Direct naar artikelinhoud

Iran: veel geblaat maar weinig wol

Het Westen houdt het Iraanse regime nauwlettend in het oog. Niet alleen kondigt Teheran een nieuwe reeks militaire oefeningen aan, het dreigt ermee de Straat van Hormuz af te sluiten en begon gisteren uranium te verrijken voor zijn atoombom. En toch: zo'n imminent gevaar is Iran ook weer niet.

DOOR LODE DELPUTTE

Het nucleaire programma van Iran baart het Westen zorgen. Al tien jaar proberen zowel de VS als Europa het regime in Teheran op andere ideeën te brengen. Diplomatieke druk, dreigende taal, cyberaanvallen en economische sancties: alles is goed om de pressie op te drijven. Meer dan ooit heet Iran een geopolitiek risico.

Het land zelf laat zich uiteraard niet onbetuigd. Vorige week nog zei admiraal Ali Fadavi dat Iran in februari een nieuwe reeks militaire oefeningen zal houden in de Straat van Hormuz. De aankondiging kwam er luttele dagen nadat Iran drie raketten afgevuurd had, een teken dat Washington niet straffeloos kan opereren op een boogscheut van de Iraanse kust. Ook herhaalde Iran zijn dreiging om de Straat af te sluiten, waar een vijfde van 's werelds olie doorheen gaat.

Twee raketten, de Qader en de Noor, waren nieuwigheden. Beide projectielen zijn zowel vanaf zee als land inzetbaar en kunnen Amerikaanse zeebodems treffen. De Iraanse leiding redeneert dat in geval van oorlog haar luchtmacht snel uitgeschakeld zal zijn, reden waarom ze haar defensie grotendeels op deze raketten heeft gebouwd. Hoewel zij de Straat van Hormuz kunnen blokkeren, zou de overmacht van de VS evident zijn, zeggen analisten. De pas voorgestelde wapens zijn het eigenlijke gevaar dus niet.

Een ander paar mouwen is het nucleaire programma. "Vandaag heeft Iran nog geen atoomwapen. Het zegt zelf dat het zo'n wapen niet aanmaakt en herinnert eraan dat het in de jaren zeventig het Non-Proliferatieverdrag heeft ondertekend", verduidelijkt Tom Sauer, docent internationale politiek aan de Universiteit Antwerpen. "Het punt is dat de wereld dat niet gelooft. Ook ik denk dat Iran aan een atoombom werkt. Daar heeft het redenen voor - prestige en veiligheidsbehoefte -, en er zijn ook aanwijzingen op het terrein."

Sauer ziet Iran richting een Noord-Koreascenario evolueren. "Als de Iraniërs het te warm krijgen onder de voeten, zullen ze uit het Non-Proliferatieverdrag stappen. Ze zullen hun productietraject tot aan de eindmeet afleggen en een test houden waarbij de hele wereld ziet dat ze dat wapen echt wel hebben."

'Koude Oorlog'

Wanneer Iran de bom precies klaar heeft, is het voorwerp van speculatie, zegt Sauer. Zelf schat hij dat dat over twee tot drie jaar al is. "De vraag luidt vooral of Iran zo irrationeel zal zijn de atoombom te gebruiken. Ik denk het niet. Iran zal de bom niet offensief inzetten, wel defensief. We zitten met andere woorden in de logica van de mutual assured destruction, net zoals tijdens de Koude Oorlog."

De reële nucleaire dreiging is dus niet voor meteen. Wat echter wel voelbaar zal worden, zijn de effecten van de sancties die de Iraanse plannen hebben uitgelokt. Eind vorig jaar ondertekende president Obama een (al bij al soepele) wet die internationale bedrijven de toegang tot de VS ontzegt als ze samenwerken met de Iraanse centrale bank. Ook de EU bereidt een strenger sanctieregime voor.

In Iran zit de munt, de rial, intussen in de vrije val en mort het volk over prijsstijgingen. Maar ook het Westen zal niet immuun zijn. Een Iraanse productiestop kan volgens prognoses tot prijsverhogingen met 50 dollar per vat leiden. Zelf spiegelde het regime de wereld al prijzen tot 200 dollar voor. Dat klinkt uitdagend.

"De interne gevolgen van de sancties zullen Teheran alvast niet doen terugdeinzen", zegt Thierry Coville van het Institut des Relations Internationales et Stratégiques (IRIS) in Parijs. "Denken dat een embargo Iran doet plooien, getuigt van een gebrekkige kennis van de Iraanse economie, die al 30 jaar in crisis verkeert. Meer nog, de westerse druk heeft er juist tot een parallelle economie geleid die een deel van de elite flink verrijkt heeft."

De huidige retoriek mag vooral geen beletsel worden om correcte inschattingen te maken, en dat gebeurt te weinig, waarschuwt Coville. "Neem Pakistan, dat de bom al bezit en waar een Bin Laden zich kon verschuilen. Dat is veel gevaarlijker dan Iran. Alleen: om politieke redenen is het altijd weer Iran dat het moet ontgelden. De kern van het probleem is Irans barslechte relatie met Israël, en dus ook met de VS, waar in verkiezingsjaren als dit vooral de Republikeinen graag hun strijdlust bewijzen. Maar dat is klassieke electorale communicatie over de externe vijand. Zelfs een oud-chef van de (Israëlische inlichtingendienst) Mossad gaf toe dat Iran geen existentiële dreiging inhoudt voor de Joodse staat."

Luis in de pels

Wil dat zeggen dat Iran helemaal ten onrechte geviseerd wordt? Ook weer niet. "Door zijn steun aan de Hezbollah in Libanon is Iran een luis in de pels, en het kan ook in Irak een stoorzender worden", zegt Coville. "In Iran zelf zijn de mensenrechtenschendingen dan weer een bikkelharde werkelijkheid. Maar een fundamentele bedreiging voor het Midden-Oosten of de wereld? Neen, dat is Iran niet. De geopolitieke spanning waar nu sprake van is, is grotendeels geconstrueerd."