Direct naar artikelinhoud

Pyongyang viert Dag van de Zon

Het is de Dag van de Zon in Noord-Korea: 15 april, de honderdste geboortedag van de Grote Leider. En die wordt intens en met een religieuze passie gevierd. 'Het is een fantastische gebeurtenis. Daar kun je niet ontbreken.'

De hoofdstad ligt er fabelachtig bij. Hij glimt en glittert, is opgeschilderd en afgestoft, van nieuwe neonletters voorzien. Bij het treinstation glorieert een Jumbotron, een gigantisch televisiescherm.

Pyongyang: de etalagestad van Noord-Korea, de stad waar je nauwelijks bejaarden en kreupelen ziet, waar alles netjes is en waar inmiddels zoveel auto's rijden dat er soms kleine files ontstaan - maar deze zondag verandert hij in een sprookje. Het is 15 april, de honderdste geboortedag van de Grote Leider, die intens en met een religieuze passie wordt gevierd.

Rijen mensen gaan 's ochtends vroeg al over straat: de mannen dragen een pak, de vrouwen traditionele feestjurken van surrogaat zijde in fel blauw, fel roze, fel groen en fel oranje. Om hen heen wervelen groepen militairen in kaki kostuums, kinderen schuiven twee aan twee voorbij in vers gesteven schooluniformen.

Het is een optocht van een trots en taai volk, dat opgewekt een harde geschiedenis meedraagt. Noord-Korea is een absolute, onvoorstelbaar gedisciplineerde, Orwelliaanse dictatuur, maar de neerslachtigheid die dat doorgaans meebrengt is hier niet te zien. Er hangt geen grauwsluier over de gezichten, in elk geval niet op de plekken waar je als buitenlander mag komen van de gidsen. Toch voelt het als een werkelijke vreugde. Als je zwaait, zwaait een Noord-Koreaan blij terug, zelfs de militairen maken oogcontact om hun blijdschap met de buitenlander te delen.

Zo fladderen ze in Pyongyang met honderden tegelijk de metro in, een windvlaag van kleuren en gezichten. En in de metro kan er een man naast je gaan zitten, een gewone Noord-Koreaan met een rode plastic bloem in zijn tas, die zijn hand op je knie legt en zich tegen je aandrukt alsof je een vriend voor het leven bent.

Onzichtbare symboliek

Op de 9 juni-school in Pyongyang krijgen alle kinderen nieuwe uniformen voor de Dag van de Zon, vertelt een lerares, en studeren ze speciale liederen en optredens in. Alle kinderen van het land bestuderen vanaf hun derde de levens van Kim Il-sung en Kim Jong-il. Daar zijn speciale klaslokalen voor.

Als de lerares in de klas kinderen van vijf jaar vraagt naar de man wiens beeltenis aan de muur hangt, springen ze op, de armen strak langs het lichaam, en delen ze met militaire kracht hun kennis over de Grote Leider.

Pyongyang zindert ook van de zichtbare en onzichtbare symboliek. Het ziekenhuis meldt dat er in het afgelopen jaar 415 drielingen zijn geboren - opmerkelijk genoeg precies op de datum waar het allemaal om gaat: 4/15, 15 april. Maandenlang leefde Noord-Korea toe naar de belangrijkste nationale feestdag. Voor de gelegenheid werden buitenlandse gasten ingevlogen: politici, journalisten, diplomaten, zakenrelaties en groupies uit de hele wereld. Een groepje Noorse communisten gaat in T-shirt met hamer en sikkel door de stad, en de leider van de Peruaanse Partido Communista, Tany Valer Lopera, heeft er een reis van 30 uur voor over om op uitnodiging de militaire parade mee te maken. "Het is een fantastische gebeurtenis in deze modelstaat", zegt hij, "daar kun je niet ontbreken."

Het land is in al zijn moleculen doordrenkt van liefde voor de Leiders, van de afkeer van Amerika en Japan, en van de Juche-ideologie die Kim Il-sung bedacht: een opmerkelijke mix van communisme, confucianisme en een zeer persoonlijke, bijna religieuze verering van de leiders. Er is maandenlang geoefend voor de grote dag. Mensen wieden de grond en werken de bermen bij met nieuw gras, dat liniaalstrak langs de wegen ligt. Elk perkje is perfect. Ze planten nieuwe buxushagen en begonia's, die ze hand voor hand aan elkaar doorgeven. Ze krabben gevels schoon. De twee schoorstenen van de grootste elektriciteitscentrale stoten zwarte wolken uit; ze draaien voluit want vandaag moet er voldoende elektriciteit zijn voor iedereen in het land dat kampt met een brandstoftekort.

Op het belangrijkste plein van het land, het Kim Il-sungplein, een vlakte van 75.000 vierkante meter graniet, strijken de eerste Koreanen neer. Het plein is opgedeeld in vakken (1 vak per wijk) en op het graniet zijn duizenden stippen witte verf gezet. Die geven aan waar iedereen moet staan om hulde te brengen aan de nieuwe leider.

Ze zwaaien in perfecte symmetrie met hun bloemen, vormen zo samen de naam Kim Jong-un, en dan dreunt het plein van hun stemmen: Kim Jong-un! Kim Jong-un! Kim Jong-un! Kim Jong-un! Kim Jong-un!

Als de parade is geëindigd, rijden de militairen weg van het plein, eindeloos toegezwaaid door de feestgangers in hun vakken en jurken. Ze rijden in een optocht door de stad. Op de gezichten van de soldaten staat een grote lach: alsof ze zojuist een oorlog hebben gewonnen, zwaaien en joelen ze terug. De komende dagen hebben ze vrij, en zullen ze zingen en bier drinken in het park.

Dan is de optocht ineens voorbij. Twee minuten na de laatste auto komen de straatvegers, om met hun bezems van takkenbossen de straten van Pyongyang terug te brengen in de staat die wordt gewenst.