Direct naar artikelinhoud

‘Niets saaier dan een lange ontsnapping’

Regisseur Philippe Lombaerts en producer Gunther Herregodts brengen de wielerklassiekers in uw woonkamer

Regisseur Philippe Lombaerts en producer Gunther Herregodts vormen de komende weken een quasi onafscheidelijk duo. De twee Sporzamedewerkers moeten er voor zorgen dat alle grote wielerwedstrijden die dit voorjaar op Vlaamse grondgebied worden gereden ook op het televisiescherm te zien zijn. En de lat ligt hoog, want de VRT staat tot ver buiten de landsgrenzen bekend voor zijn wielerverslaggeving. Die reputatie bracht de Sporza-equipe de voorbije jaren tot in Atlanta, Athene en Peking, waar ze tijdens de Olympische Spelen de captatie van de wielerwedstrijden met mobiele camera’s in goede banen moesten leiden. Ook dit voorjaar weer moet dus elke valpartij, elke demarrage en elke lekke band op televisie te zien zijn. Om dat huzarenstukje tot een goed einde te brengen zijn Lombaerts en Herregodts, anderhalve maand voor de renners dat doen, aan hun eigen Ronde van Vlaanderen bezig. Elke aankomstplaats die de renners aandoen wordt door het duo bezocht. Ter plaatse gaan ze na waar er parking is voor hun capatatiewagen, waar de mobiele studio kan worden opgesteld en hoe ze hun antennes best richten. Want wanneer Lombaerts en Herregodts op de koersdag aan de aankomstlijn arriveren, brengen ze een team van tachtig man in hun zog mee. “En die zijn stuk voor stuk helemaal gek van wielrennen”, vertelt Herregodts. “Die ingebakken wielertraditie is trouwens één van de verklaringen voor ons succes op het gebied van wielerverslaggeving. Iedereen in onze equipe is al van kleinsbeen af bezeten door koers en dat zie je op het scherm.” Al is er nog een andere reden waarom de Belgische wielerverslaggevers gegeerd wild zijn in het buitenland. “Onze typische Vlaamse bescheidenheid zorgt er voor dat wij in onze verslagen een stuk neutraler zijn dan onze Franse, Spaanse of Italiaanse collega's”, legt Lombaerts uit. “Wanneer Tom Boonen tijdens de Ronde van Vlaanderen uit de kopgroep moet lossen, zullen we dat wel in beeld brengen, maar we zullen nooit langer dan noodzakelijk bij hem blijven wanneer er vooraan volop gekoerst wordt. Natuurlijk is het leuk meegenomen als een Belg mee voorop zit, dan gaat onze hartslag ook een paar tellen de hoogte in, maar het blijft in de eerste plaats onze taak om het wedstrijdverloop zo duidelijk en overzichtelijk mogelijk in beeld te brengen.”

