat ik daar beter weg van blijf. Normaal ga je na een doktersbezoek naar de apotheker. Ik ben meteen naar de krantenwinkel gereden voor een pakje sigaretten. Binnen een maand was ik een kettingroker geworden.

"Nu haat ik sigaretten echt. Ik heb die fameuze Champixpillen gekocht voor tweehonderd euro per doos. Ze werken. Ze doen je lichaam walgen van sigaretten. In fases. Het gevolg is dat ik nu de hele dag met een gruwelijke smaak in mijn mond zit. En dat ik over een paar weken van de nicotine verlost zal zijn."

Mirage van Meuris is uit bij V2. Meuris live in de AB Club, Brussel (5/3), Muziekodroom, Hasselt (9/3) Het Depot, Leuven (13/3) en Handelsbeurs, Gent (26/3)