Direct naar artikelinhoud

'Ik ben niet eens een operaliefhebber'

Ex-Monty Python Terry Gilliam regisseert voor de Vlaamse Opera La Damnation de Faust. 'Ik hou van de muziek, maar ik haatte het om met Berlioz samen te werken.' Een gesprek.

Was het uw droom om ooit een opera te regisseren?

Terry Gilliam: "Nee. Na The Adventures of Baron Munchausen bleef de vraag komen om een opera te doen, maar ik ben niet eens een operaliefhebber. Ik hield wel van de decors en van oude foto's van opera's. De operavertolkers van vandaag zien er tenminste uit als normale mensen. Dat is toch een vooruitgang. De zangers van vroeger zagen eruit als enorme ballonnen. De rol van een zeventienjarige maagd werd vertolkt door een matrone van veertig jaar, die een meter tachtig lang was en een taille had van twee meter. Dat moet een sterk inlevingsvermogen van de toeschouwer gevraagd hebben. Als je opera van toen vergelijkt met mijn films, dan ben ik de naturalist (giert het uit)."

Hoe begin je dan aan het regisseren van een opera?

"Met extreme moeilijkheden. Ik ben een beginner, heb ook nooit theater of musical gedaan."

Wie is er dan zo gek om u te vragen?

"Dat vroeg ik me ook af. De English National Opera gaat er gelukkig prat op dat hij avonturiert en cutting edge is. Zij vinden mijn films ook opera-achtig. Wat ze inderdaad zijn, denk ik. Het was omdat een mooi filmproject afketste, dat ik op deze vraag inging. Dit kon me uit mijn depressieve toestand halen."

Ik wilde u niet herinneren aan uw in het water gevallen The Man Who Killed Don Quixote. Maar toch, u hebt iets met tragische helden. Iets wat Don Quichot en Faust gemeen hebben?

"Quichot is ook egocentrisch. Hij heeft een verstoorde, geïdealiseerde visie op de wereld. Terwijl Faust ook de mysteries van het universum probeert te doorgronden, maar dan op een mathematische manier. Hij zoekt controle. Faust laat zich verleiden terwijl Quichot misleid is geweest door wat hij gelezen heeft. Faust zien we zijn geest verliezen, terwijl Quichot het noorden al kwijt is wanneer we hem leren kennen. Ze zijn ieder een kant van dezelfde medaille."

Hoe kreeg u grip op de Faust van Berlioz?

"Ik hou erg van de muziek, maar ik haatte het om met Berlioz te werken. Hoe werk je samen met een dode? Het was zijn creatie, en die heeft nooit echt goed gewerkt. Dat was voor mij in feite een voordeel. Ik moest me alvast niet meten met succesrijke opvoeringen die mijn productie waren voorafgegaan. Zo laf ben ik wel. Maar goed, ik heb er een jaar op gezwoegd om tussen alle ideeën een goede balans te vinden. Het viel in zijn plooi toen ik zag dat het onheil van Méphistopélès kwam. Zo kon ik een ironische lichtheid aan de verdoemenis van Faust geven.

"Ik heb veel geleerd van mijn coregisseur, Leah Hausman. Zij heeft ervaring, en haar advies maakte het voor mij makkelijker om te oordelen. Voor we op het podium konden werken, moesten we deze opera naar onze hand zetten. Er was me verteld dat de versie van Berlioz wel iemand met fantasie kon gebruiken, omdat het een concertopera is die niet goed aanslaat. Ik begrijp Berlioz, al weet ik niets van hem af. Ik heb zijn biografie niet gelezen. Maar als ik naar zijn muziek luister, kan ik me helemaal vinden in zijn ideeën. Ik hou het graag bij dat gevoel en ga geen extra research doen omtrent zijn persoon."

Maar door Parnassus kende u Faust al wel?

"Ik ben altijd in hem geïnteresseerd geweest. Mijn grootste bekommernis waren die muzikale passages die eigen zijn aan opera maar die de narratieve stroom onderbreken. Ik heb altijd van de Duitse cultuur gehouden, dus heb ik die uitgespeeld met elementen van de Duitse romantiek, over het expressionisme tot het fascisme. En zo begon Berlioz' versie al meer te bruisen. Ik word moe van de huidige Duitse generatie, die nog altijd vindt dat ze zich moet verontschuldigen voor de Holocaust. Je hebt voor en na. Wel, precies die overpeinzing heb ik toegevoegd: je kunt niet vooruit als je je voor de rest van de geschiedenis blijft excuseren."

Krijgt uw interpretatie zo een politieke boodschap?

"Niet per se. Stel dat je in oorlogstijd het soort persoon bent dat zijn hoofd breekt over de kosmos en niet deelneemt aan wat er gebeurt of zich niet eens van iets bewust is, dan wordt het een statement over individuele verantwoordelijkheid. Dan word je gestraft voor je egocentrisme. Veel meer heb ik niet willen zeggen."

Blijft Faust het centrale karakter?

"Ja, maar ik vestig ook graag de aandacht op Méphistopélès, omdat hij alles en iedereen manipuleert. Aan hem beleven we het meeste plezier. Het gaat dus ook over hoe je met de mensheid kunt dollen en zien wat er gebeurt. Als alles goed loopt, is het publiek eventjes van slag voor het begint te applaudisseren."

Is het delicaat om een onderwerp als het fascisme met al zijn consequenties komisch neer te zetten?

"Nee, ik behandel donker materiaal altijd ironisch. Ik ben het zo beu dat wij iedereen als een slachtoffer zien. Iedereen is kwetsbaar. De wereld is altijd een complexe plaats geweest. Het gaat niet over goed en kwaad, zo simpel is het niet. Veel films doen niets dan simplificeren. Maar ik ben er zeker van dat er goede nazi's waren. Ik denk dat we die moeten tonen. Als ik mensen aan het denken kan zetten, is dat meegenomen. En waarom dan niet op een humoristische manier? Ik zou van Darth Vader uit Star Wars ook een moppentapper maken."

La Damnation de Faust gaat zondag in première in de Vlaamse Opera Gent. www.vlaamseopera.be