Direct naar artikelinhoud

'Ik ben een Bounty: zwart vanbuiten en wit vanbinnen'

Is je afkomst ook je toekomst in Vlaanderen? Hoe bepalend is migratie voor je leven hier? Clara van den Broek, dochter van een Vlaamse vader en een Algerijnse moeder, praat met vrouwen en mannen die het kunnen weten.

Ik rijd met de auto rond op Linkeroever. We spraken daar af omwille van de rust en de sociale mix: absolute armoede in de Chicagoblokken, naast modernistische villa's in de aanpalende wijk. Bij de voetgangerstunnel zit een man in een mooie auto te wachten, raampjes naar beneden. Ik stop naast hem. "Paul Beloy?" "Jazeker." Die rustige stem van aan de telefoon. Een man die de dingen in handen neemt, op wie je kunt bouwen, dat soort associaties.

We rijden naar een parkeerplaats. Ik heb een beetje spijt van de ballerina's aan mijn voeten. Beloy is het type voor wie je graag een hakje draagt. Ik onderdruk de weinig feministische gedachte. Toch moet Beloys uitstraling iets bijgedragen hebben aan zijn levensloop. "Mijn jeugdverhaal is een klein sprookje. Maar veel hing ook af van toeval." Zijn positieve ingesteldheid en nuchterheid lopen als een rode draad door het gesprek.

"Ik was vijftien en voetbalde bij de schoolclub in Mechelen. Ik liep sneller dan de anderen en scoorde toevallig vier keer na elkaar. Ze vroegen mij bij KV Mechelen. Het was het juiste moment, de juiste plaats. De club had toen geen geld voor dure transfers. Vijf jaar later zou ik er nooit zijn binnen geraakt. Ik ben daar altijd nuchter in gebleven.

"Ik heb ook gestudeerd voor leraar lichamelijke opvoeding, om iets achter de hand te hebben. Sportpsycholoog Jef Brouwers, een fantastische leraar, zei me: 'Denk eraan: nu ben je Paul Beloy, 'de voetballer'. Nu sta je een trapje hoger dan de andere leerlingen. Maar als je op een dag niet meer voetbalt, sta je niet gelijk met hen, maar een trapje onder hen. Dan ben je gewoon 'de zwarte'."

"Tijdens mijn voetbalcarrière heb ik een fitnesscentrum opgericht, en daaruit is ook een musicalschool voor kinderen en jongeren gegroeid. Ik dacht: fitness is voor de mannen. Met aerobics erbij kan ik ook de vrouwen bereiken. En met een school voor de kinderen is de cirkel rond. De ouders brengen hun kinderen mee, die later ook naar de fitness zullen komen. Je moet veel minder reclame maken, want de mensen weten dat het er goed is: ze hebben er zelf gezeten."

Heeft je realiteitszin te maken met je migratie-achtergrond? Of is het gewoon je karakter?

"Het is mijn karakter. Ik zeg dat ook tegen mijn kinderen: 'Geniet van wat je bereikt, maar weet dat alles vergankelijk is.'"

Je drie kinderen zijn erg succesvol.

"Ze hebben lef, ze gaan ervoor. Ze gaan het gedeelte racisme uit de weg. In hun vriendenkring speelt dat niet. Tatyana is tv-presentatrice, Yannick is Dj Makasi en Sarah is training manager bij Lancôme. Zij bewijzen dat integratie kán. Er zijn een heleboel problemen - dat ga ik zeker niet ontkennen - maar je moet het heft ook in eigen handen nemen. Er is een weg die je moet afleggen. Roepen en tieren helpt niet."

Je bent nu coördinator voor anderstalige nieuwkomers in Hoboken. Hoe gaat het met de jongeren met wie je werkt?

"Sommigen slagen fantastisch. Zoals Dominique Mbog, Kameroens vluchteling en nu advocaat aan de Antwerpse balie. Of Lisa May, uit Kenia, die na haar studie journalistiek bij werkte voor Gazet van Antwerpen en Canvas. Ze studeert nu internationale betrekkingen en diplomatie aan de Universiteit Antwerpen. Maar in drie vierde van de gevallen verloopt de doorstroming naar het beroepsleven problematisch."

Hoe komt dat?

"Doordat er door de overheden te veel wordt gedacht in aparte departementen: onderwijs, sociale zaken, tewerkstelling, sport, jeugd. Die zouden meer moeten samenwerken. Je kunt niet van een jongere die hier aankomt verwachten dat hij meteen functioneert in ons onderwijs. Welke ballast sleurt hij mee? Luister daar naar. Misschien moet je hem eerst twee maanden laten praten, of op een bank laten zitten zonder iets te zeggen.

"Van een mama met veel kinderen in een te klein appartement kun je niet verwachten dat ze participeert in de schoolraad. En het oudste kind heeft misschien problemen op school omdat hij pas kan beginnen studeren als de kleintjes in bed liggen, want er is maar één tafel. Sociale zaken, jeugd en onderwijs zouden met elkaar moeten praten over de begeleiding van die jongeren.

"Met sport kun je soms tien keer sneller Nederlands aanleren dan in de klas. Als jongeren samen voetballen, maken ze vrienden van diverse afkomst. Ze voelen zich goed bij elkaar, en ze moeten samen Nederlands spreken. Maar een sportclub vinden vraagt tijd. Dat is een opdracht voor de jeugdzorg in Antwerpen.

