© Dirk Vertommen

Dirk loopt 250 kilometer in de woestijn: “Hopelijk lig ik niet te kajieten zoals Tom Waes”

De 52-jarige Dirk Viskens uit Booischot (Heist-op-den-Berg) staat voor de grootste uitdaging in zijn leven. Na meer dan dertig jaar watertanden, vertrekt hij nu eindelijk richting Marokko om zijn grote droom na te jagen: de beruchte meerdaagse woestijnrace Marathon des Sables lopen.

Bert Provoost

De mythische wedstrijd is één van de zwaarste ter wereld. Deelnemers moeten 250 kilometer lopen, verspreid over zes dagen. Het parcours is ook niet van de poes, want de atleten moeten de hele afstand door het mulle woestijnzand ploeteren. Bij ons werd de waanzinnige wedstrijd pas echt bekend toen Tom Waes er zich in 2010 aan waagde en totaal uitgeput en kermend van de pijn over de finish strompelde.

“Ik moet geen tien jaar meer wachten”

© Dirk Vertommen

“Sindsdien proberen wel meer Vlamingen de Marathon des Sables te lopen om in Tom Waes’ voetsporen te treden. Maar bij mij gaat de fascinatie voor de woestijnrace al veel langer terug, van bij de start in 1986. Ik wilde toen al graag deelnemen. Maar toen zijn we beginnen bouwen en kwamen er kinderen. Dat was niet het moment voor zo’n grote operatie, ook al omdat deelnemer al meer dan 3.500 euro kost, zonder rugzak en kledij dan nog”, zegt de man die in het kleine Pijpelheide bij Booischot woont.

Maar nu komt het er wel van. “Ik ben er nu 52, ik moet geen tien jaar meer wachten om dit te doen. Het is nu het moment. Ik ben nu mijn rugzak nog aan het organiseren. Momenteel weegt die nog 12 kilogram plus drie liter drank. Ik hoop er nog twee kilogram af te krijgen, want je moet die de hele tijd meezeulen.”

Moeilijk inplannen van trainingen

“Ik wil proberen te vermijden dat ik lig te ‘kajieten’ van de pijn zoals Tom Waes omdat mijn voeten helemaal open liggen. Ik draag speciale sokken om voor zo weinig mogelijk wrijving te zorgen. En ik heb een omhulsel in parachutestof laten maken voor mijn schoenen, zodat er zo weinig mogelijk zand in komt. Als er toch bleinen opduiken, dan zal ik het wel zien. Ik hoop dat ze zo lang mogelijk weg blijven”, zegt de man die met rugnummer 195 zal lopen.

Dirk werkt bij Agfa-Gevaert in een volcontinu stelsel, met ook vroege, late en nachtshiften. Desondanks heeft Dirk in principe genoeg getraind. “Als je het echt wil, kan je het wel inplannen. Ik heb mijn zwaarste trainingen achter de rug, met zo’n 150 trainingskilometers per week. Ik denk wel klaar te zijn om het fysiek aan te kunnen, al weet je natuurlijk nooit hoe je lichaam reageert op die extreme omstandigheden. Het wordt naar verluidt zo’n 40 graden, soms zelfs nog meer. Lopen in de woestijn is niet evident. De ondergrond lijkt wel vloeibaar, je zakt diep weg. Dat maakt het veel zwaarder. Ik heb me voorbereid door veel trainingen te doen op de looppiste in Booischot met een zware autoband achter mij. Ik hoop dat dat helpt, mijn enkels en kuiten zijn er alleszins sterker van geworden. Hittetrainingen of spinnen in de sauna heb ik niet gedaan, ik ben enkel een weekje in Tenerife gaan trainen.”

“Goed zot”

© Dirk Vertommen

Op 5 april vertrekt Dirk vanuit Parijs naar Marokko met het vliegtuig. Daarna wordt hij met bussen en op het einde legertrucks door de woestijn tot aan het tentenkamp op de startplaats gebracht. “Voor mij is dit het perfecte avontuur. Tijdens extreme uitdagingen kom ik tot rust, ondanks het harde labeur dat je moet verrichten. Het is mijn manier van even weg te zijn uit de hectische Westerse wereld. Ze zeggen dat ik goed zot ben, maar zulke dingen zitten in mijn bloed. Ik ga me meten met mezelf en met de natuur. Dat is fantastisch. Als ik over de finish kom, zal ik compleet leeg zijn. Maar ik zal ook een ervaring rijker zijn. Daar doe ik het voor.”

© AFP