Die onpartijdigheid wordt de regisseur in kwestie niet altijd in dank af genomen. Na de Ronde van Vlaanderen van 2001, die gewonnen werd door Bortolami, regende het op de sportredactie boze reacties omdat de Belgische topfavoriet Johan Museeuw niet voldoende in beeld was geweest. Onterechte kritiek, vindt Lombaerts. “Museeuw zat in een achtervolgende groep die er niet in slaagde om tot bij de koplopers te raken. Hij was dus niet bepalend voor het koersverloop. ik heb die finale trouwens helemaal herbekeken. Achttien keer zijn we in volle finale naar de groep van Museeuw teruggeschakeld. Achtien keer! Naar een renner die nooit meer kon winnen.”Om zo’n wielerwedstrijd tot een goed einde te brengen rukt de VRT op koersdagen met de grote middelen uit. Minimum zestig man personeel, captatiewagens, een mobiele studio, drie motoren met elk een cameraman achterop, een motor met een commentator op het bijrijderszitje en natuurlijk ook een legertje helikopters. Eén helikopter gaat de lucht in met een bolcamera aan boord, twee andere houden hem gezelschap om de verbindingen tussen de verschillende cameraploegen en de captatiewagen aan de aankomst te verzekeren. En daarmee zijn we meteen bij het zwakke punt van de hele organisatie aanbeland. “Ondanks alle moderne technologie zijn we nog steeds heel erg afhankelijk van die helikopters”, legt Herregodts uit. “Wanneer die door de weersomstandigheden niet kunnen opstijgen is er eenvoudigweg geen wielrennen op tv. Een paar jaar geleden was dat nog het geval tijdens de Amstel Gold Race. Er hing een hardnekkige mist waardoor de helikopters de lucht niet in konden gaan. En dus zat er voor de NOS, die de wedstrijd in beeld bracht, niets anders op dan de cameraploegen op de motoren om de paar kilometer langs de studio te laten rijden om daar hun beeldmateriaal af te geven. Zo kreeg de wielerliefhebber toch nog wedstrijdbeelden te zien, zij het met een half uur vertraging.” Maar ook bij Sporza hebben ze de nodige ervaring met de moeilijke verhouding tussen de weersomstandigheden en helikopterverkeer. “Regenweer mag dan al heroïsche beelden opleveren, het maakt er onze taak niet makkelijker op”, vertelt Lombaerts. “Bij te felle regen is de zichtbaarheid te beperkt om veilig rond te vliegen. Zelfs wanneer het zwaarbewolkt is, stelt dat ons al voor problemen. De helikopters moeten dan onder het wolkendek door vliegen, waardoor het onmogelijk wordt om het beeldsignaal over lange afstanden door te sturen. De helikopters moeten dan dus dicht bij de motoren blijven en dat beperkt de mogelijkheden.” De oplossing is nochtans simpel. “Je kan die signalen ook met een vliegtuig doorsturen”, legt Lombaerts uit. “Zo’n toestel kan boven de wolken uitstijgen en heeft bovendien ook een veel grotere autonomie.” En er zijn nog alternatieven. “Op de Olympische Spelen in Peking, waar ik ook de regie van de wielerwedstrijden deed, stonden er langs de hele lengte van het parcours een soort gsm-masten die de beeldsignalen doorstuurden. Het zou toch fantastisch zijn mocht dat ook in Vlaanderen kunnen?”. Al die nieuwigheden hebben natuurlijk een prijskaartje en dat is nu net waar Herregodts zich mee moet bezighouden. “Als producer ben ik verantwoordelijk voor het budget. Die snufjes zijn voor een kleine omroep als de onze gewoon onbetaalbaar.” En dat steekt soms. “Wij kunnen alleen maar dromen van de budgetten die de Fransen uittrekken voor het in beeld brengen van de Tour”, vertelt Lombaerts. “Natuurlijk hebben zij soms prachtige beelden van het hooggebergte, ze hebben een helikopter in de lucht die enkel en alleen dat soort beelden maakt. Bovendien laten ze hun regisseur drie weken op voorhand over het parcours vliegen op zoek naar mooie plekjes. Die luxe hebben wij niet.” Maar dat betekent niet dat er bij de VRT niet wordt geëxperimenteerd. Zo wordt er dit jaar ook tijdens het eerste wedstrijduur een cameraman mee op pad gestuurd. De beelden die hij schiet worden in een samenvatting verwerkt die de wielerliefhebbers bij het begin van de live-uitzending te zien krijgen. Ook nieuw sinds vorig jaar is de camerawagen die met behulp van een bolcamera heel stabiele beelden kan maken. “Zo kunnen we op bepaalde lange rechte stukken het hele koersverloop in één beeld vatten”, legt Lombaerts uit. “Dat nieuw type camera maakt haarscherpe beelden over een lengte van makkelijk vier kilometer.”

Het inzetten van nog een camera betekent voor regisseur Lombaerts nog een extra beeldscherm om tijdens de wedstrijd in de gaten te houden. Maar die beeldschermen zijn slechts een klein deeltje van de chaos. Ook op auditief vlak krijgt de regisseur van dienst een stroom aan informatie te verwerken. “Ik krijg de stemmen binnen van de commentatoren. Ik heb verbinding met onze motards en de cameralui die zij achterop hebben en natuurlijk wordt er ook gecommuniceerd met de helikopters.” Een heksenketel dus al valt dat, als we Lombaerts mogen geloven, nog wel mee. “Natuurlijk is het wennen. Vergelijk het met een Spaanse renner die voor de eerste keer de kasseien van de Oude Kwaremont wordt opgejaagd. Die denkt ook ‘waar ben ik nu beland?’ Maar na een aantal passages wordt ook dat routine. Met meer dan twintig jaar ervaring - Lombaerts mocht in 1986 voor het eerst achter de knoppen zitten, toen als tweede regisseur naast Rik De Saedeleer - heeft Lombaerts het tegenwoordig zelfs liefst zo chaotisch mogelijk. “Hoe meer er gekoerst wordt, hoe beter. Niets saaier dan een lange ontsnapping die tot een goed einde wordt gebracht. Toen Jacky Durand in 1992 de Ronde won na een vlucht van 217 kilometer hebben wij echt onze kas zitten opvreten. Geef mij maar een Ronde waarin vanalles gebeurt. Na een spannende uitzending, hoe lang die dan ook heeft geduurd, voelt het altijd aan alsof we nog maar tien minuten op antenne zijn.”