"Ouders raken soms makkelijker betrokken bij de sport- dan bij de schoolprestaties van hun kind. Een kind dat voetbalt kan misschien financieel bijdragen aan het gezin. Die ouders mag je vervolgens niet loslaten. Via het voetbal kun je ze bij de school van hun kind betrekken. Je moet hen zeggen dat voetbal niet alles is, dat het ook nodig is om een schooldiploma te halen. Sport kan een hulpmiddel zijn om zich waar te maken op verschillende manieren. Ik ben daar al een paar jaar mee bezig. Maar het is moeilijk, want je zit met verschillende bevoegdheden.

"Een ander voorbeeld: we zitten met een instroom van veel laaggeschoolde anderstaligen. Zeventienjarigen die zelfs geen besef hebben van stromend water. Sommigen gaan op de bril staan omdat ze niet weten hoe een toilet werkt. Hoe kan een leraar middelbaar onderwijs daarmee omgaan? Daar is eerst een sociale vorming nodig."

Ben je zelf vaak met discriminatie geconfronteerd?

"Zonder er klagerig over te doen: constant. Ik had een eigen zaak. Mensen vroegen soms: 'Wie is de baas?' Ik antwoordde dat ik dat was. 'Ja, maar de grote baas?' 'Ik.' 'Oké, maar van wie is de zaak?' Ik ben me op mijn vijftiende voor het eerst echt bewust geworden van mijn andere huidskleur. Ik kon als jobstudent beginnen bij een roomijskar in Mechelen. Maar toen puntje bij paaltje kwam, kon ik toch niet aan het werk, want er waren mensen die niet wilden dat het een zwarte was.

"Tegenwoordig is men minder openlijk discriminerend. Men is handiger geworden in het wegmoffelen van de hindernissen, met hetzelfde resultaat. Men weet wat de wetgeving al dan niet toelaat, en daar gaat men slim mee om. Als je dan geen netwerk hebt om op terug te vallen, ga je ten onder. Maar ik ga niet op de barricaden staan. Dat zou mijn kinderen alleen maar in de problemen brengen. En het brengt mij ook niets op. Ik heb veel tegenslagen gekend, maar ik heb ze overwonnen en bekijk ze positief, als het begin van iets nieuws.

"Er ligt ook een verantwoordelijkheid bij de Centraal-Afrikaanse gemeenschap zelf. Er zijn in Antwerpen geen ondersteunende organisaties die haar belangen verdedigen. In het Vlaams Parlement zit er niemand uit Centraal-Afrika. Ik word kwaad als iemand als Abou Jahjah zich profileert via de problematiek rond Zwarte Piet. Hij moet niet zeggen hoe een zwarte zich moet voelen. Als het een probleem is voor ons, dan moeten we dat zelf aankaarten. En anders is het geen probleem."

En is het een probleem?

"Het is nu zomer, laat ons die discussie voor de winter houden. Er zijn ook wel jonge, dynamische initiatieven aan het ontstaan, zoals de organisatie Kilalo, waarmee ik nog zal samenwerken. Ik houd het erop dat ik trots ben op mijn huidskleur. Mijn fysieke mogelijkheden hebben me veel gebracht. En mulatjes zijn de mooiste kinderen."

Ben je vooral Belg? Of ook Congolees?

"Ik ben opgegroeid als enige zwarte tussen de blanken. Zo ben ik Belg geworden. Ik ken een Maghrebijn uit Putte die kampioen boogschieten is. Als hij in een concentratiewijk op het Antwerpse Kiel of in Deurne-Noord had gewoond, was hij nooit met die sport in contact gekomen. Nu was hij verplicht te doen zoals de anderen. Ik ben een Bounty: zwart vanbuiten en wit vanbinnen.

"Ik ben deze krokusvakantie voor het eerst in vijftig jaar naar Congo gegaan, om mijn moeder te zien, die zwaar ziek was. Sinds mijn vijfde ben ik hier opgevoed door twee vrouwen. Mijn vader was hier voor een studiebeurs en kon niet voor ons zorgen. Hij is intussen chirurg. Ik was al die tijd door politieke problemen niet kunnen teruggaan. Het was een pijnlijke ervaring: ik zag een oude vrouw met wie ik geen enkele band had. Zij heeft nog kinderen gehad met een andere man. Ik wil er niet te veel van weten. Veel te moeilijk. Ik heb hier nu mijn gezin met drie kinderen en twee prachtige kleinkinderen, mijn partner, mijn zus, mijn halfbroer en zijn gezin. Op hen wil ik mij concentreren.

"Ik kijk naar Kinshasa met westerse ogen. Er rijden daar auto's van Engelse en Europese makelij door elkaar. Elk rijdt naargelang zijn stuur staat. Ik zou mij daar nooit in het verkeer wagen. En wat een armoede. Ik ben erg oplossingsgericht, maar daar denk ik: er is geen beginnen aan."

Volgende week: GERARDO SALINAS (Mestizo Arts Festival)

Paul Beloy

► °1957, Kinshasa

► Voetbalde bij KV Mechelen, Beerschot VAC, SK Lierse, en RKC Waalwijk

► Werkte als leerkracht lichamelijke opvoeding in het middelbaar onderwijs

► Is coördinator anderstalige nieuwkomers in een middelbare school in Hoboken

► Baatte fitnesscentrum EDEGYM uit in Edegem, en heeft Move vzw, musicalschool voor kinderen en jongeren in Mortsel

► Werkt met Frank Van Laeken aan Vuile zwarte, een boek over racisme in het Belgisch voetbal, voorzien voor dit najaar