Het offensief op Mosoel werd twee weken geleden- op 17 oktober - gelanceerd, vanuit het oosten, zuiden en noorden. De troepen worden gesteund door het Amerikaanse leger. Maar de doorbraak is nog lang niet het einde. De verovering van de stad zelf kan nog maanden duren waarschuwen de militaire bevelhebbers. Er wonen 1,5 miljoen mensen in de dichtbevolkte stad, waar sinds 2014 het kalifaat is uitgeroepen.

De regeringstroepen zijn de wijken Karama en Aden al ingetrokken. Ooggetuigen vertellen persagentschap Reuters dat ze rookpluimen zagen opstijgen door gevechten met de terroristen. De bevrijdingstroepen hopen dat de bevolking mee in opstand zal komen tegen de islamisten.

Eerste minister Haider al-Abadi zei op een militaire luchtmachtbasis dat alle ontsnappingsroutes voor de duizenden djihadisten worden afgesneden. “Als God het wil, zullen we de kop van deze slang afhakken. Ze kunnen niet ontsnappen. Ze zullen zich moeten overgeven of sterven”, zei hij tijdens een toespraak in militair uniform die op de staatstelevisie werd uitgezonden.

Mosoel niet het eigenlijke doel

Het doel van de hele operatie is niet Mosoel zelf, maar Tal Afar, om zo de bevoorradingslijn van IS af te snijden. Iraakse regeringstroepen en Koerdische peshmerga, samen 50.000 man sterk, krijgen de steun van de internationale coalitie tegen IS, die wordt aangevoerd door de Verenigde Staten. Daarnaast startten sjiitische milities ook een offensief vanuit het westen.

Hadi al-Amiri, leider van de Badr - de grootste sjiitische strijdmacht - hoopt dat Mosoel niet in een jarenlange strijd verwikkeld geraakt zoals de Syrische stad Aleppo. “We vrezen ervoor, maar we hopen dat het niet gebeurt.”